De New Yorkse schrijfster Shaunacy Ferro vertelt in en post op lifestylesite Mental Floss dat ze verslaafd is aan shoppen. “Ik heb last van een chronische depressie. Als ik zeg dat ik dingen koop als ik me niet goed voel, dan heb ik het niet over een sporadische maar over een bijna dagelijkse gebeurtenis”, staat er. “Dit jaar kreeg mijn bankrekening een serieuze tik door mijn sombere stemming. Ik begon me af te vragen of het allemaal de moeite waard was. Is shoppen in zekere zin therapeutisch of plunderde ik mijn bankrekening zonder er enig voordeel uit te halen?”

Met die laatste hypothese komt ze dicht in de buurt van de waarheid. Eric Storch, klinisch psycholoog aan de universiteit van South Florida, zegt aan New York Magazine dat nieuwe spullen je tijdelijk blij maken, maar zeker niet op lange termijn. “Je koopt iets, voelt je gelukkig en wanneer het weer wat minder gaat, voel je de nood om weer iets te kopen”, zegt hij. Conclusie: na een tijd voel je jezelf alleen maar slechter omdat je naast bestaande problemen ook nog te maken krijgt met issues van financiële aard.

Controle terugnemen

Ferro is er intussen in geslaagd om op een andere manier naar haar koopverslaving te kijken en die onder controle te houden. Ze raadt aan om een buffer te creëren. “Zet een budget aan de kant dat je kan raadplegen wanneer de verleiding om iets te kopen echt te groot wordt. Het heeft geen nut om je spaargeld op te doen aan spullen waar je maar heel even gelukkiger van wordt, maar een beetje geld op voorraad hebben voor wanneer het echt te zwaar wordt in je persoonlijk leven, is nooit een slecht idee.”

Volgens psychologe April Benson, auteur van het boek 'To Buy or Not to Buy', kan je door dat spaarpotje de situatie omkeren. "Het geeft je het gevoel van controle terug. Je komt in een situatie die je kan controleren: ik vind iets leuk, ik koop het, het is van mij. Als je geld opzij hebt staan voor de situatie, is het geen gebrek aan wilskracht meer, maar het uitvoeren van een uitgedacht plan."