De federale regering draagt jaarlijks 200 miljoen euro bij aan de programma’s van het Europese ruimtevaartagentschap ESA. Die middelen vloeien vervolgens integraal terug in de vorm van contracten met bedrijven en onderzoekscentra in de deelnemende landen.

In 2001 is daarover voor België een verdeling afgesproken tussen de verschillende gewesten. Volgens die afspraken krijgt de Vlaamse economie 55 procent van de terugkerende middelen. Uit de gegevens van Crevits blijkt dat het Vlaamse aandeel in de Belgische return is gestegen van 35 procent in 2006 naar 43 procent voor de periode 2015-2019.

“Deze cijfers stemmen me optimistisch”, zegt Vande Reyde. “Hoewel het afgesproken doel van 55 procent nog steeds niet wordt bereikt. Daardoor loopt de Vlaamse economie jaarlijks ongeveer 25 miljoen euro mis. Het gebrek aan overleg hierover tussen het federale niveau en het Vlaams gewest is onaanvaardbaar.”

Er ontbreekt volgens Vande Reyde een gemeenschappelijke visie. Hij wijst erop dat in het regeerakkoord van Michel I een Interfederaal Ruimtevaartagentschap in het vooruitzicht werd gesteld. Dat is er nooit gekomen.