Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Wouter en Barbara Torfs: ‘Wij hebben jarenlang lief en leed gedeeld. Wij geven ontzettend veel om elkaar’

Barbara en Wouter Torfs.Beeld Bob Van Mol

De oudste is 62 en sleepte als CEO van Torfs meermaals de prijs voor de beste werkgever in de wacht. De jongste is 54, deelde 22 jaar lief, leed én een bureau met die CEO. Wouter en Barbara Torfs, neef en nicht.

Barbara

“Wouter en ik werkten 22 jaar lang zij aan zij bij Torfs. Ik herinner me nog goed hoe ik op een blauwe maandag bij hem op sollicitatie moest komen. ‘Wat moet ik dáármee aanvangen?’ moet hij gedacht hebben. (lacht) Maar uiteindelijk ben ik vijftien jaar lang directeur marketing en communicatie geweest in het familiebedrijf. Als je zo lang intensief met elkaar samenwerkt, tja, dan kun je alleen maar heel close worden.

“Wouter en ik zijn neef en nicht, maar het gebeurt nog steeds dat mensen die me al jarenlang goed kennen, denken dat hij mijn broer is. (lacht) Er is zelfs een tijd geweest dat ze hem met mijn vader verwarden, maar dat is intussen gelukkig voorbij.

“De professionele discussies die ik soms met Wouter had, konden wel pittig zijn. Ik weet dat Wouter dat waarschijnlijk niet zo ervaren heeft, maar als we overdag een vurige confrontatie hadden, dan was ik ’s avonds soms nog van de kaart. Ik ben heel emotioneel en reageer vaak nogal heftig, terwijl Wouter bijna nooit zo intens zal reageren. ’s Avonds kreeg ik dan wel nog een berichtje van hem om de plooien glad te strijken.

“Of we elkaar ook buiten de muren van het bedrijf spraken? Ja, dat gebeurde zeker. Al zagen we elkaar wel vooral als we met de hele familie Torfs afspraken. Gelukkig hangen wij als familie nogal aan elkaar.

“Door zo lang met Wouter samen te werken, leerde ik ook wanneer ik hem met rust moest laten. Als je hem laat doen, zegt hij ja op alles wat je hem vraagt. Ik probeerde hem soms wat te sparen als er feestjes werden georganiseerd of als er weer eens met vrienden of kennissen werd afgesproken. Een evenwicht zoeken in hem willen beschermen en hem niet wegduwen was soms niet eenvoudig. Dan zei hij achteraf: ‘Waarom heb je me dat nu niet gevraagd?’

“Die wil om te behagen had hij ook als hij aan het werk was. Wanneer iemand iets aan Wouter wou verkopen waarin hij eigenlijk niet geïnteresseerd was, werd die persoon altijd met een grote glimlach doorverwezen naar mij. Ik mocht dan het vuile werk doen en hem afschepen. Wij noemden zoiets ‘een Wouterke doen’. (lacht) In vorige interviews is weleens gezegd dat Wouter de vrouwelijke draagkracht in het bedrijf belichaamde, en dat ik voor de mannelijke daadkracht stond. Ik denk dat dat klopt, maar daardoor had ik soms wel het gevoel dat ik altijd de ambetante was.

“Ik werk intussen al drie jaar niet meer bij Torfs. Dat was een erg moeilijke beslissing, maar ik voelde dat ik nog iets anders wilde doen met mijn leven. Ik was de vijftig gepasseerd, en ik zat al even in een dip. Dus ben ik een start-up begonnen: Springbok Coaching, dat bedrijven begeleidt naar fysiek welzijn op de werkvloer. Ik denk dat Wouter wel even schrok toen ik hem dat nieuws kwam vertellen.

“Door die professionele koerswijziging zien Wouter en ik elkaar nu veel minder. Maar áls we elkaar terugzien, pikken we de draad wel heel snel op. Dan lijkt het nog steeds alsof er slechts een paar dagen voorbij zijn gegaan sinds we elkaar zo intensief zagen, en geen drie jaar. En zelfs nu we geen bureau meer delen, is hij de eerste persoon aan wie ik carrière-advies zal vragen.

