Direct naar artikelinhoud
InterviewMerel Cockmartin

‘Echt ál mijn vrienden haten Greta Thunberg. Ik snap dat niet’

‘Echt ál mijn vrienden haten Greta Thunberg. Ik snap dat niet’
Beeld Johan Jacobs

22 jaar nadat Merel, dochter van Goedele Liekens (56) als baby de cover van Humo heeft gesierd, maakt Vlaanderen opnieuw kennis met de intussen volwassen, intelligente en sprankelende jongedame. ‘Wie noemt zijn kind nu naar een vogel?’

Mama Goedele, bij wie we in de huiskamer zitten, is tijdens het gesprek nooit ver uit de buurt. Drie keer zegt ze op de achtergrond schouderophalend: ‘Onder een appelboom liggen geen peren.’ Niet alleen wegens de fysieke overeenkomsten.

Je was amper geboren of je zorgde al voor opschudding in Vlaanderen.

Merel Cockmartin: “Door mijn naam?”

Nee, enkele tijdschriften waren luidkeels misnoegd omdat ze naast de exclusiviteitsrechten van jouw eerste babyfoto’s hadden gegrepen.

Cockmartin: “Dat wist ik niet. Niet dat ik denk dat ik zo speciaal ben. Ik weet zelfs niet of ik het straks aan mijn lief vertel, ik ben geen stoefer. Dat bladen destijds zo graag mijn foto’s wilden publiceren, maakt me niet per se leuker als persoon, hè?

“Ik herinner me wel dat mama ooit een fotoshoot voor Oxfam heeft gedaan. Zij en ik, als baby, helemaal naakt, hier en daar bedekt met rozenblaadjes, zoals in ‘American Beauty’.”

Goedele Liekens: “Dat was vóór het Dutroux-tijdperk. Toen mocht dat nog.”

Je vindt je naam niet zo mooi, hoorde ik.

Cockmartin (blaast): “Zelf had ik die in elk geval nooit gekozen. Iedereen lacht ermee: wie noemt zijn kind nu naar een vogel? Ik heb een tijdje in Taiwan gestudeerd, en toen gebruikte ik mijn derde naam: Claire. Uit noodzaak: je moet een Taiwanees eens ‘Merel’ horen uitspreken (lachje). Claire was ook mijn oorspronkelijke naam, maar na de geboorte vonden mama en papa plots dat ik niet op een Claire leek. Toen heb ik drie dagen zonder naam geleefd, en daarna is er in hun tv-productiebedrijf een interne mail verzonden: ‘Weet iemand een geschikte naam?’”

Liekens: “Dat is niet waar!”

‘Echt ál mijn vrienden haten Greta Thunberg. Ik snap dat niet: als zij je dochter zou zijn, kun je toch alleen maar trots zijn?’Beeld Johan Jacobs

Cockmartin: “Jawel, mama, ik heb die mail nog ergens liggen.”

Liekens: “Zelf wist ik daar niets van, ik lag toen in het ziekenhuis.”

Cockmartin: “Erg veel goede namen heeft het niet opgeleverd. Vooral halve grappen, zoals Goedele Junior...”

Eerst studeerde je International Business in Gent, nu toerisme: het is je droom om later een reisbureau op te richten.

Cockmartin: “Ik weet dat het geen evidente sector is. En als ik er met iemand over praat, is de reactie altijd: ‘Aiai, hoe ga jij daarvan kunnen leven?’ Maar ik reis supergraag, dat heb ik als kind meegekregen van mama. En ik ben heel goed in plannen. Dat komt trouwens ook van pas in andere jobs, zoals die van huwelijksplanner.

“Een eigen bedrijf is geen must. Ik wil vooral een job waarin ik vrijheid heb, mijn creatieve zelf kan zijn en groeimogelijkheden heb. Een job die mij gelukkig maakt. Ik moet ergens mijn tanden in kunnen zetten, want ik ben competitief ingesteld en wil altijd de beste zijn. Ik zou doodongelukkig worden als ik voor de rest van mijn leven werkloos zou zijn.”

