Direct naar artikelinhoud
InterviewBenjamin Dalle

‘Zelfs al mocht Paul Lembrechts de beste VRT-CEO geweest zijn, dan nog had ik hem moeten ontslaan’

Vlaams Minister van Media, Jeugd en Brussel Benjamin Dalle (CD&V).Beeld Wouter Van Vooren

Om van zijn imago van koorknaap/ christendemocratische wonderboy af te geraken, moest Benjamin Dalle (CD&V) maar één ding doen: de baas van de VRT ontslaan. Dat deed hij deze week. ‘Ik heb ervan wakker gelegen.’

en

“Zeg, we gaan het toch niet enkel over de VRT hebben, zeker?” Benjamin Dalle (37) wijst er in de loop van het gesprek verschillende keren op. Niet enkel Media staat op zijn naamkaartje, hij is als Vlaams minister ook bevoegd voor Brussel en Jeugd. Voor dat eerste koestert hij de ambitie dat Vlamingen de hoofdstad even graag gaan zien als hijzelf. Over Jeugd praat hij zo mogelijk met nog meer passie. “Mijn budget voor jeugdbeleid is 53 miljoen, peanuts in het licht van de tientallen miljarden van de totale Vlaamse begroting. Maar je kan daar zoveel mee betekenen. Wij beseffen niet in Vlaanderen dat wij het strafste jeugdwerk ter wereld hebben.”

Lees nu

Het rapport dat VRT-topper Peter Claes de kop moest kosten: een vernietigend beeld

Helaas voor de minister zit de timing tegen. Maandag ontsloeg hij VRT-CEO Paul Lembrechts, woensdag mocht hij in het parlement komen uitleggen waarom hij dat deed. 

Legt u dat nog eens uit: waarom hebt u dat gedaan?

Dalle: “Ik vind het straf dat jullie me die vraag blijven stellen. Ik heb dat deze week al een keer of tien herhaald: omdat Lembrechts de geloofwaardigheid miste om het vertrouwen aan de top van de VRT te herstellen. Hij heeft op 27 november aan de raad van bestuur gevraagd om Peter Claes, een van zijn directeurs, te ontslaan. Hij is daar niet in gevolgd, omdat het dossier op basis waarvan hij dat ontslag vroeg voor de raad van bestuur te licht woog. Onze voorkeur was dat zowel Lembrechts als Claes aan boord zouden blijven van de VRT, omdat beiden erg sterke profielen zijn. We wilden dat een kans geven. Daarom is er een  bemiddelaar aangesteld, maar die heeft geconcludeerd dat er geen verzoening mogelijk was. Ik kon dus niet anders dan de knoop doorhakken.”

Misschien blijven we dat vragen omdat u de beslissing genomen hebt zonder dat iemand de nota van de bemiddelaar gelezen heeft. Uzelf incluis.

“Ik heb de situatie aan de top van de VRT van zeer nabij opgevolgd, ik ben steeds gebrieft door de voorzitter van de raad van bestuur en mijn regeringscommissaris. Ik weet dus heel goed wat er gaande was. 

“De nota van de bemiddelaar, waar ik ook mondeling over gebrieft ben, is daarbij totaal irrelevant. Die gaat in op het functioneren van individuele personen van het directiecomité. Stel nu dat er in die nota bij wijzen van spreken staat dat Paul Lembrechts de beste CEO is die de VRT ooit gekend heeft, dan nog zou ik dezelfde beslissing genomen hebben.”

U zou een CEO aan de deur zetten van wie u weet dat hij eigenlijk fantastisch werk levert?

“Absoluut. Ik heb trouwens al gezegd dat Lembrechts de voorbije jaren in het kader van de beheersovereenkomst uitstekend werk heeft geleverd. Maar een CEO die het ontslag van een van zijn directeurs vraagt, dat van zijn raad van bestuur niet krijgt en bijna anderhalve maand zijn directiecollege geparalyseerd heeft, sorry: die mist de geloofwaardigheid om de VRT te leiden.”

U vertrouwt wel heel blind op de voorzitter van de raad van bestuur. Het zou toch niet vreemd geweest zijn, mocht u gezegd hebben: ik wil dat rapport zelf wel eens zien, voordat ik iemand ontsla?

“U zou dus willen dat ik mij verdiep in de werking van een directiecollege, waar ik volgens het mediadecreet geen zeggenschap over heb? Dat ik een nota bij mij neem waar zeer persoonlijke details in staan en waarvan 124 parlementairen de volgende dag gaan eisen dat zij die ook mogen zien. Nee.

