Amper helft van treinen rijdt echt op tijd

© Marc Herremans

Ondanks verbeterde stiptheid, reed vorig jaar nog altijd maar 53 procent van de treinen met minder dan een minuut vertraging.

Korneel Delbeke, Jef Poppelmonde

Nadat de stiptheid van het treinverkeer in België in 2018 een dieptepunt had bereikt, slaagden de spoorwegen er vorig jaar in om opnieuw uit het dal klimmen. In 2019 reden meer dan negen op de tien treinen (90,4 procent) op tijd, volgens de officiële stiptheidscijfers van de NMBS en spoorinfrastructuur­beheerder Infrabel.

Maar die officiële stiptheids­cijfers tonen niet het volledige plaatje. Volgens de NMBS en ­Infrabel rijdt een trein op tijd als hij niet meer dan 5 minuten en 59 seconden vertraging heeft. Wie alleen rekening houdt met treinen die minder dan een minuut vertraging hebben (en dus echt ‘op tijd’ rijden), krijgt een ander beeld. Want slechts iets meer dan de helft van de treinen (53,7 procent) komt zonder vertraging aan in zijn eindstation. Dat blijkt uit ongepubliceerde cijfers van Infrabel, die eind deze maand op de raad van bestuur worden voorgesteld en die De Standaard kon inkijken. In de ochtend- en avondspits is dat zelfs minder dan de helft (zie grafiek).

Toch verbeteringen

Toch is er ook bij die ‘reële’ stiptheidscijfers een duidelijke verbetering merkbaar. In 2018 reed nog minder dan de helft van de treinen zonder vertraging. Het aandeel treinen dat vorig jaar ‘echt’ op tijd reed, is zelfs iets meer gestegen dan de officiële stiptheids­cijfers. Zowel in de spits- als daluren en in het weekend tekent de trend zich af. De opvallendste verbeteringen zijn er op de lijnen Brussel-Oostende en Brussel-Kortrijk, waar de stiptheid met meer dan 5 procent steeg. Het maakt dat treinen in Gent-Sint-Pieters, het drukste station van Vlaanderen, ook vaker op tijd aankwamen (in 91 procent van de gevallen). In de grote stations had de reiziger alleen in Brugge meer kans om zijn aansluiting te halen dan in Gent-Sint-Pieters.

Infrabel benadrukt dat de ­‘reële’ stiptheidscijfers – de zo­genaamde nulmeting – alleen voor intern gebruik zijn. ‘De officiële norm is dat treinen met niet meer dan 5 minuten en 59 seconden vertraging mogen rijden’, zegt woordvoerder Thomas Baeken. ‘Dat staat ook in de beheersovereenkomst met de regering.’ Ook bij de NMBS benadrukt een woordvoerder dat er het afgelopen jaar significante vooruitgang is geboekt in de stiptheid.