Fernand Huts opent Cobra-museum in Antwerpen
Katoennatie-baas en kunstverzamelaar Fernand Huts (69) kondigt een nieuw permanent Cobra-museum aan in Antwerpen, waarvan de plannen in 2020 concreet vorm krijgen. Hij put hiervoor uit zijn eigen collectie.
“Het museum zal zich toespitsen op de Cobra-collectie van The Phoebus Foundation. Het moet een permanent onderkomen én expositiekader bieden voor deze werken”, zo vertelt Huts in een gesprek met De Morgen. Zijn echtgenote Karine Van den Heuvel wordt de drijvende kracht van het project. The Phoebus Foundation beheert en ontsluit Huts’ privéverzameling.
Avant-gardebeweging Cobra, die de spontaniteit en het experiment predikte, werd in 1948 opgericht in Parijs. De groep, waarbij ook Lucebert en Claus later aansluiting vonden, kende een kort en woelig bestaan. Fel, soms naïef ogend coloriet en een anti-academische instelling kenmerken de Cobra-kunst. Huts verzamelt vooral werk uit de vroege Cobra-periode en bezit onder meer schilderijen van Karel Appel, Pierre Alechinsky, Corneille, Asger Jorn en Christian Dotremont. Waar het museum in Antwerpen precies gevestigd wordt, wil mecenas Huts nog niet kwijt. “In de loop van 2020 geven we daar meer details over.”
Opwaardering
In het Nederlandse Amstelveen, vlak bij Amsterdam, is er al een Cobra-museum of Modern Art. De naam Cobra verwijst naar de beginletters van de hoofdsteden waar de oprichters vandaan kwamen: Kopenhagen (in het Frans: Copenhague), Brussel en Amsterdam. Over de financiering van het museum is ook nog niets bekend.
Het nieuwe Cobra-museum zou een flinke opwaardering betekenen van het Antwerpse museumaanbod, dat er in 2017 trouwens al een extra privémuseum bij kreeg: Museum De Reede, van ex-reder Harry Rutten. Dat museum toont voornamelijk etsen, schetsen, tekeningen en litho’s van Goya, Rops en Munch.
Bart De Baere, directeur van het Antwerpse MHKA, kijkt niet helemaal verrast op van de nieuwste stunt van Huts. “Fernand is een beweeglijke speler in de Antwerpse kunst- en tentoonstellingswereld; Cobra was al lang een van de speerpunten van zijn verzameling”, reageert De Baere. “Het komt dus niet helemaal uit de lucht vallen. Bovendien zit Cobra - door zijn tijdvak - netjes tussen het aandachtsveld van de hedendaagse en de schone kunsten. Er schuilt zeker een logica in om een dergelijk museum in Antwerpen op te zetten: tussen Brussel en Amsterdam in, belangrijke steden voor Cobra.”
Of het niet enigszins wrang aanvoelt, zomaar een nieuw privémuseum in culturele besparingstijden? “Welnee”, zegt De Baere. “Ik vind dit perfect kunnen. Zeker omdat het complementair is bij het bestaande aanbod. Het is zoals bij boekhandels. Je kunt er prat op gaan dat je de enige winkel bent in de straat, maar eigenlijk is het beter dat je straat vol boekhandels zit. Cobra is een focuspunt dat in Antwerpen en Vlaanderen nog te weinig is belicht, dus het lijkt me zeker welkom.”
Huts pakt in 2020 verder uit met twee groots opgevatte expo’s in het Antwerpse, waarvoor Walter Van Beirendonck de scenografie voor zijn rekening neemt. In het Snijders&Rockoxhuis start half maart de expo Blind Date. “De klemtoon ligt er op portretschilderkunst uit de renaissance en de barok”, zegt Huts. In december 2020 opent in het MAS de expo Van Memling tot Rubens met drie eeuwen Vlaamse schilderkunst, van de 15de tot de 17de eeuw, van Quinten Massijs tot Van Dyck en Rubens. De expo, ook volledig gedragen door The Phoebus Foundation, is in april eerst te zien in de Estse hoofdstad Tallinn.