‘Had ik geweten wat de aantijgingen waren, dan had ik gezegd ‘Et alors?’’
Kris Van Dijck, gewezen voorzitter van het Vlaams parlement, heeft in het VTM-programma Telefacts voor het eerst openhartig gesproken over het rampjaar dat hij beleefde nadat hij in 2019 door P-Magazine beschuldigd werd van fraude. Dat waren valse aantijgingen, benadrukt hij. “Ze zijn nergens op gebaseerd.”
Op 11 juli vorig jaar berichtte P-Magazine dat Kris Van Dijck betrokken zou zijn bij sociale fraude met belastinggeld voor een escortdame. Het nieuws werd uitgebracht op het moment dat Van Dijck als parlementsvoorzitter zijn 11 juli-toespraak hield in het Brusselse stadhuis. Later op de dag nam hij ontslag. Vorige week oordeelde de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) dat de klacht die Kris Van Dijck later indiende tegen P-Magazine grotendeels gegrond was.
“De aantijgingen waren uit de lucht gegrepen”, reageerde Van Dijck gisteren in Telefacts. Hij beklemtoont dat hij nooit heeft meegewerkt aan sociale fraude. “Ik heb in 2014 alleen aan de verantwoordelijke voor het dossier gevraagd om de zaak eens te bekijken. De vrouw was tewerkgesteld in een firma in een faillissement en had recht op een uitkering. Dat was voor mij het verhaal.”
Video wordt geladen...
‘Et alors?’
Van Dijck vertrok die 11de juli met zijn echtgenote langs een achteruitgang. “Had ik geweten wat de betichtingen waren, dan had ik gezegd: ‘Et alors?’, zoals de Franse president Mitterand (nadat Paris Match in 1994 aan het licht bracht dat hij een buitenechtelijke dochter had, red.). Maar op dat moment weet je niet wat je boven het hoofd hangt.”
Met de uitspraak van de RVDJ en een deugddoend applaus tijdens de nieuwjaarsreceptie van N-VA is 2020 voor Van Dijck goed begonnen. “Maar dat betekent niet dat ik het verleden achter me kan laten”, zegt hij. “Je hebt het gevoel dat je in een put valt. Dat je denkt: ‘Hoe geraak ik hier ooit nog uit?’. Ik ben drie weken ondergedoken. Er gaat veel om in je hoofd dan. Ook donkere gedachten.”
