zondag 19 januari 2020 - Nieuws
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

JO VANDEURZEN

“Regering komt er alleen als men risico’s durft nemen”

In 1989 startte hij zijn politieke carrière als OCMW-voorzitter in Genk. De volgende dertig jaar klom hij op tot Limburgs boegbeeld, partijvoorzitter en minister voor CD&V. Sinds oktober is Jo Vandeurzen (61) aan zijn tweede leven begonnen, buiten het gewoel van de politiek.

Liliana Casagrande en Yves Lambrix

Het zijn barre tijden in politiek Brussel. Terwijl de Vlaamse regering de wonden likt van haar valste start, is er van een nieuwe federale regering in de verste verte nog geen sprake. Net als tijdens de 541 dagen durende regeringsvorming in 2010-2011, baart dit Jo Vandeurzen zorgen. Maar in tegenstelling tot vroeger, gaat hij hier niet langer onder gebukt. Amper drie maanden nadat hij de politiek vaarwel zei, oogt Vandeurzen dan ook erg relaxed. De gemeende bescheidenheid is gebleven, maar de getormenteerde blik heeft plaatsgemaakt voor vrolijke lachsalvo’s… in die mate zelfs dat Vandeurzen volgende week in zijn eigen Genk de Orde van de Gulle Lach krijgt.

Krijgt u uw dagen gevuld?

“Maak u geen zorgen. Ik heb veel minder stress, moet niet meer voor dag en dauw opstaan, heb soms een vrije avond en meer vrije tijd in het weekend. Gaan joggen of een weekendje wandelen in de Ardennen zijn sinds kort geen probleem meer.”

Uit goede bron hebben we vernomen dat u in oktober zelfs voor de eerste keer tien dagen lang met uw vrouw op vakantie bent geweest?

“Klopt. Naar Zuid-Afrika.”

Dat moet wennen zijn geweest?
“Ik heb veel minder stress nu, moet niet meer voor dag en dauw opstaan, heb soms een vrije avond en meer vrije tijd in het weekend” Jo Vandeurzen

“Mijn echtgenote en ik hebben geen ruzie gemaakt. (lacht hard) Het was een prachtige reis. Maar voor alle duidelijkheid: ik ben wel geregeld met mijn vrouw op vakantie geweest, maar nooit tien dagen. Het ritme van de politiek en de activiteiten van onze drie kinderen lieten dat nooit toe.”

Was de politiek al die opofferingen waard?

“Ja. Ik ben zeker niet verbitterd uit de politiek gestapt. Niet zo lang geleden zat ik met mijn vrouw naar Wissel van de Macht te kijken, naar die uitzending over de CD&V. Dan zie je de beelden terug en besef je dat je veel hebt meegemaakt.”

Heeft u niet ontzettend veel gemist?

“Ik besef maar al te goed dat de voorbije dertig jaar veel op de schouders van mijn echtgenote is terechtgekomen. Maar ik heb niet het gevoel dat Tine, Toon en Tuur (zijn drie kinderen, nvdr.) daar een trauma aan hebben overgehouden.”

Uw zoon Toon is in uw voetsporen getreden en is nu schepen in Genk. Doet hij het goed?

 luc daelemans

“Vaders en moeders zijn slecht geplaatst om zoiets te beoordelen. Ze zijn te allen tijde supporter. Natuurlijk bewonder ik wat hij doet, want hij is erg gedreven. Maar hij is pas gestart, he.”

Hij is alvast veel communicatiever dan u. Lijkt hij meer op zijn moeder?

(Lacht) “Misschien heeft hij wel het goede van zijn twee ouders.”

Geeft u hem raad?

“Ik ben niet geneigd om dat te doen, maar ik weet dat hij dat wel verwacht. Hij heeft graag dat ik spreek over de politiek, wil goed geïnformeerd zijn en veel bijleren. Ik vind dat een goede ingesteldheid. Ik help hem dus als hij dat vraagt.”

Zou u jonge mensen de politiek aanraden?
“Ik ga niet meer naar het partijbureau. Ik wil daar bewust wat afstand van nemen” Jo Vandeurzen

“Ik vind het net belangrijk dat jonge mensen de politiek ingaan. We moeten hen daartoe aanmoedigen. Want als mensen denken dat ze de politici kunnen missen, dan nog zullen er keuzes voor hen worden gemaakt, weliswaar in een meer verborgen cenakel.”

De federale formatievorming moedigt politiek engagement allerminst aan?

