Direct naar artikelinhoud
Interview

Roberto Saviano sprak met Yuval Noah Harari: ‘Het tijdperk van Europese dominantie is ten einde’

Roberto Saviano sprak met Yuval Noah Harari: ‘Het tijdperk van Europese dominantie is ten einde’

Wereldberoemd schrijver interviewt wereldberoemd schrijver. Geef toe: qua wervende affiche kan de recente meeting of giants tussen Roberto Saviano (40), auteur van het tien miljoen keer verkochte Gomorra, en Yuval Noah Harari (43), auteur van het eveneens tien miljoen keer over de toonbank gegane Sapiens, er zijn. En dan hebt u het resulterende vraaggesprek nog niet gelezen.

Mocht u even niet hebben opgelet: Yuval Noah Harari is een Israëlisch historicus die dankzij drie absolute bestsellers (achtereenvolgens: Sapiens, Homo Deus en 21 lessen voor de 21ste eeuw) is uitgegroeid tot de grootste intellectuele rockster van deze tijd. Zeven jaar lang nu al reist Harari de wereld af om over het verleden, het heden en de toekomst van de mensheid te komen vertellen op universiteiten, Pride Parades, bedrijfsevenementen en TED Talks – op 27 januari kunt u zich aan zijn inzichten laven in de Antwerpse Lotto Arena. Tijd voor interviews maakt hij nauwelijks meer, tenzij de interviewer Roberto Saviano heet: Harari bewondert Saviano, en die bewondering is overduidelijk wederzijds. “Converseren met Harari,” schrijft de Italiaan op zijn Facebook-pagina, “is als het betreden van een nieuwe dimensie.”

Saviano: In Sapiens, het eerste boek van uw magistrale trilogie over de geschiedenis van de mensheid, beschrijft u de weinig vredevolle manier waarop onze voorouder, de homo sapiens, zich tot heerser van de wereld heeft opgewerkt: door alle andere mensapen uit te roeien.

Harari: “Vijftigduizend jaar geleden was de aarde niet bevolkt door één menselijk ras, maar door minstens zes types mensapen. In Italië woonden neanderthalers, in het Verre Oosten had je de homo erectus, in Afrika leefde onze voorouder de homo sapiens, enzovoort. Naarmate de homo sapiens zich meer heeft verspreid over de planeet, zijn alle andere soorten – en ook een groot aantal dieren – verdwenen. Alles welbeschouwd kun je de homo sapiens nog het best vergelijken met een massamoordenaar, die systematisch andere levende wezens heeft vernietigd, vooral dan die levende wezens die het meest op hem leken. Hoe meer een levend wezen op ons lijkt, hoe meer wij een gevaar voor hem vormen: dat is een constante in de geschiedenis.”

Klopt het dat de homo sapiens de andere mensaapsoorten niet alleen afslachtte, maar ook seksuele relaties met hen onderhield?

“Er bestaan meerdere bewijzen die dat aantonen, ja. Het merendeel van de hedendaagse Europeanen heeft dus wel ergens in zijn verre stamboom een neanderthaler zitten. 96 tot 98 procent van ons genetisch materiaal is terug te voeren tot de homo sapiens, 2 tot 3 procent tot de neanderthaler.”

Maar het is dus dankzij grootschalige slachtpartijen dat wij mensen tot op het punt geraakt zijn waar we ons nu bevinden. Toch schrijft u in uw boeken dat hét wezenlijke kenmerk van de mens niet zijn moordlust is, maar zijn fantasie.

“Ons vermogen om verhalen te verzinnen: dát is wat ons het meest onderscheidt van alle andere levende wezens op deze planeet. En dat vermogen heeft ertoe geleid dat we beter zijn gaan samenwerken dan eender welke andere soort. Als je kijkt naar willekeurig welk voorbeeld van menselijke samenwerking in de loop van de geschiedenis, dan zie je dat die niet noodzakelijk gebaseerd is op de waarheid, maar eerder op een significant aantal mensen van hetzelfde verzonnen verhaal overtuigen.”

Ik heb altijd gedacht dat de mens in de loop van de geschiedenis almaar intelligenter is geworden, maar uit uw boeken maak ik op dat dat helemaal niet het geval is.