“Ik heb, echt waar, zo ontzettend veel geleerd van Wouter. Alles wat ik in mijn nieuwe bedrijfje toepas, heeft hij me bijgebracht. Er gewoon over praten maakt me al emotioneel. Ik ben er zeker van dat ik dit project niet zou kunnen doen slagen als Wouter me niet al die bagage had meegegeven.”

Wouter Torfs: ‘Ik had niet verwacht dat Barbara nog zou vertrekken. Ons afscheid verliep gelukkig traag.’Beeld Bob Van Mol

Wouter

“Ik heb het altijd heel gemakkelijk gevonden om met Barbara samen te werken. Wij hadden nooit heel veel woorden nodig om tot een gezamenlijke beslissing te komen. Ik denk wel dat onze familieband daar een grote hulp in was, die maakte het mogelijk om directer met elkaar te praten. En zelfs als we het niet met elkaar eens waren, hebben conflicten nooit lang gesluimerd. Wat niet wil zeggen dat wij niet vurig konden debatteren. Wij spaarden elkaar niet. Maar voor jullie denken dat dat wekelijkse kost was: ik denk dat we in onze hele carrière maar vier keer echt zwaar gebotst hebben.

“Voor we samen begonnen te werken, hadden Barbara en ik eigenlijk geen band met elkaar. Ik was vooral heel hecht met haar broer, Patrik Torfs, die al jarenlang voorzitter is van onze raad van bestuur. Ik herinner me nog hoe Patrik en ik, toen we een jaar of twaalf waren, op een familiefeest aan Barbara vroegen om over een tweepersoonsbed te lopen. Wij bekogelden haar ondertussen met kussens. Barbara vond dat allemaal ik-weet-niet-hoe-leuk, tot ze uiteindelijk van dat bed knalde. (lacht) En dan kwam haar mama natuurlijk meteen ongerust de kamer binnen gesneld. Barbara was een, hoe zeg je dat, levendig kind.

“Ik vind het ontzettend knap dat Barbara na haar vijftigste nog zo’n heftige carrièrewending heeft genomen. Je neemt daar toch een emotioneel risico mee. Al die jaren kom je financieel niets tekort en heb je aanzien, en plots begin je een start-up. De psychologische naaktheid van zo’n avontuur, je mag dat toch niet onderschatten.

“Ons afscheid verliep gelukkig traag. Barbara zou nooit het schip verlaten als ze niet zeker was dat de opvolging verzekerd was. Maar ik had toch niet verwacht dat ze nog zou vertrekken. Ik zie dat gesprek nog zo voor me. In de lente zei ze tegen me: tegen september zou ik graag zelf iets beginnen. Dat was wel even slikken.

“Zelfs nu Barbara niet meer bij Torfs werkt, heb ik het met haar nog regelmatig over professionele beslissingen. Ik ben nu 62, dus het is geen geheim dat ik dit verhaal ook geen eeuwigheid meer blijf verderzetten. Op mijn 65ste is het mooi geweest. Professionele beslissingen zal ik met haar toch gemakkelijker doorspreken dan met iemand die me minder goed kent.

“Ook als het persoonlijk even niet goed zat, hebben we daar in het verleden vaak met elkaar over gesproken. Het is zeker niet zo dat het altijd een goed-nieuwsshow moest zijn. Wij hebben jarenlang lief en leed gedeeld, hè. Wij geven ontzettend veel om elkaar. Je hebt families waar nichten en neven elkaar gewoon níét kennen. Wij gaan nog elk jaar met de hele familie op weekend. Daar zijn dan zelfs de achterkleinkinderen bij aanwezig. In totaal zijn we soms met wel vijftig man op stap.

“Dat is de vloek en de zegen van een familiebedrijf: als je niet met elkaar overeenkomt, is het gruwelijk. Maar als je het met elkaar kan vinden, houdt dat bedrijf je bij elkaar.”