Direct naar artikelinhoud
Jong talent

Niets zo hip als een handgemaakt tapijt: deze jonge talenten maakten er hun beroep van

Les Monseigneurs.Beeld Joris Casaer

Noem het de nieuwe yoga, kleien of breien. Feit is dat weven de hoogste nieuwkomer is in de wereld der artisanale trends. Deze talenten maakten er zelfs hun beroep van. 

Hoewel we in het modebeeld vooral de jaren 90 terugzien, grijpen we in onze vrije tijd naar de jaren 70. Net als toen, slaan we met z’n allen aan het weven, keramiek draaien en macramé plantenhangers knopen. Hoeveel weefgetouwen er in de jaren 80 op zolder zijn beland, willen we niet weten, maar op tweedehands­sites verkopen ze nu weer als zoete broodjes. Na breien, haken, naaien en kleien is nu ook weven helemaal hot.

De Nederlandse trendwatcher Lidewij Edelkoort zag het, zoals ­gewoonlijk, als eerste aankomen. In 2011 ­organiseerde ze de expo Talking Textiles, waarmee ze een lans brak voor alles wat gebreid, geweven, geborduurd en gehaakt was. “In de nabije toekomst zullen we een ­overweldigende revival zien van textiel in onze huizen”, verklaarde trendorakel Edelkoort toen. “We gaan er onze vloeren, muren en meubels mee bedekken, op een heel persoonlijke manier. Nu we met onze laptop overal kunnen werken, gaan we nomadischer leven. En dan wordt textiel belangrijker dan meubels, omdat je die gemakkelijker kan meenemen. Dat zie je ook bij authentieke nomadenstammen.”

Al moeten we het als Belg zo ver niet zoeken. Lang voor ons landje bestond, was onze streek al wereldvermaard om zijn geweven stoffen en wandtapijten. Rijkelui van over de hele wereld waren klant. Nog altijd prijken er Vlaamse wandtapijten in de beste musea ter wereld: van het Vaticaan tot het Prado in Madrid en The Metropolitan in New York. 

LES MONSEIGNEURS: ‘ONS WERK IS AMBACHTELIJK EN HOOGTECHNOLOGISCH’ 

LES MONSEIGNEURS: ‘ONS WERK IS AMBACHTELIJK EN HOOGTECHNOLOGISCH’ 
Beeld Joris Casaer

De Gentse grafisch ontwerper Victor Verhelst (22) en textielontwerper Thomas Renwart (24) vormen samen Les Monseigneurs.

Thomas (rechts op de foto): “Tussen kunst en textiel is er voor ons geen verschil. Wij noemen onszelf ­kunstenaars en het wandtapijt is ons canvas. Vroeger hadden wandtapijten een isolerende functie, maar we halen ze al lang niet meer in huis om de winterse kou te weren.”

Victor: “Wij leerden elkaar per toeval ­kennen op Sint Lucas (School of Arts in Gent, red.). Voor een opdracht moest ik een ­kunstenaarsboek maken, en ik koos daar Thomas voor. Sindsdien werken we samen. We studeerden zelfs af met een gezamenlijk project. En intussen werden we beste vrienden. In duo creëren is een intiem proces waarin je je kwetsbaar moet opstellen. Daarom is ons atelier zo belangrijk. Hier zijn we veilig en kunnen we ongeremd spreken.”

Thomas: “De natuur is een grote ­inspiratiebron voor ons. Ik ben een echte bloemenfreak, dol op kleur. Heel mijn ­familie is obsessief bezig met tuinen. We verwijzen niet naar de natuur om een ­ecologisch standpunt te maken. Het gaat ons om de schoonheid ervan. Ik teken veel bloemen en maak composities van gedroogde exemplaren, die Victor vervolgens vervormt. Hetzelfde geldt voor tekst, ook een heel belangrijk element in ons werk. Ik schrijf poëzie en Victor gaat er daarna typografisch mee aan de slag.