Had je als kind andere toekomstdromen?

Cockmartin: “Toen vonden mijn zus en ik de job van mama wel leuk, vooral omdat we toen alleen de leuke kant zagen: filmpremières mogen bijwonen, vaak in de make-upstoel zitten en zo. We wisten niet wat er nog meer bij kwam kijken. Later wilde ik voor National Geographic werken: tussen de wilde dieren zitten, avonturen onder water beleven... Maar uiteindelijk is het iets in de economische richting geworden: het fascineert me hoe een bedrijf draait.

“Ik weet dat je als zelfstandige hard moet werken, maar vrijheid vind ik enorm belangrijk. Ik kan niet goed om met gezag. Ik heb jaren op een internaat gezeten, en dat liep niet altijd van een leien dakje. Liet je in de studie per ongeluk je balpen vallen, dan kreeg je twee pagina’s straf. Had je in het weekend je agenda niet laten tekenen door de ouders? Wéér twee pagina’s straf. Maar mijn ouders hadden het vaak erg druk, dus was het meestal hún schuld. ’s Avonds moest je ook je gsm afgeven, dat is echt niet meer van deze tijd.”

Eén keer ben je er met een paar vriendinnen weggelopen.

Cockmartin: “Het eten was er niet lekker, en op een nacht zijn we even ontsnapt om in het centrum van Aalst een durum te gaan eten. We hadden een deken tussen het venster en het kozijn gestopt, zodat we terug naar binnen konden, maar de politie had ons gezien en de directie gewaarschuwd. Die was razend en we hebben er veel straf voor gekregen. Toen heb ik gevloekt, maar achteraf bekeken vind ik het nog altijd geweldig dat we het hebben gedurfd.

“In het begin zat ik niet graag op het internaat. Al op de eerste avond kwam een jongen naar mij: of ik ervoor kon zorgen dat mama een exemplaar van ‘Haar penisboek’ voor hem wilde signeren? Ik schrok me rot. Als kind ben ik naar een Franstalige school in Molenbeek gegaan, omdat niemand daar mijn moeder kende. Ik was het dus niet gewend aangesproken te worden over haar. En het ging dan nog over seks, sowieso al een moeilijk onderwerp als je 12 bent. Ik dacht: wat krijgen we nu?

“Maar na de kerstvakantie had ik er mijn draai gevonden. Ik heb daar zo innig samengeleefd met een aantal vriendinnen, dat het bijna zussen zijn geworden. Daar zijn banden voor het leven gesmeed.”

Je moeder omschreef haar eigen tienerjaren als rebels: ‘Ik zette me af tegen alles wat enigszins naar gezag en autoriteit rook. En ik heb mijn ouders op een gegeven moment voor de keuze gesteld: ofwel ga ik in Brussel studeren, ofwel studeer ik helemaal níéts.’ Waarover heb jij met je ouders gebotst?

Cockmartin (blaast): “Ik was niet het makkelijkste kind: ze hebben met man en macht gezocht naar de juiste manier om mij aan te pakken – ik heb ADHD, dus ik was thuis lang ‘de gekke’ en ‘de wilde’ – maar echt extreme dingen heb ik nooit gedaan. En zodra ik op het internaat zat, was ik al lang blij dat ik mijn ouders nog eens zag in het weekend. Ze gaven me ook redelijk veel vrijheid. Op een gegeven moment zeiden ze: ‘Je bent nu oud genoeg om te weten wat je wilt. Maak je eigen keuzes en draag zelf de gevolgen.’”

Volgens je moeder liet de generatiekloof zich het hardst voelen in jullie commentaar op haar kledingstijl.

Cockmartin (lacht): “Zeker toen Céleste en ik nog in het middelbaar zaten. Als tiener trek je je te veel aan van wat andere mensen denken, hè. Op het internaat werden soms familiefeesten georganiseerd, en daar kwam mama altijd aan in een rare outfit... Zij trok zich daar duidelijk niets van aan, maar ik vond het vervelend. Nu niet meer. Ze kleedt zich sowieso al beter, deels door onze invloed. En voor de rest: I couldn’t care less. Ik trek me niets meer aan van andermans meningen.”