“Ik hoop dat de politieke wereld begrijpt dat er naast het partij- en persoonlijk belang ook een collectief belang is. Politici kunnen enkel vragen dat mensen respect voor hen hebben als ze zelf op een correcte en hoffelijke manier met mekaar omgaan. Dat is in deze federale onderhandelingen niet altijd het geval. Als iedereen in de eigen positie blijft en geen risico neemt om een gemeenschappelijk project te maken, zou de antipolitiek wel eens helemaal kunnen overwinnen.”

Aan u zal het niet liggen, want u hebt de politiek vaarwel gezegd. Waarom gaat u niet met pensioen?

(Kijkt heel verwonderd) “Ik ben pas 61 jaar!”

Waar houdt u zich zoal mee bezig?

“Ik heb het voorrecht gehad dat heel wat opportuniteiten zich aandienden. Ik heb dus kunnen kiezen en drie boeiende aanbiedingen eruit gekozen. Zo ben ik voorzitter van het ziekenhuisnetwerk Plexus (UZ Leuven, Heilig Hart Leuven, RZ Heilig Hart Tienen en AZ Diest, nvdr.). Daarnaast ben ik voorzitter van woon-zorggroep Integro en ben ik in oktober Leo Delcroix opgevolgd als voorzitter van de UHasselt.”

Wat doet een voorzitter van een groot ziekenhuisnetwerk?

“Als gewezen Vlaams minister van Welzijn en voorzitter van het Ziekenhuis Oost-Limburg weet iedereen dat die wereld me al langer boeit. Maar omdat ik erg met het ZOL wordt geassocieerd, zou ik in Limburg onvoldoende op een geloofwaardige manier als onafhankelijke bestuurder kunnen opereren. In Oost-Vlaams-Brabant is dat wel het geval. Vandaar dat ik het voorzitterschap van Plexus heb aanvaard.”

Is het niet een beetje een bloempotfunctie?

(Verwonderd) “Neen. Ziekenhuizen gaan veel meer moeten samenwerken. Door de vergrijzing en nieuwe technologieën staan ze voor strategische keuzes, moeten ze evolueren van een zorgsysteem dat vooral mensen wil genezen naar een systeem dat veel meer op het behoud van levenskwaliteit zal zijn geënt. Als onafhankelijk voorzitter zal ik binnen Plexus nagaan hoe we daarop kunnen inspelen. Hoe kunnen de vier ziekenhuizen goede afspraken maken met de eerstelijnszorg? Hoe kunnen ze samenwerken in het aankoopbeleid en hun expertise uitwisselen? Daarin hoop ik nuttig werk te kunnen verrichten.”

Uw voorzitterschap bij de UHasselt stopt in september. Hoe moet het verder?

“Dat is nog geen uitgemaakte zaak. De traditie wil dat de nieuwe rector – Luc De Schepper stopt er na vier mandaten mee – een verkenningsronde doet en een draagvlak zoekt bij zijn raad van bestuur. Die bestaat voor de helft uit academici en voor de helft uit vertegenwoordigers van politiek en sociaaleconomisch Limburg. Net door die academici in de raad van bestuur heeft de UHasselt op dit vlak een grote autonomie.”

Maar u zou er graag een termijn bijdoen?

“Als men mij al zou voorstellen, zal ik dat in september bekijken. De enige afspraak die nu geldt, is dat ik het mandaat van Leo uitdoe.”

Iedereen weet dat CD&V en de KU Leuven nauwe banden hebben. Gaat u de uitbreidingsplannen van de UHasselt steunen?

“Uiteraard. Met de nieuwe masters verpleegkunde, healthcare en materiaalkunde, en de bachelor sociale wetenschappen weet de UHasselt waar ze aan toe is. Het wordt een hele klus om die nieuwe opleidingen op de rails te zetten. Zeker de financiering moet nog worden uitgeklaard. Vergeet ook niet dat ik pas voorzitter ben geworden na het akkoord hierover binnen de Vlaamse regering.”

Wat verwachten ze bij de UHasselt van u?

“Dat ik een netwerk uitbouw en haar belangen verdedig in Brussel en Limburg. In alle bescheidenheid: ik ben tien jaar Vlaams minister geweest en vanuit die functie heb ik een helikopterzicht en bepaalde inzichten. Die wil ik nu ook volop ten dienste van Limburg aanwenden.”

In de wandelgangen klinkt het nog altijd dat CD&V, door haar nauwe banden met de KU Leuven, de opleiding burgerlijk ingenieur aan de UHasselt heeft tegengehouden?

“Men kan blijven spinnen. Ik stel vast dat er in het Vlaamse regeerakkoord enkel een uitbreiding voor de UHasselt is opgenomen. Op zijn nieuwjaarsreceptie heeft de rector nog eens herhaald dat hij tien nieuwe opleidingen had gevraagd, maar dat hij nu tevreden is dat de UHasselt verder kan groeien.”

