Direct naar artikelinhoud
BK veldrijden

Emotionele Laurens Sweeck verovert eerste Belgische titel

Laurens Sweeck.Beeld Photo News

Laurens Sweeck is de Belgische kampioen veldrijden. Hij droeg de zege op aan zijn grootvader, die onlangs overleed. Eli Iserbyt werd tweede, Toon Aerts strandde in Antwerpen op de derde plaats.

en

Toen hij over de finish reed, werd het hem te machtig. Een uur later, toen Laurens Sweeck (26) nog een keer zijn verhaal kwam doen over de gewonnen Belgische titel, schoot de renner weer vol. Het zijn emotionele weken geweest. Sweeck vertrok in december naar Spanje toen zijn grootvader Alfons op sterven lag. Een stage ging voor.

“Ik ben van zijn ziekenhuisbed vertrokken. Dat was het afscheid, met heel de familie. Hij wou toen zelf ook dat ik vertrok. Dat was een zware opoffering voor mij. Ik had wel graag gehad dat hij dit nog gezien had. Maar hij heeft mee gereden”, zei hij. Dit, dat was de trui van Belgisch kampioen die Sweeck nu een jaar lang mag dragen.

Sweeck reed weg bij het ingaan van de derde van zeven ronden. Daarmee kwam een einde aan de spankracht in het Belgisch kampioenschap dat beloofde het spannendste in jaren te worden.

Ploegmaat Eli Iserbyt, die tweede werd, moest snel in het defensief en wijzigde prompt zijn mindset. “Beter was het om ruimer te denken dan alleen aan mezelf”, klonk het. Niet makkelijk voor een ambitieuze sportman, moest hij toegeven. “Het zorgt ergens voor een vleugje individuele ontgoocheling. Logisch. Maar vroeg of laat betaalt dit zich eens terug, weet ik. Het is ook niet dat ik hier als een grote verliezer zit. Sweeck was echt wel outstanding. Zelf reed ik niet slecht, maar voelde ik niet die superflits in de benen. Als ik nog tweede kon worden, was dat omdat ik in de achtergrond geen werk meer moest opknappen. Zilver is ook mooi.”

Overmacht

Er lag een ponton in de Schelde en dat was voor Toon Aerts, derde, een goede maatstaf. “Toen Sweeck weg was, lag hij na één ronde al een half ponton voor. Na twee ronden had hij een heel ponton voorsprong. De volgende ronde maakte ik een erg goede passage door het zand. Ik dacht dat ik dichterbij zou komen, maar toen was Sweeck helemaal niet meer te zien.”

Het is toch raar dat niemand zich erover verbaasde met hoeveel overmacht Sweeck gisteren naar de overwinning reed. Hij heeft nog niets gewonnen deze winter, of bijna niet: Eeklo (8 september), Pelt (6 oktober) en verder niets. Geen klassementscross van betekenis, niet in de wereldbeker, niet in de Superprestige, niet in de DVV-Trofee.

Kenners hadden de titel van Laurens Sweeck voorspeld. Waarom dan wel in het Belgisch kampioenschap? Omdat hij er een parcours vond op zijn maat, klonk het. Sweeck weet zich kennelijk een weg door het zand te banen. En zand lag er op de Antwerpse Linkeroever.

Sweeck behaalde dit jaar ereplaatsen in Koksijde, waar er ook veel zand ligt en waar hij tweede werd. Mathieu van der Poel deed mee en dan is de winnaar op voorhand gekend. Sweeck werd tweede in Zonhoven, ook zand, maar Aerts was sterker. Ondertussen heeft Aerts zijn ribben gebroken. Het BK was zijn eerste cross sinds Heusden-Zolder drie weken geleden. Sweeck sloeg vorige week de cross in Brussel over om zich op het BK voor te bereiden. “Zand ligt me goed”, zei Sweeck. “Ik heb in het zand geen enkel foutje gemaakt. In Koksijde en Zonhoven zijn de hoogteverschillen groter dan hier. En ik ben niet van de lichtste. Op dit parcours kon ik heel soepel rijden.”

Polemiek

Sweeck maakte met zijn Belgische titel ook een einde aan de polemiek van de laatste weken, die onvermijdelijk met een BK veldrijden gaat gepaard. Zand erover. Over de sneer van Iserbyt. Over de ribblessure van Aerts. Over de interne ruzie binnen de ploeg van Jurgen Mettepenningen, waar het kot blijkbaar te klein was. Het moet zijn dat Mettepenningen zijn renners de voorbije dagen goed heeft uitgelegd waar het op stond. Dat iedereen Belgisch kampioen mocht worden, als het maar een renner van zijn ploeg was.

Sweeck: “Dat is allemaal uitgepraat. We hebben getoond dat we ook als ploegmaats kunnen koersen.” Dat benadrukte ook Mettepenningen, teammanager van Pauwels Sauzen-Bingoal. “Het kan dus wel degelijk, die voorbeeldige samenwerking. Eigenlijk is er veel meer spel van gemaakt dan het eigenlijk was.”

Al heeft het mentaal wel geholpen, vond ploegleider Mario De Clercq. “De concurrentie heeft ons op scherp gezet. Dat was goed. Maar die jongens zijn heus wel oud en wijs genoeg om te beseffen wat al dan niet kan.”

Mettepenningen: “Iedereen staat hier supergelukkig. Ze kunnen gerust zijn: allemaal zullen ze er financieel beter van worden.” Dat Sweeck de eerste 25 à 30 seconden cadeau had gekregen van Iserbyt en Vanthourenhout, gaf Mettepenningen nog aan. “Volgens afspraak. Ze hebben dat fantastisch gedaan.”

Sweeck leefde al heel lang toe naar de nationale titelstrijd in Antwerpen. “Hij kon er op stage in alle rust naartoe werken en mocht afgelopen weekend passen voor Gullegem en Brussel”, bracht De Clercq in herinnering. “Maar onderschat het ook niet, eenzaam in een hotelkamer op Mallorca, alleen je vader aan je zij. Alleen grote kampioenen die dat tot een goed einde kunnen brengen.”