Kun je met je ouders over alles praten?

Cockmartin: “Absoluut. Al zijn er dingen waarover ik het niet wíl hebben met hen. Uitweiden over mijn seksleven zal ik niet snel doen, ook al is mama seksuologe. Toen we op tv eens naar reclame voor Durex zaten te kijken, vond zij dat een geschikt moment om mij te vragen of ik snel en veel klaarkwam. Sorry, maar daar antwoord ik niet op.”

Is Dilbeek, waar we nu in het ouderlijke huis zitten te praten, een fijne plek om op te groeien?

Cockmartin: “Ik zou het niet weten. Ik heb hier altijd graag gewoond, maar ik ken Dilbeek amper. Ik zat achtereenvolgens op school in Molenbeek, Aalst en Gent. Ik heb hier geen vrienden, ik ben hier nooit uitgegaan. Dilbeek is Gent noch Brussel, maar het ligt er wel handig tussenin.”

Toen ‘De buurtpolitie’ hier nog werd opgenomen, heb je eens getweet: ‘Dilbeek is zó marginaal.’ Mogelijk niet helemaal ernstig.

Cockmartin: “Hoelang is dat geleden? Dat herinner ik me zelfs niet meer. Ik moet een jaar of 18 zijn geweest, nu zou ik zoiets nooit meer schrijven. Vooral sinds ik met een Erasmusbeurs een paar maanden in Taiwan heb gewoond, denk ik helemaal anders over de wereld. Veel positiever, misschien. Ik ga in elk geval niets meer afkraken wat ik niet ken. En nog een late sorry aan Dilbeek.”

‘Mijn vriend Alexander vindt bedrog in een relatie walgelijk. Ik zal niet veel jongens vinden die er zo over denken.’Beeld Johan Jacobs

Alcoholtester

Eén van de woorden die Goedele zelf heeft bedacht, ‘sukkelseks’, werd enkele jaren geleden opgenomen in de Van Dale. Heb jij...

Cockmartin: “Sukkelseks? Wat betekent dat, mama?”

Liekens: “Ik zal je dat eens uitleggen als er geen mannen bij zijn.”

Cockmartin: “Ik kan me er al iets bij voorstellen.”

Je zus is slechts anderhalf jaar jonger. Hebben jullie ooit met elkaar gecommuniceerd in een eigen, verzonnen taal?

Cockmartin: “Toen we klein waren, hebben we dat een paar keer geprobeerd. Maar mama is daar spijtig genoeg veel te slim voor. We vielen altijd door de mand.”

Als jij en Céleste ruziemaken, wie is dan het best met woorden en wie met de vuisten?

Cockmartin (lachje): “Dat varieert. Mama heeft altijd gezegd dat ik advocate moest worden, omdat ik zo goed kan discussiëren. Toen ze nog ‘Recht van antwoord’ presenteerde op VTM, rondde ze de debatten altijd af met ‘En nu, punt aan de lijn’. Dat heb ik na een tijdje overgenomen in de ruzies met mijn zus: ‘Punt aan de lijn!’”

Liekens: “Meestal nam ze mijn woorden al over voor ze goed en wel wist wat ze betekenden. Dan zei ze: ‘Da’s bewijzen van spreken, hè, mama!’ (lacht)”

Cockmartin: “Nu Céleste psychologie studeert, gebruikt ze argumenten die ik niet eens begrijp. Zelf kan ik moeilijk over economie beginnen, want daarmee win je geen discussies. Gelukkig schieten mijn zus en ik steeds beter met elkaar op en is het dus minder belangrijk om goede argumenten te vinden.”

Naar aanleiding van ‘Bloed, zweet & luxeproblemen’ op Eén werd Céleste geïnterviewd en...

Liekens: “Da’s meer dan een jaar geleden, zij weet al niet meer wat daarin stond.”

Cockmartin: “Het schiet me te binnen dat ze toen keilieve dingen over mij heeft gezegd.”