“Het is zeer waarschijnlijk dat we op individueel vlak minder intelligent en bekwaam zijn dan onze prehistorische voorouders. In de oertijd moest je buitengewoon schrander zijn om eenvoudigweg te kunnen overleven, en je moest over capaciteiten beschikken die bijna niemand van ons nog heeft. Als jij me morgen in de Afrikaanse savanne zou droppen, waar ik louter op eigen kracht moest zien te overleven, zou ik het hooguit vijf dagen uitzingen. Werkelijk géén idee hoe ik me zou moeten voeden, hoe ik kleren zou moeten maken, hoe ik zelfs het meest elementaire gebruiksvoorwerp zou moeten vervaardigen. Ik ben een historicus, en ik weet hoe ik een boek moet schrijven: met het geld dat ik daarmee verdien, koop ik mijn voedsel in de supermarkt, en betaal ik anderen om dingen in mijn plaats te doen. Als individu ben ik oneindig minder handig en vindingrijk dan mijn voorouders, maar als deel van een collectief van individuen ben ik duizendmaal krachtiger. Doorheen de eeuwen hebben we geleerd om almaar efficiënter, op steeds grotere schaal en met meer en meer gesofisticeerde middelen samen te werken. Het is dát wat ons mensen zo almachtig heeft gemaakt.”

Hoe verklaart u dat Europa gedurende lange tijd militair en technologisch superieur is geweest? Zit er iets anders in onze genen dan in die van de rest van de wereldbevolking?

“Er bestaan allerlei theorieën over de oorzaak van die Europese dominantie, maar geen enkele daarvan kan echt overtuigen. Gesteld dat zo’n genetisch verschil echt zou bestaan, hoe verklaar je dan dat vóór de 14de of de 15de eeuw geen enkele belangrijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden in Europa, en dat de Europese invloed op dit moment drastisch aan het afnemen is?

“Hoe dan ook wijst alles erop dat het tijdperk van de Europese dominantie voorlopig ten einde is – vandaag zijn het de Verenigde Staten en Azië die de meeste invloed hebben. Dat Europese rijk is overigens relatief kortstondig geweest. Amper drie of vier eeuwen heeft het geduurd: niet bepaald veel in vergelijking met de duizenden jaren die we al doorlopen hebben.”

Er zijn in de loop van de geschiedenis een aantal echt grote talen geweest, zoals het Latijn, het Engels en – nu – het Mandarijns, dat door 800 miljoen mensen wordt gesproken. Toch is geen enkele van die talen dé universele taal geworden.

“De universele taal is die van de wiskunde. Of je nu in China, in Australië of in Brazilië woont: dé taal die de economie en de politiek domineert, is de mathematica. Een erfenis van het imperialistische Europa, dat die taal over de volledige aardbol heeft verspreid.”

Uit de universele taal die wiskunde heet, is een revolutie ontstaan die eigenlijk nog maar pas bezig is: de opgang van de biotechnologie en de kunstmatige intelligentie. Qua belang lijkt die revolutie me te vergelijken met de eerste agrarische revolutie, die ervoor gezorgd heeft dat de mens van een jager-verzamelaar naar een landbouwer is geëvolueerd.

“Ik vermoed dat deze revolutie zelfs een grotere evolutionaire impact zal hebben dan de eerste agrarische revolutie, omdat ze ons in staat stelt de mens zélf te veranderen. Alle voorgaande revoluties of Grote Bewegingen – de agrarische revoluties, de opkomst van het Romeinse Rijk, de verspreiding van het christendom – hebben enkel de samenleving veranderd, niet het lichaam en de geest van de mens. Deze revolutie zal dat voor het eerst wél mogelijk maken, met als gevolg dat we in de nabije toekomst met nieuwe levensvormen te maken zullen krijgen, die verder van ons afstaan dan de mensaap van ons afstaat.”

Staan we aan de wieg van een superwezen?

“De verandering van de homo sapiens zal met relatief kleine aanpassingen beginnen, bijvoorbeeld met de modificatie van ons DNA. Een ingrijpender verandering zal plaatsvinden wanneer artificiële intelligentie en biotechnologie gecombineerd worden om een cyborg te creëren, een wezen dat deels organisch, deels anorganisch is. Zoiets hebben we nooit eerder gezien in vier miljard jaar leven op aarde.”

De fictieve creaturen waarover we lazen in de sciencefictionboeken van Isaac Asimov, Ursula Le Guin en Philip K. Dick zullen spoedig in werkelijkheid bestaan?

