Direct naar artikelinhoud
Analyse

Valt de Irandeal nog te redden nu Teheran Europese troepen bedreigt?

De Iraanse president Rouhani tekent het condoleanceregister voor de slachtoffers van het neergestorte Oekraïense vliegtuig.Beeld AFP

Een Iraans dreigement aan Europese troepen is een slecht voorteken voor wat Brussel ziet als laatste poging het nucleaire akkoord te redden. De Britten en Fransen buigen hun diplomatieke spoor al om in de richting van het plan-Trump.

“Vandaag is de Amerikaanse soldaat in gevaar, morgen zou de Europese soldaat in gevaar kunnen zijn.” Dat zei de Iraanse president Rohani woensdag in een op televisie vertoonde toespraak tot zijn kabinet. Een dag nadat de drie Europese landen die het nucleaire akkoord uit 2015 met Iran ondertekenden (samen met de VS, Rusland en China) het geschillenbeslechtingsmechanisme in werking hebben gesteld wegens Iraanse schending van het verdrag, krijgen ze lik op stuk vanuit Teheran – in de vorm van een dreigement.

Dun koordje

Het toont andermaal hoe dun het koordje is geworden waarop de Europese landen balanceren om het nucleaire akkoord te redden van een roemloze ondergang. En hoe ondankbaar die rol van evenwichtskunstenaar is geworden. Zeker nu Groot-Brittannië onder premier Johnson ook in politieke zaken steeds meer op het vinkentouw gaat zitten – en als het uitkomt de Europeanen laat zitten ten gunste van Trump.

De afgelopen jaren trad de Europese Unie op als ‘bewaker’ van het door zes landen met Iran getekende akkoord. Ook nadat de Amerikaanse president Trump in 2018 uit het akkoord was gestapt, verwijzend naar wat het akkoord niet regelde: de gestage ontwikkeling van Iraanse rakettechnologie en de sterk gegroeide wijze waarop Iran – direct of via lokale bondgenoten – zijn invloed probeerde uit te breiden in de regio.

Maximale druk

Terwijl de Amerikanen begonnen met hun politiek van “maximale druk” op Iran, die eveneens bestaat uit de herinvoering van zware economische sancties tegen het land, zocht EU-buitenlandvertegenwoordiger Mogherini de schijnwerpers, vaak samen met de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Zarif, om te beklemtonen dat in weerwil van Trumps soloactie het nucleaire akkoord gehandhaafd zou worden. Het Iranakkoord werd een diplomatieke parel in de Europese kroon.

Maar voor de Iraanse machthebbers zat de “wortel” van dat akkoord juist in het geven van economische verlichting – en inmiddels is gebleken dat de Europeanen zonder de VS op dit punt niet kunnen leveren, hoewel ze dat wel geprobeerd hebben: een grote meerderheid van Europese bedrijven voegt zich naar de Amerikaanse sancties tegen Iran omdat anders hun eigen economische positie in de VS – en in het Amerikaanse financiële systeem – in gevaar komt, een risico dat ze zich niet kunnen veroorloven.

Na de liquidatie van de Iraanse generaal Soleimani door een Amerikaanse raketaanval op zijn auto in Irak, lijkt het behoud van het akkoord verder weg dan ooit – maar deze aanval vergrootte slechts een diplomatieke barst die al langer zichtbaar was. Niet alleen tussen de VS en de Europeanen, maar ook tussen de Europeanen onderling.

Groot-Brittannië werkte deze zomer, samen met Frankrijk, aan een Europese missie naar de Straat van Hormuz – symbool voor de politieke afstand tussen Europa en de VS inzake Iran. Maar direct na het aantreden van Boris Johnson als premier dumpten de Britten hun Europese plannen en sloten ze zich aan bij de Amerikaanse Hormuz-missie – hoewel ze wel de Europese visie op het nucleaire akkoord bleven delen.

Brexit-barst

Deze week werd dezebBrexit-barst nog groter toen Johnson in een interview met de BBC erkende dat de Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), zoals de nucleaire akkoord officieel heet, “vele, vele mankementen” kent en dat het een “grote stap voorwaarts” zou zijn om het te vervangen. “President Trump is een geweldige dealmaker, volgens hemzelf en vele anderen. Laten we samenwerken om de JCPOA te vervangen door een Trumpdeal. Dat is onze kans.” Met die woorden, per tweet hartelijk verwelkomd door Trump, schaart Johnson zich in het Amerikaanse kamp, terwijl hij tegelijk de hoop uitspreekt in een gezamenlijke boodschap met Berlijn en Parijs dat hernieuwde Iraanse naleving het bestaande akkoord zal redden.

Daarmee verandert de Europese leidersrol inzake het nucleaire akkoord met Iran langzamerhand in een wat lijdzame Europese rol. Toch blijft een diplomatieke oplossing mogelijk en blijven vooralsnog ook de VN-inspecteurs in Iran aanwezig. Dat laatste is niet onbelangrijk, want de echt instabiele situatie zal ontstaan wanneer het nucleaire akkoord definitief instort, de inspecteurs het land verlaten, en er nog geen ‘Trumpdeal’ is.

Hefboom voor concessies

Intussen staan ook de Fransen (weer) klaar om een diplomatieke deal met de Iraniërs te sluiten op grond van Trumps “bredere agenda” (dus inclusief bespreking van Iraanse raketten etc.). Vanaf september 2017 poogde president Macron enkele maanden tevergeefs om Trumps aanstaande vertrek uit het JCPOA te gebruiken als hefboom voor nieuwe Iraanse concessies. Woensdag herinnerde de Franse minister van Buitenlandse Zaken Le Drian hieraan: nieuw overleg met Iran over de brede agenda in ruil voor vermindering van Amerikaanse sancties is de enige weg voorwaarts, zei hij. Hoewel het er niet altijd op lijkt, is het diplomatieke spel nog lang niet gespeeld.