Heeft de UHasselt een rol te spelen in SALK 2.0?

“Ja, dat wordt een belangrijke opportuniteit, temeer omdat de UHasselt een civic university wil zijn die zich inzet voor de uitdagingen in deze provincie. We willen de opbouw van SALK 2.0 zeker ondersteunen. Ook inzake onderwijs denken we aan ondersteuning, onder meer in verband met de kennis van het Nederlands of de ongekwalificeerde uitstroom uit het secundair onderwijs. De rector is daar volop mee bezig en ik hoop echt dat hij binnenkort resultaten zal kunnen voorleggen. Als voorzitter steun ik hem daar volledig in.”

Hoe doet uw opvolger Wouter Beke het als Vlaams Welzijnsminister?

“Uitstekend!”

Nochtans luidt de kritiek dat hij het krediet dat u de voorbije tien jaar in de welzijnssector heeft opgebouwd in één maand teniet heeft gedaan?

“Allez, allez. Het is het lot van elke politicus dat hij in een framing kan terechtkomen. Eén: ik heb een grote achting voor en vertrouwen in Wouter. Ik ben dus erg blij dat hij op die stoel zit. Twee: Ik ben geen enggeestige provincialist, maar een Limburger in de Vlaamse regering is goed voor deze provincie. En drie: Ik ben erg tevreden dat de grote hervormingen die ik heb ingezet in dit nieuwe Vlaamse regeerakkoord overeind zijn gebleven. Ja, er zijn correcties nodig, maar dat de Vlaamse sociale bescherming of de persoonsgebonden financiering voor mensen met een handicap niet op de schop zijn gegaan, stemt me gelukkig.”

Toch kwam Wouter Beke zwaar onder vuur te liggen, nota bene over een symbolische besparing van 5.133 euro bij de Zelfmoordlijn?

“Wouter is amper drie maanden minister. Ik vind de kritiek dan ook kort door de bocht. Geef hem wat tijd. Vergeet niet dat de start van een nieuwe regering altijd gepaard gaat met kritiek. Net als Jambon I nu, voerde de vorige Vlaamse regering in 2014 een serieuze besparingsoperatie door. En ja, ook ik heb toen ook spitsroeden moeten lopen over de wachtlijsten, het Groeipakket of de verdubbeling van de zorgpremie. Ik vind het veel erger dat het er soms op lijkt dat geen enkele partij of persoon Welzijn nog wil.”

Logisch. Na Onderwijs mag Welzijn met ruim 12 miljard euro wel het grootste departement zijn, het departement blijft een bodemloze put waar er nooit genoeg geld zal zijn?

“Daar ben ik het niet mee eens. Geld is één zaak, veranderingen doorvoeren een andere. Vorige week nog kreeg ik een brief en een bos bloemen van iemand die me wilde bedanken voor wat ik op Welzijn heb gedaan. En op restaurant kwam deze week een man spontaan hetzelfde zeggen. Dat doet deugd. Dan besef ik dat er wel degelijk dingen zijn verbeterd. Maar we zijn er nog niet en zullen moeten blijven knokken.”

Is het niet gek dat de strateeg Wouter Beke nu plots voor mensen moet gaan zorgen?

(Lacht heel hard) “Wouter heeft me advies gevraagd of hij al dan niet het ministerschap van Welzijn zou opnemen. Ik heb hem geantwoord dat mensen graag zien en hun kwetsbaarheid kunnen beleven de belangrijkste vereisten zijn. Wel, Wouter heeft dat in zich, hij kan dat. Als hij de behoefte heeft om ergens over te spreken, weet hij dat ik er zal zijn. Maar ik ga me absoluut niet met zijn dossiers bemoeien. Wouter zal dingen veranderen en andere keuzes maken. En jullie zullen soms schrijven dat die haaks staan op wat ik vroeger deed. Denk bijvoorbeeld maar aan het advies dat hij aan de werkgroep Bevolkingsonderzoek heeft gevraagd inzake de screening naar zeldzame ziekten zoals bij peuter Pia – wat ik overigens ook zou hebben gedaan.”

Over naar de federale formatie. Blijft CD&V zich hard vastklampen aan N-VA om haar kansen voor regeringsdeelname gaaf te houden?

“Maar allez. (windt zich een beetje op) We willen een stabiele regering met een behoorlijke meerderheid aan Vlaamse kant. Bijgevolg moet N-VA bij de formatiegesprekken worden betrokken. Wij zeggen dat al vanaf 26 mei.”

CD&V verloor toen een kwart van haar kiezers. Deed u dat nog iets?