“Zo zou je het kunnen zeggen, ja. En op individueel menselijk vlak zal het de grootste revolutie zijn die ooit heeft plaatsgevonden.

“Als je mijn hand zou afhakken en in de kamer hiernaast op tafel zou leggen, dan zal hij niet meer functioneren. Voor een cyborg is zoiets geen probleem: hij hoeft niet rechtstreeks met zijn hand verbonden te zijn om ’m toch te laten werken. Een normaal, organisch brein kan een bionische hand aansturen terwijl die hand zich desnoods aan de andere kant van de wereld bevindt. Ons brein zal daarvoor rechtstreeks aan een computer gelinkt moeten worden: eens die technologie op punt staat, zal het gangbare idee van wat een levend wezen is fundamenteel veranderen.”

Op het eerste zicht biedt het niets dan voordelen dat de mens door middel van de technologie zijn biologische beperkingen zal kunnen overwinnen. Toch schrijft u in Homo Deus dat er een gevaar om de hoek loert: hoe langer hoe meer controleert de technologie ons, in plaats van wij de technologie.

“Vandaag de dag treedt de mens in contact met zijn soortgenoten via zijn smartphone en zijn computer, en wordt een groeiend aantal wezenlijke beslissingen door die instrumenten genomen. Die evolutie zet zich door: over twintig à dertig jaar zal de technologie die in een smartphone zit, rechtstreeks in onze hersenen geïmplanteerd worden door middel van elektroden en biometrische sensoren. Die technologie zal op elk moment precies kunnen zien wat er in ons lijf en in onze hersenen gebeurt, en zal zelfs beter op de hoogte zijn van mijn verlangens en mijn gevoelens dan ikzelf. Hoe langer hoe meer zal die technologie ook in mijn plaats beslissingen nemen – ik denk dan bijvoorbeeld aan een hartaanval voorkomen, maar ook aan zakelijke of zelfs relationele beslissingen. Hoe meer we ons lot in de handen leggen van de technologie, hoe meer die technologie een wezenlijk deel van onszelf zal uitmaken.”

Waarin zit ’m dan het risico?

“Het risico bestaat dat wij mensen op een foute manier gebruik zullen maken van de bijna goddelijke macht die ons in de schoot wordt geworpen. Vergelijk het met de ecologische ramp die zich op dit moment aan het voltrekken is, en die we feitelijk over onszelf hebben afgeroepen: ook op dat vlak zou je kunnen zeggen dat we de macht die we in de loop der eeuwen over de natuur hebben weten te verwerven, fout hebben gebruikt.”

In uw jongste boek, 21 lessen voor de 21ste eeuw, betoogt u dat er in de toekomst niet enkel een onderverdeling zal zijn in sociale klassen, maar ook in biologische klassen.

“Tot hiertoe is het altijd zo geweest dat er vooral op economisch en politiek vlak grote ongelijkheden bestonden in de wereld. Concreet: één deel van de bevolking beschikte over geld en politieke macht, een ander deel over geen van beide. In de toekomst zal de economische ongelijkheid in toenemende mate leiden tot biologische ongelijkheid. Nieuwe technologieën zullen ons in staat stellen om ons lijf en ons brein krachtiger en meer performant te maken, maar omdat dat geld zal kosten, zullen het vooral de happy few zijn die ervan kunnen profiteren. Zij zullen dus hoe langer hoe meer op biologisch vlak verschillen van de rest van de bevolking. De mensheid zal zich onderverdelen in verschillende biologische kasten.”

U verstaat de kunst om grote historische ontwikkelingen in één treffend beeld te vatten. Zou u me, ter afsluiting, kunnen verblijden met een beeld dat voor u de huidige tijd samenvat?

“Mij is altijd een foto bijgebleven van de pauswijding van Benedictus XVI, in 2005: duizenden gelovigen zie je tegelijk de ogen richten op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek. Acht jaar later, bij de wijding van de huidige paus, zie je diezelfde massa mensen naar hetzelfde balkon opkijken, alleen hebben ze dit keer allemaal een smartphone in de hand. In amper acht jaar tijd is de werkelijkheid iets geworden dat we door een smartphone bekijken.”

Yuval Noah Harari komt vanavond naar de Lotto Arena

© Robinson – La Repubblica (vertaling: Noud Jansen)