Direct naar artikelinhoud
DM ZaptDries Vermeulen

Wat lachen en huilen tegelijk betreft, komt niemand in de buurt van Wouter Deprez

Wouter Deprez.Beeld Karel Duerinckx

Dries Vermeulen zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: Levend en vers van Wouter Deprez.

’t Is nu mooi geweest
het feesten is gedaan
Niemand heeft gekotst
we vegen scherven aan

Wanneer ook het laatste familiebezoek is afgerond en wij weer een klein jaar geen ovenhapjes en cava meer van dichtbij hoeven te zien, zet ik in de auto onderweg naar huis ‘Na nieuwjaar’ op – een kleine, persoonlijke traditie die ik al enkele jaren in ere houd. Jan De Wilde wist de gezonde weemoed die ik jaarlijks voel, zo kort na alle obligate vrolijkheid, perfect te vatten in een intiem pianoliedje.

Ik zie aan haar dat ze, beide handen stevig rond het stuur en in stilte gefocust op de weg, dezelfde weemoed voelt. Ze kan dat goed, weemoed. Soms verraden haar ooghoeken dat ze gehuild heeft terwijl ik daar niet eens iets van had gemerkt. Wanneer we onze straat in rijden, heeft het algoritme van Spotify ons al ver weggeleid van Jan De Wilde. In mijn hoofd zingt hij verder. Dat zal hij nog enkele dagen blijven doen.

Het geschenkpapier
brandt vrolijk in de haard
Gaan we tv-kijken
of een beetje naar elkaar

We kiezen voor het eerste. Q2 zendt Levend en vers uit, de laatste zaalshow van cabaretier Wouter Deprez. Ze zegt: “Ik heb die show live gezien.” Ik zeg: “Ik ook.” Ze zegt: “Ik moest lachen en huilen tegelijk.” Ik zeg: “Ik ook.” We zeggen dat, wat lachen en huilen tegelijk betreft, niemand in het Vlaamse comedylandschap zelfs maar in de buurt komt van Wouter Deprez.

Hij vertelt dat je mensen moet zeggen dat je van hen houdt voor het te laat is. Dat zijn vrouw kanker had, maar aan de betere hand is. Dat ze op een bepaald moment zwijgend naast elkaar in de zetel zaten en waarschijnlijk allebei tegelijk dachten: “Eigenlijk wil ik scheiden.” Dat ze dat niet hebben gedaan en nu gelukkiger zijn dan ooit.

Hij vertelt over een woensdag waarop zijn vrouw zo kwaad was dat ze de spaghetti in de vuilnisbak gooide, waarna ze noodgedwongen met het hele gezin bij zijn ouders gingen eten. Dat dat zo’n mooie woensdag was. Hij vertelt dat hij, terug thuisgekomen, zijn slapende vrouw en kinderen in bed legde. Dat daarna zijn moeder belde en zei dat ze uitzaaiingen had die niet meer genezen konden worden. Dat hij blij is dat hij zijn moeder heeft gezegd dat hij van haar hield voor het te laat was.

We zetten de tv af en kijken nog een beetje naar elkaar. Haar ooghoeken verraden dat ze gelachen en gehuild heeft tegelijk. De mijne doen dat hopelijk niet maar waarschijnlijk wel. We zeggen er niets van en zitten zwijgend naast elkaar in de zetel. In mijn hoofd maakt Jan De Wilde van de stilte gebruik om zijn liedje nog eens te zingen.

Heb ik dit jaar al gezegd
Ik zie je graag