Direct naar artikelinhoud
DM ZaptRonald Meeus

‘Storage Hunters’: de condition humaine in de uitverkoop

Veilingmeester Sean Kelly, slotenbreker Cameron ‘Green Mile’ Rowe en deelnemer Tarrell ‘T-Money’ Wright uit ‘Storage Hunters’.Beeld Discovery

Ronald Meeus zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: het oer-Amerikaanse veilingprogramma Storage Hunters.

Wanneer de huur van een opslagruimte in bepaalde Amerikaanse staten en Canadese provincies een zeker aantal maanden niet meer wordt betaald, heeft de uitbater van de ruimtes het recht om de inhoud ervan per opbod te verkopen. Rond dat gegeven draait een aantal Amerikaanse realityshows, met als ‘sterren’ sujetten die door het leven gaan met bijnamen als T-Money en Papa Bear. 

Natuurlijk schuilt er een voyeuristisch genoegen in het hele fenomeen, en de figuren die komen opdagen om te bieden op de inhoud van niet-betaalde opslagcontainers, vervullen je met een (entertainende) plaatsvervangende schaamte. 

Maar wie afstemt op Storage Hunters of Storage Wars – iedere late avond tot nacht op Fox – om gewoon een equipe halve zolen doorheen andermans troep te zien wroeten, mist het punt van die programma’s. Wanneer je tussen de hemeltergende flauwekul die wordt uitgekraamd even laat bezinken wat je zopas hebt gezien, leveren de Storage-shows vooral een indringende kijk op de condition humaine in het neoliberale tijdperk.

Bij ieder nieuw slot dat wordt opengebroken of -gezaagd, vraag ik me af wat het verhaal achter het zojuist gedissecteerde opslaghok zou kunnen zijn. Wat er gebeurd kan zijn met de eigenaar, die om een of andere reden spullen achterlaat die niet alleen een monetaire, maar ook vaak een emotionele waarde hebben gehad? Failliet? Gevlucht voor het gerecht? Aan de grond? Dood? Wat zou er door het hoofd van de persoon in kwestie gaan wanneer die zijn voormalige spullen toevallig verramsjt ziet worden op tv?

De deelnemers zijn daar dus hoegenaamd níét mee bezig. Brandon en Lori Bernier (aka ‘Brandori’), Tarrell ‘T-Money’ Wright en Ronald ‘Papa Bear’ Kirkpatrick duiken bij iedere veiling op om keihard poen te verdienen. Een kunstwerk waaraan iemand ooit met hart en ziel heeft gewerkt? Het oud ijzer brengt misschien nog wat op. Artefacten van een hobby of sport die iemand ooit plezier verschafte? “That’s 500 bucks right there.” Speelgoed van iemands kinderen? Krijgen we nog wel een paar tientjes voor. Een stuk antiek dat misschien een paar generaties lang is doorgegeven? Jackpot!

En het is vooral de gretigheid en competitie die ze aan de dag leggen tijdens het opbieden, met hier en daar een opstootje en zelfs weleens een kopstoot, die alles zegt over de staat van het westerse mensdom in de eenentwintigste eeuw. Het zijn de oerkapitalistische principes van profit and loss in metavorm: winst maken uit andermans verlies.