Direct naar artikelinhoud
Delphine Boël

Reconstructie: het verhaal van de koningsdochter die ‘crisis’ werd genoemd

Delphine Boël is sinds afgelopen week officieel dochter van koning Albert II.Beeld BELGA

Het was wereldnieuws dat eigenlijk geen nieuws was: Delphine Boël is het vierde kind van koning Albert II. Een halve eeuw geleden liep haar moeder de toenmalige prins tegen het lijf. Een koningsdrama in zes bedrijven.

1. Albert loopt een blauwtje

De romance tussen Albert van België en Sybille de Selys Longchamps – de moeder van Delphine Boël – laat zich het best beschrijven als een langgerekte knipperlichtrelatie, die achttien jaar zal duren. En aanvankelijk, in 1966, staat het licht op rood: Albert, toen nog prins, wordt afgewezen wanneer hij Sybille zijn liefde verklaart in een discotheek in Athene.

Tenminste, dat is hoe zij het zich herinnert: ‘Strangers in the Night’ van Frank Sinatra, een prins die zijn kans schoon ziet, de edeldame die de boot afhoudt. “Ik was nog getrouwd, hij was getrouwd, ik wilde al die herrie niet”, vertelt Sybille in 2013 aan televisiemaker Eric Goens, in een van de zeldzame interviews die ze door de jaren heen heeft gegeven. 

Op het moment dat ze met Albert het Griekse nachtleven verkende, was Sybille getrouwd met de gefortuneerde Waalse industrieel Jacques Boël. Maar het huwelijk zat dan al danig in het slop. Dat was zelfs een van de redenen waarom ze naar Athene was vertrokken, waar haar vader als ambassadeur aan de slag was: om eindelijk van haar echtgenoot verlost te zijn.

Na de afwijzing in de discotheek neemt Albert zijn biezen en vliegt terug naar België. Een halfjaar later zullen de twee elkaar opnieuw ontmoeten op een society diner in Brussel. Sybille krijgt een plekje naast de prins – geen toeval, zou later blijken, maar wel een handigheidje dat Albert had weten te regelen.

2. Het Zoniënwoud

Wie er een affaire op nahoudt, kan maar beter een plek zonder veel pottenkijkers zoeken – dat geldt wellicht dubbel voor een kroonprins. Voor Albert en Sybille was het Zoniënwoud die plek: uitgestrekt, afgezonderd, vol schuilplaatsen waar hun liefde geen getuigen moest vrezen. De twee hielden er lange wandelingen en hadden er hun eigen geheime ontmoetingsplaats.

Het Brusselse bos speelt een opvallende en geladen rol in hun romance. Twee momenten zijn tekenend. Eerst in 1967, een jaar nadat ze elkaar in Athene leerden kennen, wanneer Sybille – opnieuw volgens haar eigen herinnering – een punt zet achter de relatie. Ze was daartoe aangespoord door haar vader, die op zijn beurt een duidelijke boodschap had gekregen van koning Boudewijn. Boudewijn had lucht gekregen van de buitenechtelijke capriolen van zijn broer, en zorgde er met zijn tussenkomst voor dat Sybille Albert dumpte.

Lang heeft die breuk weliswaar niet geduurd. Sybille blijft tijdens haar wandelingen in het Zoniënwoud hun geheime liefdesnest opzoeken. “Op een dag wandelde ik opnieuw die richting uit en toen ik bij onze boom kwam, stond Albert er ook.” Het licht gaat weer op groen, en niet veel later blijkt ze ook nog eens zwanger.

We spoelen de tape negen maanden door. Sybille de Selys Longchamp ligt op een verlostafel in het Brusselse Edith Cavellziekenhuis. Boël weet van niks, behalve dan dat hij onmogelijk de vader kan zijn. Wel op de hoogte: prins Albert. Hij kan onmogelijk bij de bevalling aanwezig zijn, dus rijdt de hij zenuwachtig rondjes rond het Terkamerenbos, de enige uitloper van het Zoniënwoud die zich diep in de hoofdstad wurmt. Die dag nog zal Sybille met haar pasgeboren dochter het bos inrijden, op weg naar de vader: Albert ziet er voor het eerst zijn vierde kind, Delphine Boël.

