Direct naar artikelinhoud
Interview

Rudi Vranckx trekt met bekende Vlamingen naar de oorlog: ‘Het was nog erger dan we dachten’

Dominique Van Malder, Joris Hessels en Rudi Vranckx in Mosul in Irak.Beeld VRT - 2020

VRT-oorlogsjournalist Rudi Vranckx lanceert deze week twee docureeksen. In Tussen oorlog en leven op Eén trekt hij met bekende duo’s naar respectievelijk Irak, Afghanistan en Somalië. In De eeuwige oorlog op Canvas legt hij uit waarom de conflicten daar steeds weer ontvlammen. Joris Hessels en Dominique Van Malder (Radio Gaga) trokken mee naar Irak.

Wat motiveerde jullie om mee te gaan?

Joris Hessels: “Bewondering, goesting om angst om te zetten in... (denkt na) nieuwsgierigheid. Je wordt gevraagd mee te gaan met Rudi, die je kent van gedegen reportages, en je gaat naar een land waar je normaal gezien nooit naartoe zou gaan. Ik weet in grote lijnen wat daar gebeurt, maar meer niet. Ik wilde het dus gezien hebben, om het door mijn filter te halen en door te vertellen.

“Het was niet de bedoeling erheen te gaan en vast te stellen hoe erg het wel is, om vervolgens naar een vijfsterrenhotel te trekken en het er goed van te nemen. We wilden onszelf in de weegschaal leggen, in de hoop mensen door onze ogen te doen kijken. Normale, naïeve ogen, van mensen die wel geïnteresseerd zijn in wat er gebeurt in de wereld, maar die ook op tijd en stond het journaal afzetten en zich ontspannen. Door onszelf in al onze machteloosheid en onhandigheid te tonen, hoop ik dat we voorbijgaan aan het voyeurisme.”

Wat ging er door jullie hoofd in de auto naar Mosul?

Hessels: “Ik wist niet wat ons ging overkomen. Vlak voor we vertrokken, kwamen we compleet toevallig een Irakees tegen die in Leuven had gewoond, en die zei dat hij al twintig jaar niet meer in Mosul was geweest omdat hij niet meer durfde. Dan schrik je wel even. Rudi beschreef in de auto dat het bij zijn laatste bezoek een van de afschuwelijkste dingen was die hij ooit had gezien. Daar werden we toch even stil van.”

Rudi Vranckx: “Ik had geen script voor het programma. Alles wat ik zei, zei ik omdat ik het zo voelde op dat moment.”

Hessels: “Uiteindelijk was het nog veel erger dan we dachten. De eerste beelden toen we uitstapten, vergeet ik nooit meer. De verlatenheid, mensen die uit het puin kropen, maar evenzeer een verzorgde man die trots en met een grote glimlach zijn fiets toonde.”

Dat zijn de momenten van ‘leven’ in Tussen oorlog en leven?

Hessels: “Absoluut. Half grappend gingen we naar een barbier, maar zo’n kapper vertelt je wel iets over de plaats waar je je bevindt. Uit wat hij zei, bleek een soort mentaliteit van: het ziet er hier niet uit, alles ligt in puin, maar we gaan de rug rechten, ons haar goed leggen en de handen uit de mouwen steken.”

Vranckx: “Mijn doel was eigenlijk bereikt toen ik zag dat het binnenkwam bij Joris en Dominique. Wat ik voel, voelen zij blijkbaar ook. Misschien nog intenser, omdat ik het al vaker meemaakte. 

“Vanaf toen probeerde ik hen gewoon te observeren, om te zien wat de oorlog doet met iemand die er met een naïeve blik in stapt. Zo konden we samen nadenken over dingen die ik alleen niet ter sprake zou kunnen brengen. Over journalistiek en oorlog, maar evengoed over leed, schoonheid en waanzin. Als je voor de camera staat voor het journaal zeg je zulke dingen niet.”

Wordt zoiets ooit bandwerk?

Vranckx: “Absoluut niet. Dat kan ook niet. Als je cynisch wordt, moet je ermee stoppen. Integendeel, het zijn telkens nieuwe benaderingen, waardoor je ook steeds nieuwe lagen ontdekt. 

“Ik heb voor het Canvas-programma De eeuwige oorlog in conflictgebieden de geschiedenis en de context kunnen onderzoeken. Mijn hersenen doen hun best om daar nieuwe lessen uit te trekken, die mij inzichten in de oorlog geven, ook voorbij dit programma.”

Is het als journalist mogelijk neutraal te zijn in zulke situaties?

Vranckx: “Ik denk het niet. De feiten zijn heilig, dat is de grondregel. Wat er is, moet je zo eerlijk mogelijk proberen weer te geven, en daar kun je niet mee sjoemelen. Maar de betrokkenheid bij het leed van mensen kun je niet vermijden, anders ben je geen mens. Stuur dan maar gewoon een robot.

“Het is de verantwoordelijkheid van journalisten om ook het verhaal van die mensen te laten zien. Ik noem dat het gezicht van de oorlog tonen. Mensen in oorlog een stem geven. Daar is dit programma een nieuwe poging toe. 

“Pas op, ik wil kijkers ook niet opzadelen met een gevoel van schuld of machteloosheid. Maar ik wil hen wel aanreiken dat er meerdere kanten, vooral menselijke kanten, aan deze verhalen zijn.

“Je kunt soms ook niet anders dan kwaad zijn. Als er holebi’s van het dak worden gegooid, veroordeel ik dat. Daarom begrijp ik niet dat ook bij ons het extremisme groeit en dat mensen verleid zijn om daarin mee te gaan. Ik zou ze soms een draai om hun oren willen geven en een sjot onder hun broek. (lacht) Is dat neutraal? Helemaal niet, maar daar kan ik mee leven.”

‘Tussen oorlog en leven’, vanaf maandag 6 januari om 20.40 uur op Eén en VRT NU. ‘De eeuwige oorlog’, vanaf donderdag 9 januari om 21.20 uur op Canvas en VRT NU.