Dat je slimmer bent dan zij, bijvoorbeeld. Maar ook veel minder ordelijk.

Cockmartin: “Dat klopt niet: als mijn kot of mijn kamer rommelig is, kom ik daar ook niet graag. Het is misschien niet mijn prioriteit om alles meteen op te ruimen, maar de rommel maakt me wel ongelukkig. Ik ben heel perfectionistisch. Als iemand me op mijn fouten of kleine kantjes wijst, zal ik er alles aan doen om te veranderen. Als ik twee jaar geleden niet ordelijk was, ben ik het nu wel geworden.”

Wat is het grootste verschil tussen jullie twee?

Liekens: “Dat Céleste liever dieren ziet?”

Cockmartin: “Niet waar, mama!”

Liekens: “Céleste is bijna een dierenfluisteraar. Neem nu onze vakantie in Jordanië, onlangs. In plaats van samen met ons naar de zonsondergang in de woestijn te gaan kijken, speelde ze liever met enkele puppy’s die ze net had gevonden. Als ze kleine dieren ziet, wordt ze bevangen door een soort weekheid. In vergelijking daarmee is Merel meer een party animal. Zij durft op tafels te staan dansen.”

Cockmartin: “Als ik me ergens op mijn gemak voel, ga ik snel uit de bol. Céleste is terughoudender, ik ben impulsiever.”

Liekens: “En wat zeggen wij daar dan over?”

Cockmartin: “Dat dat met mijn prefrontale kwab te maken heeft (rolt met de ogen).”

Liekens: “Toen je dat wilde herhalen, maakte je er ‘mijn prefrontale klep’ van (lacht).”

Cockmartin: “Ik twijfel soms of ik nog psychologie zou studeren, alleen maar om te kunnen meepraten.”

Liekens: “Geen slecht idee, dan kun je tenminste tegengas geven. Nu kunnen we jou om het even wat wijsmaken.”

Heb je als eerstgeborene het pad voor je zus geëffend?

Cockmartin: “Sowieso. Officieel mochten we van onze ouders niet drinken tot we 18 waren...”

Liekens: “25!”

Cockmartin: “Maar de ene ouder was al strenger dan de andere. En mijn zus trok zich er minder van aan dan ik (lacht). Tijdens de zomer tussen het tweede en het derde middelbaar ben ik voor het eerst tot middernacht uitgegaan. Daarna ging ik braaf met de fiets naar huis en kwam ik onderweg mijn kleine zus tegen, die nog ergens aan het drinken was. Vaak leende ze mijn identiteitskaart of mijn rijbewijs om in een club binnen te kunnen, bijvoorbeeld op skivakantie met de vrienden. We lijken wel op elkaar, dus dat lukte meestal.

“In de zomer zaten we vroeger vaak aan de Belgische kust. Daar ging ik toen veel uit, maar ik durfde nooit te drinken. Mama zei altijd: ‘Pas op, ik heb een alcoholtester!’ Ze heeft die nooit gebruikt, maar ik was er wel bang voor.”

Rond de tijd dat je geboren werd, had je moeder last van een hardnekkige stalker, later kreeg ze doodsbedreigingen van islamfundamentalisten. Nu ze parlementslid is, zal ze ook niet alleen maar leuke berichten krijgen. Maak je je vaak zorgen over haar?

Cockmartin: “Heel af en toe. Als zoiets ter sprake komt, zit ik daarmee in, maar een kwartier later ben ik het alweer vergeten. En zoals mama onlangs nog zei: ‘Er kan iedereen elke dag iets overkomen.’ In België sterven elke dag minstens twee mensen in het verkeer. Het kan snel voorbij zijn, en het helpt niet om daar lang bij stil te staan.”

Zet je je soms schrap als je met je moeder in de auto zit? Ze zei eens dat, als ze ‘een asociale automobilist met veel boenkeboenke ziet passeren’, ze die man met gebaren laat verstaan dat hij een klein pietje heeft. Ik stel me voor dat niet alle asociale automobilisten dat prettig vinden.