LES MONSEIGNEURS: ‘ONS WERK IS AMBACHTELIJK EN HOOGTECHNOLOGISCH’ 
Beeld Joris Casaer

“Ons werk is ambachtelijk en hoogtechnologisch tegelijk. Het weven zelf gebeurt machinaal en wordt digitaal gestuurd. Maar alle stappen daarvoor zijn handmatig, zoals het maken van de bindingstekening. Daarop zie je precies hoe de schering en inslag op elkaar gaan inwerken (door lange draden die op het weefgetouw zijn gespannen – de schering – worden daarna met een spoel draden geslagen: de inslag, red.). Dat is een ingewikkelde klus, maar we blijven graag dicht bij het vakmanschap. In onze ­beeldtaal zijn we dan weer totaal niet ­nostalgisch. Die is meer grunge. We ­inspireren ons bijvoorbeeld op de ­allereerste skatemagazines waarin nog geknipt en geplakt werkt.

“Hoewel we nog geen jaar geleden zijn afgestudeerd, kregen we al veel kansen. De BKRK Award die we begin oktober wonnen, opende veel deuren. Zo kwamen we in ­contact met linnenfabrikant Verilin die ons vroeg om met hun restgarens tapijten te maken. Zij weven nu ook onze tapijten. Ons werk was te zien in C-Mine in Genk en op de Dutch Design Week. Vorig weekend opende onze soloshow in CC Scharpoord in Knokke en in maart hebben we een expo bij BruthausGallery in Waregem. Ook het Belgische vrouwenlabel Ginger klopte bij ons aan.

“Wij zien totaal geen bezwaren om als kunstenaar te werken met commerciële bedrijven. Op voorwaarde natuurlijk dat we voldoende vrijheid krijgen. Dankzij zulke projecten werken we al sinds ons afstuderen fulltime voor Les Monseigneurs.”

lesmonseigneurs.com 

Op Instagram: @lesmonseigneurs 

KLAAS ROMMELAERE: ‘BORDUREN WERKT VERSLAVEND’

LES MONSEIGNEURS: ‘ONS WERK IS AMBACHTELIJK EN HOOGTECHNOLOGISCH’ 
Beeld Joris Casaer

Klaas Rommelaere (33) studeerde mode en liep stage bij Raf Simons, maar koos voor de vrijheid van het kunstenaarsbestaan.

Breien, borduren, weven, haken, smyrna-knopen, noem maar op. Ik gebruik elke handwerktechniek die je kan bedenken. Aanvankelijk gewoon omdat borduren een goedkope manier was om mijn eigen prints op stoffen te zetten. Maar al gauw raakte ik erdoor gefascineerd. Het laatste jaar besloot ik álles met de hand te maken. Omdat ik dat graag doe, maar ook omdat ik wil ingaan tegen het huidige tempo. Alles gaat zo snel dat de traagheid van handwerk bevrijdend is. Het brengt rust in je hoofd en dat werkt ­verslavend. Mijn lief helpt me soms borduren en hij ervaart het ook.

“Als kind was ik vooral bezig met toneel en dans. Mode sloop mijn leven pas later ­binnen. Toen ik een reportage zag over de Antwerpse modeacademie was ik meteen geboeid. Maar ik dacht ook: ik ga dat nooit kunnen. Ik kon totaal niet tekenen. Dus koos ik voor een praktischer richting: modetechnologie. Daarna volgde ik nog vier jaar mode aan het KASK in Gent en liep ik stage bij Henrik Vibskov en Raf Simons, niet toevallig twee designers die met één been in de kunst staan. Maar ik wist dat ik werk wilde maken dat vrijer en tijdlozer was dan mode.

“Mijn werk is heel autobiografisch. Ik vind dat te weinig mensen beseffen waar ze ­vandaan komen. Ze vinden alles wat ze doen nieuw en uniek. Terwijl er een hele geschiedenis aan voorafging. Daarom zijn mijn grootouders zo belangrijk voor mij. Ze leerden me enorm veel en hielpen me met mijn werk. Mijn opa was amateurkunstenaar en ik reproduceer zijn werk soms in mijn wand­tapijten. Als ode maakte ik twee tapijten over hen. Die hangen nu bij mijn oom, omdat ik het te moeilijk vond om ze te verkopen.

LES MONSEIGNEURS: ‘ONS WERK IS AMBACHTELIJK EN HOOGTECHNOLOGISCH’ 
Beeld Joris Casaer

“Alleen werken vind ik heerlijk. Zes dagen op zeven zit ik in mijn atelier, twaalf uur per dag. Maar mijn werk is zó arbeidsintensief dat ik hulp nodig heb. Daarom werk ik samen met ‘madammen’ uit Roeselare en Merksem. Ik toon hen mijn tekening, maar geef hen de vrijheid om zelf de kleur, de garens en de steek te bepalen. Zij hebben een andere esthetiek dan ik, maar dat vind ik juist goed. Met sommigen werk ik al meer dan zes jaar samen. Zonder mijn fantastische madams zou ik niet kunnen.

