Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

WHO waarschuwt: te weinig nieuwe antibiotica

WHO waarschuwt: te weinig nieuwe antibiotica
Beeld Tine Schoemaker

Farmabedrijven maken te weinig nieuwe antibiotica, zo waarschuwt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in twee nieuwe rapporten. Dat, terwijl er steeds meer bacteriën resistent zijn tegen de bestaande middelen.  

“Wat er in de klinische pijplijn zit is niet voldoende”, klinkt het in een van de twee rapporten van de WHO. Concreet: de farmaceutische industrie maakt te weinig nieuwe antibioticaproducten aan om de groeiende resistentie van bacteriën aan te pakken. In die klinische pijplijn zitten 50 nieuwe antibiotica. 

Nog volgens de WHO zouden de meeste nieuwe antibiotica in vergelijking met bestaande middelen maar weinig verschil maken. “Nooit is de dreiging van antimicrobiële resistentie acuter geweest”, waarschuwt Tedros Adhanom Ghebreyesus, de directeur-generaal van de WHO. “Er zijn initiatieven onderweg om die resistentie tegen te gaan, maar de farmaceutische industrie moet samen met de overheden meer doen om voor duurzame financiering te zorgen en om bij te dragen met innovatieve geneesmiddelen.”    

Verdienmodel

De verklaring voor deze problematiek zit hem in het verdienmodel. Als farmabedrijven nieuwe antibiotica op de markt brengen, moeten ze dokters erop wijzen dat ze die zo weinig mogelijk kunnen voorschrijven. Als de artsen niet zorgvuldig met het medicijn omspringen, dan kunnen nieuwe geneesmiddelen nog voor meer resistente bacteriën zorgen. Daardoor loopt het investeringsmechanisme vast. 

“Om onderzoek te doen naar nieuwe medicijnen hebben geneesmiddelenfabrikanten privégeld nodig”, zegt Jan De Maeseneer, emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde (UGent), die hier al eerder op wees in een opiniestuk voor deze krant. “Je moet aandeelhouders kunnen overtuigen van hun return on investment. Maar dat kunnen de bedrijven voor deze medicijnen dus niet garanderen.” 

Volgens de WHO is het nu bijzonder zorgwekkend dat er slechts twee geneesmiddelen ontwikkeld worden tegen ‘gramnegatieve bacteriën’, waarvan er een aantal nu al tegen verschillende medicijnen bestand zijn. Die bacteriën kunnen bijvoorbeeld voorkomen als een wonde van een chirurgische ingreep infecteert. 

‘Steeds minder expertise’

Op de lange termijn zouden eenvoudige chirurgische ingrepen zoals een keizersnede of het plaatsen van een nieuwe heup dus een pak moeilijker worden, zo kaartte eerder ook al Isaac Stoner aan, de CEO van Octagon Therapeutics. Hij deed dat net in een artikel waarin hij aankondigt dat zijn bedrijf ook beslist heeft om geen nieuwe antibiotica meer te ontwikkelen. 

“Farmabedrijven gaan zich meer op immuuntherapieën richten”, zegt Herman Goossens, diensthoofd klinische biologie aan het UZ Antwerpen. “Dan kan je een fantastisch product maken tegen kanker, maar zou de patiënt nog kunnen overlijden door een infectie die niet meer te behandelen is.” 

Nog een ander gevaar, volgens De Maeseneer, is dat er steeds minder expertise is. Omdat er minder investeringen zijn, kunnen er ook minder onderzoekers op deze materie werken. Hij heeft het dan ook over een “spiraal van verlies”. 

Internationale samenwerking 

In theorie kunnen we deze problemen uit de wereld helpen, door anders te gaan nadenken over hoe we de financiering van innovatieve geneesmiddelen regelen, denken de experts. “We hebben hiervoor een collectief antwoord nodig", zegt De Maeseneer. Om genoeg kapitaal samen te brengen om de ontwikkeling van nieuwe medicatie te financieren, verwijst hij naar een bestaand model dat al gebruikt wordt om vaccins te ontwikkelen. In de CEPI (Coalition for Epidemic Preparedness Innovations) werken enkele overheden – waaronder de onze – samen met de industrie en internationale donoren om gevaarlijke epidemieën tegen te gaan. 

“De CEPI brengt eigenlijk de opbrengsten uit verschillende vaccins samen in een korf”, zegt De Maeseneer. “Een malariavaccin gaat meer opbrengen dan een ebolavaccin. Maar de winst van het ene kan je dan ook gebruiken voor de financiering van het andere. De Wereldbank, de WHO en andere internationale organisaties kunnen een rol spelen om ook iets dergelijks te ontwikkelen voor antibiotica. In onze geglobaliseerde wereld stopt een lokaal probleem niet meer aan de grens.”