Cockmartin (lacht): “Dat klopt, maar ze doet dat de laatste jaren toch minder. Omdat ze wat ouder wordt, moet ze zich hard concentreren achter het stuur, en dan heeft ze geen tijd om andere mensen op stang te jagen. We mogen tegenwoordig zelfs geen muziek meer opzetten in de auto: dat leidt haar te veel af. Vroeger luisterden we tijdens lange autoritten altijd naar onze favoriete muziek, die keiluid stond. Nu is het gewoon saai.”

Liekens: “Dan kunnen we tenminste nog eens praten.”

Cockmartin: “Ja, maar de eerste vijf minuten denk ik toch: twee uur lang geen muziek? Help mij!”

'Op schoolfeesten kwam mama altijd in een rare outfit aan, dat vond ik best vervelend. Nu kleedt ze zich al veel beter, ook dankzij ons’Beeld Johan Jacobs

Nog een quote van je moeder, toen ze in het voorjaar van 2019 parlementslid werd: ‘Mijn omgeving is gewaarschuwd: als ze merken dat ik te veel als een politica begin te praten, moeten ze ingrijpen.’ Al iets van ondervonden?

Cockmartin: “Eigenlijk niet. Maar ze heeft altijd goed geweten wat ze moet zeggen, dus misschien valt het mij niet op. We hebben thuis ook andere gesprekken, het gaat zelden over politiek.”

Welke talenten had je nog graag gehad?

Cockmartin: “Goed piano kunnen spelen. Ik heb als kind wel notenleer gevolgd, maar ik gaf vaak snel op. Als ik iets te lastig vond of te veel moest oefenen, deed ik het niet meer graag. Daarom zijn mijn ouders ook zo blij dat ik eindelijk iets heb gevonden waarin ik wil doorgaan, iets wat me passioneert én motiveert. Ook al hadden ze mij wellicht liever dokter of dierenarts zien worden, omdat dat meer zekerheid geeft.”

Wat is je grootste kinderverdriet geweest?

Cockmartin: “Het enige wat ik me kan herinneren, is de scheiding van mijn ouders. En zelfs daar heb ik niet al te lang om getreurd. Ik was een jaar of 7, maar ik heb er nauwelijks iets van gemerkt. Ze zijn nog altijd supergoede vrienden. Als mama bijvoorbeeld niets in huis heeft, gaan we op zondag soms met zijn allen bij papa eten. Ik ben hun dankbaar dat ze er zo goed mee omgaan.”

Heeft het toch iets veranderd aan je kijk op relaties?

Cockmartin: “Helemaal niet. Ik ben pro trouwen. Voor altijd samenblijven met iemand: ik denk dat dat perfect mogelijk is. Dat komt ook door mijn lief, want zijn ouders zijn nog samen. In het begin van onze relatie dacht ik: sowieso zal iets ooit het mooie plaatje komen verstoren. Nu ben ik daarvan af.”

Jullie zijn bijna een jaar samen. Welke eisen stel je aan de liefde?

Cockmartin: “Het is niet belangrijk dat je het op alle punten met elkaar eens bent, maar over de essentiële dingen moet je natuurlijk wel in dezelfde richting kijken. Als hij nooit zou willen trouwen of kinderen hebben, zou dat me niet gelukkig maken.

“(Denkt na) Al van de eerste dag wist hij: dat is ze. Ik heb wat langer nodig gehad om dat in te zien. Hij is erg anti bedriegen. Hij heeft me haarfijn uitgelegd waarom je zoiets niet doet.”

Ken je mensen die pro bedriegen zijn?

Cockmartin: “Niet expliciet, natuurlijk. Maar veel mensen hebben daar toch andere ideeën over, vooral mannen. Alexander snapt niet hoe je met iemand samen kunt zijn, iets probeert op te bouwen en toch nog op een ander gaat. Als één van zijn vrienden het doet, vindt hij dat walgelijk. Ik ben daar trots op. Veel jongens die er zo over denken, zal ik niet vinden.”

Wat zijn de belangrijkste waarden die je ouders je hebben proberen mee te geven?