“Dit wordt een bijzonder jaar voor mij: in mei heb ik mijn eerste solotentoonstelling bij Galerie Zink in Waldkirchen, Duitsland. Ik ga een grote installatie maken met poppen die mijn wandtapijten dragen. In april zal mijn werk voor het eerst te zien zijn op de kunstbeurs Art Brussels. En in oktober opent er een solotentoonstelling in samenwerking met BePart en Texture in Kortrijk.

“In de zes jaar dat ik nu bezig ben, was ik soms onzeker: wordt mijn werk wel geaccepteerd als hedendaagse kunst? Zullen de mensen het begrijpen? Is het met al die kleuren niet te clownesk of knutselachtig? De shows dit jaar voelen als een bevestiging.” 

Op Instagram: @klaasrommelaere

REZA ASHTARI: ‘EEN TAPIJT IS EEN KUNSTWERK OP DE VLOER’

REZA ASHTARI: ‘EEN TAPIJT IS EEN KUNSTWERK OP DE VLOER’
Beeld Joris Casaer

Reza Ashtari (40) nam de familiezaak in Perzische tapijten over. Hij verhuisde de winkel naar het hippe antwerpse Eilandje.

Als kind speelde ik tussen de tapijten. Dat ik in de zaak zou stappen, wist ik toen al. Heel even werkte ik elders, daarna wilde ik de familietraditie voortzetten. Maar niet zonder te vernieuwen. Mijn vader ging tapijten halen in Iran en verkocht die hier in België. Ik ga verder. Zo maken we nu ook tapijten op maat, in het formaat, de kleur en het materiaal dat de klant wil. Daardoor werd de band met Iran iets minder nauw. Die tapijten zijn prachtig, maar in Iran zijn ze niet zo gericht op maatwerk. Daarvoor ga ik naar India, Pakistan, Nepal en Marokko.

“Samen met mijn vennoot Wendy Guns (links op de foto, red.), die grafisch ontwerpster is, begon ik ook met zelf ontworpen tapijten. Die Ashtari-collectie verkopen we enkel hier, al komt er veel vraag van andere winkels. Soms inviteer ik bekende designers om een tapijt te tekenen, zoals Muller Van Severen, Christian Wijnants en Tim Van Steenbergen. Sinds kort maken we ook exclusieve collecties voor (interieur)architecten. Daarnaast blijven we Perzische tapijten ­aanbieden, zoals mijn vader deed. Maar als ik nog zou werken zoals hij deed, dan was ik al failliet. Toch is zijn mening nog altijd belangrijk voor mij. Veel van mijn knowhow en contacten heb ik aan hem te danken.

REZA ASHTARI: ‘EEN TAPIJT IS EEN KUNSTWERK OP DE VLOER’
Beeld Joris Casaer

“Toen ik startte in de zaak waren er nog veel vooroordelen over tapijten: duf en duur. Gelukkig is dat imago bijgestuurd. Al denken sommigen nog steeds dat alles in onze winkel veel kost is. Terwijl je al een kelim-, berber- of vintage tapijt koopt voor minder dan 500 euro. Dat is scherp voor een handgemaakt product. Alle tapijten hier zijn handgeweven en vaak ook van handgesponnen garens. Het voordeel tegenover een machinaal tapijt is dat je het gemakkelijker kan onderhouden én dat je het kan repareren. Bovendien steun je er de lokale economie mee.

“Ruim twee jaar geleden verhuisde ik de winkel van de Belgiëlei naar het Eilandje. Een groter pand met een modernere ­uitstraling lokt ook een ander publiek. Hier presenteren we veel tapijten aan de wand, al zijn er weinigen die dat thuis doen. Een tapijt is echt een kunstwerk op de vloer.

“Hoe ik zelf woon? Mijn interieur is heel eclectisch. Er hangt veel kunst aan de muur, er staat een limoengroene Togo-zetel en natuurlijk heb ik veel tapijten. Net als ik, groeien mijn kinderen op tussen de tapijten.”

ashtaricarpets.com

Op Instagram: @ashtaricarpets