Kabila: blijft hij wel of blijft hij niet president? - Katrien Vanderschoot

Collega Katrien Vanderschoot kreeg wel een visum voor Congo. Wat drijft zoveel journalisten nu naar dat land? Overmorgen, 19 december, is een symbolische datum want dan loopt de tweede ambtstermijn van president Kabila af, althans volgens de oppositie. Waarom is die datum zo symbolisch?
analyse
Analyse

Katrien Vanderschoot is buitenlandverslaggever bij VRT Nieuws, gespecialiseerd in Afrika.

Op 19 december loopt de tweede ambtstermijn van Joseph Kabila af. Het is en blijft een symbooldatum, ook al hebben heel wat democratiseringsbewegingen intussen ingezien dat het politiek en praktisch onhaalbaar is om de president te doen opstappen.

Wat het straatprotest zal duidelijk maken is compleet onvoorspelbaar en dus wacht ik samen met iedereen het einde van de dag af.

Maar er is nog een symbolisch woord: de “derde ambtstermijn”. Wanneer ook de verkiezingen zullen plaatsvinden, in april 2018 of vroeger of later: Kabila mag niet meer opkomen, vinden dezelfde tegenstanders.

Waar komt dat onverzettelijke protest vandaan en hoe zinvol is het om te geloven dat de “echte” democratie zich zal voltrekken als de president wordt gedwongen om zich niet meer verkiesbaar te stellen? 

Jaren ‘90

Het protest tegen vastgeroeste regimes in Afrika is niet van vandaag. In de jaren ’90, na de Koude Oorlog, werden mensenrechten, democratisering en liberalisering een voorwaarde voor subsidies en schuldkwijtschelding . Mensenrechtenorganisaties en vakbonden trokken mee aan de kar.

Toch hebben 20 jaar later slechts enkele Afrikaanse landen de inperking van de ambtstermijn in hun grondwet geschreven. De oppositie was al bij al te zwak, het platteland werd dom gehouden en er was nog geen intellectuele generatie van globalisten ontstaan.

In landen als Kameroen of Zimbabwe of Angola, bleef de president daardoor zonder enige vorm van protest en na omstreden verkiezingen aan de macht. Meer nog, soms hielp het parlement – gedomineerd door de eenheidspartij – om de verlenging van de ambtstermijn in de grondwet te verankeren.

Alles bij elkaar hebben sinds 2000 zeker 15 Afrikaanse staatshoofden geprobeerd om hun termijn te verlengen. En zelfs als er een machtswissel kwam, was het oude wijn in nieuwe zakken. In Equatoriaal Guinée, is pas nog de zoon van dictator Obiang aangesteld als vice-president.

In Malawi en Zambia zijn de presidenten vervangen door een partijgenoot. Het aantal termijnen maakt dus eigenlijk niet veel uit.

Afrikaanse Lente

Maar nu is opnieuw een kantelmoment aangebroken. Binnen de Afrikaanse instellingen en daarbuiten vindt men het welletjes. Zo waarschuwde de Amerikaanse president Obama vorig jaar de Afrikaanse Unie: “De democratie in Afrika is in gevaar wanneer leiders weigeren op te stappen wanneer hun mandaat afloopt.”

Hier en daar zijn er pogingen gedaan om met een fluwelen revolutie potentaten aan de kant te schuiven. In Burkina Faso en Senegal, en nu recent, na verkiezingen, in Gambia. Die landen zijn interessant, want het protest heeft niet geleid tot geweld en chaos, of tot een doorschuifoperatie. Misschien zijn de dominostenen nu echt aan het rollen gegaan.

Congo?

Daarom is het belangrijk om ook in Congo te kijken naar wat zich onderhuids afspeelt, en zich niet blind te staren op het politieke spel dat op dit moment in Kinshasa wordt gespeeld.

De nationale dialoog met een klein deel van de oppositie heeft tot een kwakkel en voorspelbaar akkoord geleid: een eenheidsregering met een zwakke oppositiefiguur als premier, terwijl de president de touwtjes in handen houdt.

Populaire oppositiefiguren als Katumbi, Kamerhe en Bemba zijn buiten spel gezet, Tshisekedi probeert via de nieuwe dialoog onder impuls van de Bisschoppenconferentie nog een greep te krijgen op de feiten. Zonder succes.

Europa en de Verenigde Staten hebben hun nek uitgestoken met sancties tegen topfiguren van de ordediensten en het regime, maar ze laten toch maar het politieke spel begaan, om te vermijden dat Congo opnieuw in chaos verzeilt.

Spanning stijgt

Je voelt aan alles dat de spanning stijgt en de sfeer verzuurt. Buitenlandse en met name de Belgische media worden geweerd, zelfs het land uitgezet, zoals onze collega’s van het Journaal en van VTM. Het is gedaan met de goede oude relaties, zo lijkt het wel.

Een democratie zal van de Congolezen zelf moeten komen. Dat betekent dat inwoners de indruk hebben dat er daadwerkelijk naar hen wordt geluisterd en dat ze zelf hun burgerschap tonen.

De grote troef, de echte vernieuwing, lijkt daarom te komen van de jonge burgerbewegingen die de voorbije maanden ondanks repressie hard hebben gewerkt aan bewustzijnscampagnes, over eenvoudige zorgen als voedsel, gezondheidszorg en goed bestuur. Eerbied voor de grondwet hoort daar ook bij. Vandaar het verzet tegen die derde ambtstermijn.

Zij hebben een groot netwerk uitgebouwd via de sociale media, en hebben contact met hun voorbeelden in Burkina Faso en Senegal.

Geweld of geen geweld?

Die nieuwe politieke cultuur, staat op het spel, nu maandag en in de weken nadien. Zal de Congolese regering winnen, met krampachtige reflexen als repressie, arrestaties en een complete blokkering van het internet?

Zal er geweld uitbreken, geweld waarover niemand kan berichten? Of zal de stem van de gefrustreerde bevolking toch op een of andere manier in de buitenwereld kunnen weerklinken?

Meest gelezen