Cockmartin: “Eerlijkheid, verdraagzaamheid en nieuwsgierigheid. Ze hebben ons altijd nieuwe dingen laten meemaken en proeven. Vandaar wellicht dat ik ook nu altijd wil reizen en op pad wil zijn. Ik heb ’s avonds moeite om in de zetel te liggen en niets te doen. Soms ben ik echt bekaf van mezelf (lacht).”

Paars-wit verdriet

In je vrije tijd supporter je voor Anderlecht.

Cockmartin: “Hm, ja. Dat heb ik meegekregen van papa. Als we in de weekends oma gingen bezoeken, luisterden we in de auto altijd naar de voetbalverslagen. Wat me vooral fascineerde, was dat we dan absoluut niet mochten praten of lawaai maken. Ik ben later ook vaak naar matchen gaan kijken: dan smijt ik me helemaal. Ik kan er afwisselend uitbundig, overstuur, triestig en heel kwaad van worden.”

Recent vooral dat laatste, vermoedelijk.

Cockmartin: “Sinds mijn periode in Taiwan kan ik alles beter relativeren. Toevallig viel dat ongeveer samen met de periode dat het slechter begon te gaan met Anderlecht. Ik ben onlangs nog naar de bekermatch tegen Club Brugge gaan kijken. Het was te verwachten dat we zouden verliezen, maar het is wat het is. Ik jaag me er niet meer in op. Of toch veel minder dan vroeger.”

Wat maakt jou wél nog boos?

Cockmartin: “Mensen die openlijk zeggen dat ze Greta Thunberg haten. Dat geldt vreemd genoeg voor ál mijn vrienden. Of toch iedereen met wie ik al over haar heb gesproken. Dat snap ik dus niet. Wat doet dat meisje verkeerd? Hoe kun je zo iemand nu haten? Oké, je kunt denken: ik ben geen voorstander. Of: ik heb het nu wel gehoord. Maar veel andere mensen hebben het nog altijd níét gehoord. Ik vind het enorm knap dat zij zich zo aan de goede zaak wijdt. Als zij je dochter zou zijn, kun je toch alleen maar trots zijn?”

Denk je dat je, als je zo graag de wereld verkent, later in België blijft wonen?

Cockmartin (lacht): “Grappig dat je daarover begint: mijn vriend lacht me daar altijd keihard mee uit. Volgens mij blijf ik wel in België, maar overal waar ik kom, zeg ik vroeg of laat: ‘Hier zie ik mezelf ooit wonen.’ Onlangs nog in Tel Aviv, en afgelopen zomer in New York. Ik zou me eigenlijk overal kunnen settelen. Met de familie hebben we een huisje in Mijas, aan de Costa del Sol in Spanje, en ook daar zou ik kunnen wonen. Als ik écht mag kiezen, zou ik om de zoveel jaar ergens anders wonen. Ik zie me bijvoorbeeld ook in Hawaï leven: een coconut shop openen, elke dag gaan surfen met de kinderen... (lachje)”

En Antarctica? Dat is naar verluidt je droombestemming.

Cockmartin: “Of ik daar ook zou kunnen wonen? Wie weet. Ik ben er nog nooit geweest, maar ik ben heel benieuwd. De natuur moet er prachtig zijn. Zo ongerept. Ik heb er dit weekend nog info over zitten opzoeken.”

En je was amper terug van je vorige reis!

Cockmartin: “Door Jordanië en Israël, ja. Een heel mooie reis, en de allereerste voor de familie die ik helemaal van a tot z heb georganiseerd. In Wadi Rum hebben we in een glampingtent, zo’n tent die bekend is geworden door de film ‘The Martian’, in de woestijn geslapen. Ik heb alles slechts een paar weken vóór Kerstmis geregeld, en er is echt niets fout gelopen. Mijn timing en mijn planning waren perfect, daar ben ik best trots op.”

Liekens: “Doe anders een oproep dat de mensen je altijd mogen inhuren voor hun reizen.”

Cockmartin (lacht): “Ja, iedereen mag contact met mij opnemen via Instagram.”

©Humo