“De afgelopen weken is dat debat over personen heel fel gevoerd op het publieke forum. Ik verwijt dat niet eens de journalisten, maar ik denk dat de anonieme mensen die verantwoordelijk zijn voor dat soort informatie in kranten, zichzelf eens aan een gewetensonderzoek moeten onderwerpen. En ik daag u uit: hoe lang zou het geduurd hebben vooraleer die nota in de pers gelekt was, gesteld dat ik die ‘vertrouwelijk’ had overgemaakt aan het parlement?”

Zelfs de leden van de raad van bestuur hebben de nota van de bemiddelaar niet gezien. Dan is het toch niet vreemd dat de indruk ontstaat dat er potjes gedekt moeten blijven?

“Daar is helemaal niets van aan. Bemiddelaar Fabiaan Van Vrekhem heeft mondeling verslag uitgebracht voor het remuneratiecomité (staat raad van bestuur bij, red.). Vervolgens heeft de voorzitter Luc Van den Brande dat verhaal overgedaan in de raad van bestuur. De twee andere leden van het remuneratiecomité hebben bevestigd dat dat een correcte weergave was en daarop hebben de leden van de raad van bestuur beslist dat ze geen toelichting meer nodig hadden van Van Vrekhem zelf. 

Minister Dalle en interim-CEO van de VRT Leo Hellemans.Beeld BELGA

“Dat is totaal niet bizar. Men heeft geen enkele reden om te twijfelen aan Luc Van den Brande. Hij heeft altijd zeer integer gehandeld.”

Heb u dan niet de wenkbrauwen gefronst toen Van Vrekhem aangeduid werd door de raad van bestuur als bemiddelaar? Uitgerekend de man die Lembrechts destijds gerekruteerd heeft?

 “Dat was de autonome beslissing van de raad van bestuur. Ik geef daar geen commentaar op.”

In het parlement werd – nota bene door uw partijgenote Karin Brouwers – geïnsinueerd dat Lembrechts zelf heeft aangestuurd op zijn ontslag. U hebt dat daar niet tegengesproken.

“Ik kan dat ontkennen noch bevestigen. Ik weet niet wat in zijn hoofd omgaat, ik ken zijn beweegredenen niet.”

Hebt u hem nog gesproken?

“Ik heb hem in de loop van de afgelopen maanden verschillende keren gehoord en gezien. Een laatste keer afgelopen zondagavond.”

Om hem te zeggen dat u hem maandag zou ontslaan? 

“Klopt.”

Hoe reageerde hij daarop?

“Hij is het niet eens met de analyse van de Vlaamse regering. Maar voor de rest ga ik daar niets over zeggen. Dat zijn heel delicate, vertrouwelijke conversaties.”

Snapt u waarom er maandag gestaakt wordt bij de VRT?

“Natuurlijk snap ik de bezorgdheid. Er wordt bij de VRT als sinds 2007 bespaard, er zijn al grote inspanningen geleverd. Maar ik betreur wel dat zij twee zaken door elkaar halen. Het ontslag van Lembrechts staat volledig los van de besparingen. Die twee hebben niets, maar dan ook niets met elkaar te maken.” 

De VRT moet het de komende vijf jaar met 12 miljoen euro minder doen. Waar zou u besparen?

“De Vlaamse regering heeft een budgettair traject vastgelegd waarbij er in 2020 2,4 miljoen euro bespaard moet worden op een totale publieke dotatie van ruim 260 miljoen euro. Daarnaast heeft de VRT nog circa 200 miljoen euro private inkomsten. Dat is dus een besparing van 0,9 procent op de publieke dotatie, wat heel wat minder is dan de 6 procent in sommige andere sectoren. Het is aan de VRT om te kijken hoe ze daarmee omgaan. Het is niet aan mij om te zeggen op welke diensten er mensen niet meer moeten worden vervangen. Maar ik heb wel gezegd dat het me aangewezen lijkt ontslagen te vermijden. De mensen die daar werken verdienen stabiliteit.”

 U zei woensdag in het parlement dat u er niet zo zeker van bent dat het voltallige VRT-personeel achter Lembrechts staat, zoals de oppositie wel beweerde.

(knikt) “Ik heb gezegd dat ik dat niet heb kunnen verifiëren.”

Dat klinkt alsof u geniet van inside-informatie.

“Dat is niet zo.”

Wordt daar aan de keukentafel niet over gesproken? Uw vrouw Maïté Piessen, tot voor uw aanstelling als minister nieuwslezeres, werkt op de VRT.

(afgemeten) “Wij houden dat strikt gescheiden.”

Zij moet daar aan het koffieapparaat toch ook op aangesproken worden?

“Ik geef daarop geen commentaar. Dat is niet relevant voor mijn beleid.”

Volgens Siegfried Bracke kan u als mediaminister zo goed worden als Eric Van Rompuy, wanneer u er nu in slaagt om de juiste nieuwe CEO aan te duiden. Heeft u al iemand in uw hoofd?

“Eric Van Rompuy heeft als minister van Media wel iets meer gedaan dan enkel een nieuwe CEO benoemd. Hij heeft de omslag gemaakt van het ministerie BRT naar het moderne overheidsbedrijf VRT. 

“Er zijn wel meer mediaministers geweest die CEO’s benoemd hebben. Sommige succesvol, andere heel wat minder. De benoeming van Sandra De Preter, bijvoorbeeld, was een schitterende aanstelling. Ik hoop dat ik samen met de Vlaamse regering zo’n figuur zou kunnen vinden. Volgende week zal ik een voorstel doen om het selectieproces via een headhunter op te starten. Want u heeft gelijk, de kracht van de VRT zit niet enkel in de CEO, maar die figuur is wel zeer bepalend.”

Naar welk profiel bent u op zoek?

“Je moet een manager hebben die zeker een visie kan ontwikkelen op media. Maar ik zal volgende week een heel concreet voorstel doen aan de Vlaamse regering. (lachje) Of ik daarmee de nieuwe Eric Van Rompuy ga worden, laat ik voor rekening van Siegfried Bracke.”

De plannen van de Vlaamse regering met de VRT dragen een forse Vlaamse stempel. Dat lijkt ons niet direct uw invloed. Heeft u het daar moeilijk mee?

“Ik vind die focus op Vlaamse identiteit net heel belangrijk. Dat gaat over alles wat eigen is aan Vlaanderen. Dat gaat over Standaardnederlands, over dialecten, over de informatie die we geven, maar ook over wat aan bod komt in cultuur, sport en ontspanning.

De Vlaamse identiteit, dat is veldrijden?

“Ja! En korfbal. En de Warmste Week. Dát is Vlaamse identiteit, die solidariteit tussen Vlamingen. Al die vrijwilligers en de VRT die dat versterkt met al haar netten. Die Warmste Week is een bijzonder goed initiatief, ik hoop dat ze dat verder zetten.”

De passage over de VRT in het regeerakkoord kleurt niet alleen Vlaams, de kritiek is dat die ook een DPG-stempel draagt. Is het in dat opzicht verstandig om een van uw adviseurs net bij DPG Media, het moederbedrijf boven onder andere VTM, weg te halen? 

(boos) “Wilt u echt die weg opgaan? Schrijven over de medewerker van een minister?”

Wanneer daardoor de perceptie van partijdigheid ontstaat, is dat toch een relevante vraag?

“Ik begrijp dat niet. Zij werkt in een team dat een evenwichtig verhaal nastreeft. Is DPG Media daarin een van de belangrijke actoren? Absoluut, een superbelangrijke zelfs. Maar niemand die haar kan betrappen op standpunten die DPG zouden bevoordelen. Zij is een van de beste adviseurs mediabeleid die er rondloopt en ik heb de beste persoon gekozen om hier te komen werken. Zo heb ik trouwens heel mijn kabinet samengesteld. Ik heb de beste mensen geselecteerd, puur op competentie, niet op partijkaart. Al moeten ze natuurlijk wel sympathie hebben voor CD&V, dat spreekt voor zich. Men zou net blij moeten zijn dat dit kabinet is samengesteld uit mensen die de sector goed kennen.”

U had tot nog toe het imago van een wonderboy, een zeer braaf imago ook. Maar nu heeft u uw handen voor het eerst echt vuil moeten maken en kreeg u meteen een storm over u heen. Hoe voelt dat?

“Het is zeer dubbel. Ik ben overtuigd dat de beslissing die ik samen met de regering genomen heb, de juiste is. Maar ik heb ook gemerkt hoe moeilijk het is om dat uit te leggen. Dat er percepties ontstaan die heel moeilijk te weerleggen zijn. Als er in de media verschijnt : ‘Dalle, je leest je dossier niet’, dan weet ik dat dat niet klopt, maar probeer dat beeld dan maar eens bij te stellen.”

Bekijkt u de commentaren op sociale media?

“Wel, mijn woordvoerder heeft me deze week gezegd dat ik daarmee moet ophouden. Maar ik doe dat dus wel, ja. Al geloof ik wel dat ik ga proberen minderen.”

Heeft u goed geslapen de afgelopen week?

“Normaal gezien ben ik een erg goede slaper. Ik heb dat geleerd van Jean-Luc Dehaene, met wie ik nog gewerkt heb: neem de politiek nooit mee naar de slaapkamer. Maar ik geef toe dat ik toch enkele nachten heb gehad met minder goede slaap, ja.”

In 2010 was u voor het eerst betrokken bij de federale regeringsvorming. U tekende de zesde staatshervorming mee uit, en zat sindsdien steevast aan de onderhandelingstafel voor CD&V. Hoe kijkt u nu dan naar de federale formatie?

“Ik ben gewoon geweest om te werken in een moeilijk kader, maar wel eentje waarin de partijen tot een akkoord wilden komen. De staatshervorming was niet evident, de discussies waren zeer technisch, erg symbolisch bij wijlen en daardoor bijzonder moeilijk, maar iedereen wilde wel ergens geraken. Ook de N-VA, ook al vielen ze uiteindelijk nog af. 

“In dat stadium zitten we nu federaal nog niet. Dat is voor mij nieuw en frustrerend. Maar het is toch al goed dat onze informateurs Joachim Coens en Georges-Louis Bouchez erin geslaagd zijn om de hoofdrolspelers in gespreksmodus te krijgen.”

Nu moeten die informateurs het zelf nog eens geraken over de te volgen koers.

(lacht) “U doelt op Bouchez die terugverlangt naar het unitaire België? Dat lijkt me een uitspraak ten persoonlijken titel die wij uiteraard niet delen.

“Ik ben een Brusselaar en ben in de Vlaamse regering ook bevoegd voor Brussel. Daar heb je vandaag zo’n 87.000 werkzoekenden. In Vlaanderen geraken de vacatures daarentegen niet ingevuld. Het spreekt voor zich dat je dan geen beleid kan voeren dat identiek is voor heel het land.”

Is dat niet het zoveelste teken aan de wand dat de verdeeldheid intussen zo groot is dat we misschien effectief op de limieten van het Belgische systeem gebotst zijn?

“Men zegt dan inderdaad dat het systeem niet meer werkt. Is het complex? Zeker, en ik ben er zeker van dat we dat nog kunnen vereenvoudigen. Daarom dat wij ook voorstellen om een commissie op te richten in het Vlaams Parlement die tegen 2024 een nieuwe staatshervorming voorbereidt. Maar is die complexiteit de reden waarom het niet meer werkt, of komt dat omdat de mensen niet meer willen samenwerken? Het is aan de twee grootste partijen om hun verantwoordelijkheid te nemen. We hebben verkiezingen gehad op 26 mei en daar zijn democratische keuzes gemaakt. Het is evident dat je die respecteert. Waarom houd je anders verkiezingen? Wanneer dat er toch niet toe doet? Ik blijf erbij: wanneer men wil samenwerken, dan kan men samenwerken.”

U zegt: het ontbreekt de PS en N-VA aan staatsmanschap.

(knikt) “Ik denk dat we meer nood hebben aan mensen die vanuit het gemeenschappelijk belang willen nadenken. Het is misschien logisch dat ik dat zeg als CD&V’er, compromissen sluiten zit in ons DNA. Er is geen reden voor PS, noch voor N-VA, omdat niet te doen. Ze hebben beide al vaker coalities en dus compromissen moeten sluiten.”

Dat u zo hamert op een samenwerking tussen die twee is ook niet zonder eigen belang. Als N-VA en PS tot een compromis moeten komen, zitten jullie mooi in het midden.

“Dat is echt geen juiste analyse van wat onze positie is als christendemocratische partij. Het is niet omdat je politicologisch een centrumpartij wordt genoemd, dat je geen radicale standpunten kan innemen. Wij bevinden ons niet zomaar in het midden tussen links en rechts. Mensen die al met ons onderhandeld hebben, weten hoe zwaar dat kan zijn.”