Airbus heeft een principeakkoord gesloten om een omkoop- en corruptiezaak te schikken met regulators in zowel het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, en de Verenigde Staten.  De vliegtuigfabrikant moet hierdoor 3,6 miljard euro betalen aan boetes.

De overeenkomst moet nog goedgekeurd worden in rechtbanken in de drie jurisdicties. Het is de laatste fase in een onderzoek naar beschuldigingen van omkoping en corruptie dat al drie jaar loopt.

Via de minnelijke schikking kan de vliegtuigbouwer criminele aanklachten vermijden. Indien daarop schuldig bevonden, kan Airbus niet meer intekenen op openbare aanbestedingen in de VS of in Europa. Dat zou de doodsteek zijn voor Europa’s voornaamste defensie-en ruimtevaartleverancier.

Grootste financiële sanctie

De feiten die Franse en Britse autoriteiten onderzoeken dateren van tien jaar geleden. Het gaat om corruptie bij de verkoop van jetvliegtuigen. In de VS worden vermoedelijke overtredingen van exportcontroles onderzocht. 

Bij de aankondiging van het principeakkoord wou de concurrent van het Amerikaanse Boeing niets kwijt over de grootte van de schikkingen, omdat het akkoord nog moet worden goedgekeurd door de verschillende rechtbanken.

Enkele uren later kwam Airbus toch met een bedrag naar buiten: als de rechtbanken de schikking goedkeuren, zal het bedrijf daar 3,6 miljard euro voor opzijzetten. Het is een van de grootste financiële sancties ooit in de vliegtuigsector. Op 31 januari zullen de rechtbanken in de drie landen zich erover uitspreken.

Toch stijgende beurskoers

Het is misschien contra-intuïtief, maar Airbus-aandelen gingen naar omhoog bij de bekendmaking van het nieuws. Op dinsdagmiddag stond de koers 1,3 procent in het groen.

Beleggers zijn blijkbaar tevreden dat de onzekerheid omtrent de overheidscontracten hiermee weggewerkt is (al moet het principeakkoord dus nog officieel goedgekeurd worden). Hiermee wordt ook de eindfase ingezet van een van de meest levensbedreigende hoofdstukken in het 40-jarige bestaan van het bedrijf.