Direct naar artikelinhoud
Euthanasieproces

‘Waarom maak je ruzie met iemand die gaat sterven?‘: zus van Tine Nys getuigt op euthanasieproces

Sofie Nys, de zus van Tine, getuigde vandaag op het assisenproces in Gent.Beeld BELGA

‘Tine was zo bezig met het administratief geregeld krijgen van die euthanasie dat het onmogelijk was om nog toegang te krijgen tot haar. Ze zat in een tunnelvisie.’ Op het euthanasieproces in Gent getuigde zus Sofie Nys.

Sofie Nys (45) gaf begin 2011 met een klacht bij justitie aanleiding tot wat uitmondde in het nu in Gent lopende assisenproces tegen de drie artsen die op 27 april 2010 het leven van haar toen 38-jarige zus Tine beëindigden.

Sofie Nys: “We waren met vier kinderen, na mij kwamen Bram en Lotte. Als zus stond ik het dichtst bij Tine. We zijn elkaar ook vaak in de haren gevlogen. Ik hield van Prince en zij van Madonna. Wij hadden een normale zussenrelatie. Zij was als oudste tijdens haar puberteit onze wegbereider.”

Wat voorafging

Drie artsen worden beschuldigd van moord omdat ze te onachtzaam te werk zouden zijn gegaan bij het toedienen van euthanasie aan de Sint-Niklase Tine Nys (38) op 27 april 2010.

Enkele weken voor haar euthanasie, die ze voor alle duidelijkheid zelf wilde, kreeg Nys bovenop eerdere diagnoses te horen dat ze autistisch was. Volgens haar familie ging het om een amateuristisch uitgevoerde euthanasie en hadden haar artsen de mogelijkheid voor een nieuwe therapie moeten aangrijpen in plaats van haar leven te doen eindigen.

Het openbaar ministerie stelt dat de drie dokters zich schuldig maakten aan vergiftiging, waardoor ze in theorie tot levenslange opsluiting riskeren. Het is de eerste keer dat artsen zich daarvoor moeten verantwoorden sinds de inwerkingtreding van de euthanasiewet in 2002.

Lees hier meer.

‘Bestáát dat?’

Dat Tine borderline was, was volgens Sofie al van in haar jeugd duidelijk. Tine liep op haar achttiende van huis was, ondernam in 1997 een eerste zelfmoordpoging en bleef haar hele leven zoekend. “Tot ze in 2009 de man van haar leven ontmoette”, zegt Sofie cynisch. “Die man was blijkbaar van de overtuiging dat zij de vrouw van zijn leven was. Ze hadden trouwplannen, ze trok bij hem in. Zij en haar verloofde zijn naar de ouders gegaan om op een traditionele manier hun huwelijk aan te kondigen. Dan is die relatie afgesprongen. Waarom? Hij zag het plotseling niet meer zitten.”

Dat was in mei 2009. Het was een klap die Tine volgens Sofie nooit te boven zou komen.

Sofie: “Ze kon niet terug naar haar eigen gezellige appartementje, wat altijd het enige stabiele in haar leven was geweest. Halfweg januari kreeg ik telefoon van Lotte. Dat Tine euthanasie wou plegen. Dat kwam niet binnen. Ze zei ‘euthanasie’, maar ik interpreteerde ‘abortus’. Ik was in de war, want euthanasie kun je toch maar plegen als je terminaal ziek bent? Lotte heeft uitgelegd: dat kan wel als je psychisch ondraaglijk lijdt.”

“We zijn naar haar huisarts gegaan, samen met Tine. Tine was niet echt nuchter, denk ik. Ze was zeer nerveus en geïrriteerd. Haar huisarts zei vlakaf. ‘Tine, ge weet gij ook wel dat gij niet in aanmerking komt voor euthanasie.’ Wij hebben toen een sterk signaal gekregen vanuit de medische wereld, haar huisarts: ‘Dat gaat niet lukken.’ Na die telefoon van Lotte heb ik een psychiater gebeld om te vragen: bestáát dat? Die heeft toen bevestigd dat het kon.”

