Direct naar artikelinhoud
ColumnDe schaal van Mulders

We zijn aangeklede apen die zich vermommen als schrijnwerkers, sales managers en tandartsen

We zijn aangeklede apen die zich vermommen als schrijnwerkers, sales managers en tandartsen
Beeld Getty Images

Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen. 

Het is woensdag en de poetsvrouw vult een emmer met heet water en zeep. Ze stemt de transistor af op een post die zich familieradio noemt. De klok rond stromen daar smartlappen uit die je tenen meer doen krullen dan dat ze je traanvocht ontlokken. Een vrouw zingt dat ze haar man niet wil verlaten, ondanks rondslingerende sokken.

Daarna komt ene Corry Konings met ‘Jij hebt mij bedrogen’. Minstens de helft van de levensliederen gaan over vreemdgaan, naast de pot pissen, een scheve schaats rijden en al dan niet beeldrijke aanverwanten. Sommige mensen worden van ontrouw verdrietig, bij anderen maakt het duistere instincten wakker. Ik herinner mij een verhaal uit de krant van een man die zijn liefdesrivaal – tevens zijn beste vriend – opwachtte en doodschoot met een kruisboog. De vrouw om wie de vete draaide, koos achteraf weer voor de moordenaar en ging hem in de gevangenis opzoeken. Blijkbaar had zij op een overtuigend bewijs van hartstocht zitten wachten.

Wij zijn geen rationele wezens, hoe graag we onszelf dat ook wijsmaken. We zijn aangeklede apen die zich vermommen als schrijnwerkers, sales managers en tandartsen. We geloven graag dat we beslissingen met onze neocortex nemen: de jongste laag van onze hersenen, waarmee we verstandelijk redeneren. Daaronder echter sluimert een oeroud reptielenbrein. Het is een wild beest dat instinctief reageert en overleven als enige doel heeft.

Comeback-elpee

Ik vind dat een griezelige gedachte: dat we allemaal een woeste verstekeling aan boord hebben die de controle kan overnemen. Er komt dan een orang-oetan uit zijn kooi die aan de knoppen gaat zitten. Ondanks de macht van mijn reptielenbrein, probeer ik toch af en toe mijn gezond verstand te volgen – in het geslachtsverkeer zowel als op de autosnelweg. Daar rijd ik meestal 100. De voordelen van 100 zijn aangetoond door wetenschappers: het beperkt de files en de ongevallen aanzienlijk. En je verbruikt en vervuilt 25 à 30 procent minder. Met bewondering kijk ik naar onze rationele noorderburen, waar je maar honderd meer mag rijden op de snelweg. Bij ons zou zo’n betutteling tot een volksopstand leiden. We willen ons gedrag aanpassen, maar toch liever dat van anderen. Het is verbazend hoeveel mensen er aan het klimaat denken, maar hoe weinig er vrijwillig hun snelheid beperken. Misschien is het tijd voor een volksbeweging met bijbehorende, sullige kofferbaksticker.

Mijn gedachten zijn echter afgedwaald, in de keuken zingt Koos Alberts ‘Ik verscheurde je foto’.

In onze wondere wereld vind ik veel verhalen boeiend, van de dreigende ontploffing van reuzenster Betelgeuze tot het kleine lot van smartlapzangers. Drie jaar na zijn doorbraak viel de Amsterdammer achter het stuur van zijn auto in slaap en reed onzacht tegen een boom. De voormalige metselaar en snackbarhouder bleef niettemin optreden, in een rolstoel en met nog maar één functionerende stemband. Zijn comeback-elpee Het leven gaat door werd bekroond met een platina plaat.

‘Zijn vrouw Joke’, lees ik, ‘ontplooide na zijn dood vele activiteiten om de herinnering aan hem levend te houden.’

Tragiek is overal, maar niets vind ik ontroerender dan trouw over het graf heen.