“Uiteraard. Ik ben en blijf een christendemocraat. Maar die uitslag noopt nu vooral tot bescheidenheid en nederigheid. Het is aan de grootste Vlaamse partij om haar verantwoordelijkheid te nemen. Maar daarvoor moet ze wel eerst een faire kans krijgen. CD&V zal helpen waar ze kan, temeer omdat de verkiezingsuitslag de avond zelf al duidelijk maakte dat de federale formatievorming een groot probleem zou worden.”

Maar door die houding blokkeren jullie alles. Als jullie ‘ja’ hadden gezegd tegen de Vivaldi-coalitie, hadden we vandaag een regering. Logisch dat iedereen naar CD&V kijkt...

“…net zoals iedereen vorige maand naar paars-groen keek en CD&V niet nodig was. En deze week stel ik vast dat sp.a de PS heeft opgeroepen om eens fatsoenlijk met de N-VA te spreken. Elke maand is er dus wel een andere partij die de sleutel in handen lijkt te hebben. Nochtans is de verkiezingsuitslag niet veranderd.”

Maar sp.a en PS zijn zusterpartijen. CD&V en N-VA zijn dat niet?

“Juist, maar bij de vorming van de Vlaamse regering weet je dat je ook moet nadenken over de gevolgen voor de federale formatie. Als N-VA de lead neemt in de Vlaamse regering, dan kan je die partij federaal toch niet zomaar uitsluiten.”

Kwatongen beweren dat jullie de N-VA gebruiken om Koen Geens in de Wetstraat 16 te krijgen?

“Misschien moet het toch eens eerst over de inhoud gaan. Maar ik begrijp dat jullie liever over de posten schrijven. Maar wat denkt de kiezer dan als hij jullie krant leest? Juist!”

Daar heeft Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten met haar openlijke keuze voor paars-groen het wel zelf naar gemaakt?

“Ik maak de rekening niet van andere politici. Je moet toch geen grote prof zijn om de financiële toestand van de Belgische Staat te begrijpen. Het probleem zit in belangrijke mate bij de financiering van de sociale zekerheid, de pensioenen en de ziekteverzekering. En iedereen kan vaststellen dat men niet eindeloos kan blijven besparen in de primaire uitgaven voor veiligheid en justitie. De context is dus relatief duidelijk. Men zal daar een project voor moeten maken.”

Waarom gaan jullie niet gewoon de oppositie in?

“Maar jullie suggereren nu dat Vandeurzen in staat is om te zeggen wat CD&V moet doen. Vandeurzen is enkel een voormalige minister…”

… die nog altijd wordt geraadpleegd.

“Het zal u misschien verbazen, maar ik ga niet naar die vergaderingen, zelfs niet naar het partijbureau. Ik wil daar bewust wat afstand van nemen. Bovendien zit mijn agenda goed vol. En ik weet hoe het op je blijft kleven als je van vergadering naar vergadering moet en niet het gevoel hebt dat een oplossing mogelijk is. Als ik moet helpen, zal ik dat direct doen. Maar er zijn nu andere mensen en een nieuwe voorzitter. Het is aan hen.”

Heeft Joachim Coens u al voor advies gebeld?

“Neen. En hij hoeft dat ook niet te doen. Af en toe een sms’je van Koen Geens volstaat. (lacht) En ik kan u verzekeren: de inzichten die ik heb, heeft de huidige partijleiding ook.”

Heeft u de voorbije maanden moeten terugdenken aan 2010-2011, toen de formatie 541 dagen duurde en u wel mee in de CD&V-cockpit zat?

“Natuurlijk. Als politicus met enige ervaring kijk ik vandaag makkelijker door enkele publieke verklaringen heen. Maar als men zijn comfortzone niet wil verlaten, komen wij nooit tot een regering. Net zoals Wouter Beke in 2011 zijn nek uitstak om mee een doorbraak te forceren, zal er ook nu leiderschap moeten worden getoond. En leiderschap gaat ook over vertrouwen creëren.”

Zijn nieuwe verkiezingen niet de oplossing?

“Neen, voor de klassieke politieke partijen – alle partijen dus behalve de twee extremen Vlaams Belang en PVDA – zijn die nog erger dan het risico om een regering te maken.”

U gaat er dus van uit dat het gezond verstand zegeviert en we binnen afzienbare tijd een federale regering hebben?

“Ik sta niet bekend voor mijn groot optimisme. Maar de huidige onderhandelaars weten dat verkiezingen het probleem wellicht alleen maar zullen vergroten. Hopelijk gaat dit besef zozeer domineren dat men aanvaardt dat de ideale coalitie niet realistisch is.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws