Zo gaan de Belgische hulpdiensten te werk bij mogelijke besmetting met coronavirus
In het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis was het zaterdagochtend groot alarm toen de eerste patiënt met alle symptomen van het coronavirus werd binnengebracht. Uit testen bleek tegen de middag dat de man gewoon de griep heeft. Vals alarm dus, maar een goede test voor de hulpdiensten. Hoe gaan zij te werk in geval van mogelijke besmetting?
Wanneer een patiënt die mogelijk besmet is met het coronavirus – en dus kortademig is, koorts heeft en moet hoesten of longproblemen heeft – zich aanmeldt, wordt die zo snel mogelijk in afzondering geplaatst. Het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis, waar zaterdagochtend een mogelijke patiënt werd binnengebracht, is door de federale overheidsdienst Volksgezondheid aangeduid als behandelplaats.
Patiënten die de symptomen vertonen nemen best contact op met hun dokter vooraleer ze zich naar een ziekenhuis verplaatsen. Wie toch zelf naar het ziekenhuis gaat, doet dat liefst niet via het openbaar vervoer om eventuele verspreiding te vermijden. Wanneer een patiënt wordt overgebracht naar een ziekenhuis gebeurt dat met een ambulancedienst die is gespecialiseerd in het vervoeren van mensen met besmettelijke ziekten.
Isolatie en bescherming
“De patiënt wordt in isolatie geplaatst”, zegt viroloog Marc Van Ranst. “Dat kan in het ziekenhuis zelf zijn, maar ook bij de patiënt thuis wanneer die nog niet naar het ziekenhuis is gekomen.” In het ziekenhuis wordt de kamer van de patiënt onder lage luchtdruk geplaatst. Zo blijft de lucht – en dus ook het virus – in de kamer, zelfs wanneer de deur even opengaat.
De hulpverleners die in contact komen met de mogelijks besmette patiënt, moeten zichzelf beschermen. Ze moeten een wegwerppak aan, een speciaal mondmasker, handschoenen en een veiligheidsbril of bescherming voor hun aangezicht. Zo kunnen zo ook niet per toeval een druppeltje speeksel van de patiënt op hun lichaam krijgen en eventueel zelf besmet worden. Na elk contact met de patiënt moet de kledij worden weggegooid en moeten de handen worden ontsmet.
Staaltje voor labo
Misschien wel de belangrijkste stap: het nemen van een staaltje, dat zo snel mogelijk naar een erkend labo wordt gebracht voor verder onderzoek. Een wattenstaafje wordt diep in beide neusgaten aangebracht om cellen van de binnenkant van de neus te nemen. Met een ander wattenstaafje worden ook via de neusgaten cellen in de achterkant van de keel genomen. Beide staafjes worden in transporttube en in een afgesloten zakje gestoken en naar het labo gebracht.
“Eens we een staal hebben, testen we het op alle virussen die we kennen”, legt Van Ranst uit. “Op die manier zijn we zeker van alles: is er een besmetting met het coronavirus of niet? Zo niet, dan weten we meteen ook welke besmetting de patiënt dan wél heeft opgelopen. Anders blijven we met onzekerheden zitten.” Als de patiënt niet besmet is met het coronavirus, kan de gebruikelijke behandeling worden opgestart om – bijvoorbeeld de griep – te genezen.
Besmetting: wat nu?
Als de betrokken patiënt wel besmet is met het coronavirus, wordt de gezondheidsinspecteur, één per provincie, ingelicht. Die coördineert de zoektocht naar personen waarmee de besmette persoon contact heeft gehad, om ook hen te laten onderzoeken. Ook het medisch personeel dat de patiënten behandelt, worden regelmatig onderzocht op koorts of andere symptomen.
Besmette patiënten worden in quarantaine gehouden en verder opgevolgd, maar een behandeling voor het coronavirus is er voorlopig niet.