“Tine had ons dan gezegd dat zij recht had op waardig sterven. We wisten dat ze in de put was geraakt door de verbroken relatie, maar toen kwamen we van haar te weten dat ze drie handtekeningen nodig had. Ik wist dat het kon, maar ik kende de wet niet. Ze had één LEIF-arts, zei ze, die dat wou doen.”

‘Alsof ze een missie had’

In de rechtszaal werden een filmpje en foto’s geprojecteerd van de laatste maanden uit het leven van Tine. De drie zussen samen op het strand, enkele weken voor de dood van Tine.

Lotte, Tine en Sofie Nys, enkele weken voor Tines dood.Beeld RV

Sofie Nys: “Toen wisten we al wat Tine haar plannen waren. Wij hebben als familie meerdere pogingen ondernomen om bij haar te zijn, met haar te praten. We wisten wat haar wens was. Dat ze dood wou. We hebben geprobeerd om haar op andere gedachten te brengen. Dit is zogezegd de foto van een afscheidsweekend, georganiseerd door Tine, maar dat klopt niet. We hebben ook een uitstap gedaan naar de Hoge Venen. Dat was geen afscheidsweekend, maar een poging om haar met liefde te omringen.”

“Wij hadden een normale, grappige relatie. Er was echt een sterke band. Die laatste maanden van haar leven is dat allemaal kapot gemaakt. Tine was totaal gestresseerd. Ze was de hele tijd bezig over die derde handtekening. Er werd haar gevraagd te praten over euthanasie door psychisch lijden. Het was alsof Tine een missie had gekregen om tegenover haar omgeving te zeggen: ‘Ik ga sterven’. Dat is choquerend, iemand als Tine die voor u staat en zegt: ‘Ik ga sterven.’ Mensen begrijpen dat gewoon niet.”

“Zij heeft daar van afgezien. Ik heb haar uitgenodigd naar Brussel. Ik vond dat ze in een tunnelvisie terecht was gekomen. Ik wou haar uit haar stad halen en voor haar koken. Ze zag er verschrikkelijk uit, ze had krabwonden in haar gezicht. Alsof ze aan de drugs zat. Onze zusterrelatie is sterk aangetast door die tunnelvisie. Tine was zo bezig met het administratief geregeld krijgen van die euthanasie dat het onmogelijk was om nog toegang te krijgen tot haar. We hebben ruzie gemaakt. Waarom maak je ruzie met iemand die gaat sterven? Ik had het gevoel dat zij zich gesterkt voelde door het recht. Het was een soort onaantastbaar voorrecht.”

‘Niet genoeg stoelen’

Op 30 maart 2010 trokken Tine en haar familie nog naar psychiater Godelieve Tienpont. Hier pas kreeg Sofie het gevoel dat boven hun hoofden al was beslist dat er geen weg terug was.

Sofie Nys: “Er was geen plaats voor ‘wat gaan we hieraan doen?’ De psychiater zei: ‘Tine is uitbehandeld.’ Alsof er een muur was ontstaan tussen ons, de familie, en Tine. “Dat was mijn grote frustratie. Tine belde: ‘Ik heb een designwasmand van Alessi, wil jij die hebben?’ Ik zei: ‘Nee, ik wil u!’ Ik kon dat niet hebben, dat zij dood wou.”

“De dokter heeft de avond zelf écht aan mij gevraagd: ‘Ge gaat toch geen klacht indienen, hé?’ Terwijl Tine daar nog zat, wachtend. Ik heb niet geantwoord. Tine zei tegen mij: ‘Sofie, begin niet hé!’ Ik ben er niet verder op ingegaan. Ik wou haar niet nog meer overstuur maken, op dat moment. Er waren er niet eens genoeg stoelen. De dokter heeft niet gevraagd van: ‘Willen jullie nog iets zeggen?’ Hij maakte gewoon zijn preparaat en bracht die naald in.”

“Tine maakte nog een spastische beweging met haar arm, en mijn moeder riep: ‘Ze wil het niet!’ Het was te laat. Men vraagt nu: ‘Waarom waren jullie daarbij aanwezig?’ Maar wat in je agenda kan maken dat je ergens anders wil zijn wanneer je zus sterft?”