3. De scheidingsakte

Royaltywatchers zijn ervan overtuigd dat het twee keer bijna tot een scheiding kwam tussen Albert en Paola. De tweede keer, in 1976, was alles bovendien in kannen en kruiken. Albert had zijn intenties duidelijk gemaakt aan Paola. Boudewijn en de regering hadden hun fiat gegeven – een kroonprins scheidt nu eenmaal niet wanneer hij zelf wil. Er werd een scheidingsakte opgemaakt, waarin Albert onder meer zijn recht op de troon moest afstaan. Het kon de prins niet deren: hij zette zijn handtekening onder het document.

De scheiding werd uiteindelijk afgeblazen, door Sybille. Zij wou niet de vrouw zijn die tussen Albert en zijn kinderen kwam. Maar de akte, een explosief document in de geschiedenis van de Belgische monarchie, werd niet vernietigd. Volgens Goens maakt ze deel uit van het privé-archief van Sybille de Selys Longchamp.

In dat archief zit nog meer materieel bewijs van hun relatie. Foto’s van Albert, Sybille en Delphine langs de Damse vaart of tijdens een vakantie op Corsica. Veelzeggend is ook de correspondentie tussen de twee geliefden. Volgens bronnen die de brieven ooit onder ogen kregen, geven ze de indruk van twee tieners die oprecht verliefd zijn. Lang uitgesponnen romantiek, van het soort dat niet meer lijkt voor te komen in tijden van Instagram.

4. Een half zinnetje

Delphine Boël was al een dertiger wanneer haar leven plots publiek bezit werd. Met dank aan Mario Danneels, een toen piepjonge journalist die in 1999 een biografie publiceerde van koningin Paola. Eén zinnetje, een half zinnetje zelfs, ging de geschiedenis in. “De eega’s van de drie Leopolds en van Albert I mochten dan berusten in de buitenechtelijke kinderen van hun echtgenoot, Paola weigerde zich lijdzaam neer te leggen bij de halfzus van haar kinderen.” De geest was definitief uit de fles.

Alain De Jonge, de advocaat van Delphine Boël, moet er enigszins om lachen. “Hoe men van dat zinnetje vervolgens naar Delphine is gegaan, dat is toch niet zo evident. Met die ene allusie van Mario Danneels voelde iedereen die het al wist, zich bevrijd.”

De Jonge bedoelt daarmee dat het geheim al lang op de straatstenen lag. Al in de jaren 70 drukte de Italiaanse roddelpers foto’s af van Albert en Sybille na een avondje stappen. Op de pagina ernaast: een foto van Paola en haar vier kinderen, als toonbeeld van de toegewijde en zorgzame moeder. Dat beeld mag gerust met een korrel zout genomen worden. Net als haar echtgenoot durfde de Italiaanse weleens de grenzen van de huwelijkstrouw opzoeken.

Al lang voor de onthulling van Danneels was het bestaan van Delphine gekend in de Brusselse beau monde én bij de Belgische pers. Die bleef evenwel discreet, niet het minst door toedoen van Alberts rechterhand Michel Didisheim. Als kabinetschef van de prins zorgde hij ervoor dat journalisten het niet in hun hoofd haalden om het deksel van het potje te halen.

Saillant detail: een hardnekkig gerucht zegt dat Didisheim zelf een buitenechtelijk kind was van Alberts vader, Leopold III. Het gerucht werd verspreid door Noël Vaessen, oud-adviseur van prins Laurent. Didisheim, die begin deze maand overleed, heeft weliswaar altijd ontkend dat Leopold zijn vader was.

5. Een telefoontje

Eens het geheim op straat ligt, kan Albert het amper negeren. In aanloop naar zijn kerstboodschap van 1999 praten vooraanstaande politici op hem in. Ze proberen hem te vermurwen, ze overleggen wat hij moet doen. Uiteindelijk houdt Albert het op een erkenning in bedekte termen. Een huwelijkscrisis, noemt hij het. Het doet Delphine pijn, weet Patrick Declercq, in wiens galerie de kunstwerken van Delphine Boël verkocht worden. “Welk kind wil er nu crisis genoemd worden?”

Toch worden de banden daarna niet meteen doorgeknipt. Delphine en haar moeder wonen intussen in Londen, van waar er overigens een rechtstreekse telefoonlijn loopt naar de slaapkamer van koning Albert.

In 2001 volgt uiteindelijk de definitieve breuk, per telefoon. “Je bent mijn dochter niet.” Delphine zegt hem dat hij belachelijk doet, dat iedereen ziet hoe ze de ogen van Astrid heeft. Waarop Albert helemaal woedend wordt. “Zeg nooit dat je op mijn moeder lijkt!” Het is het kantelmoment, zeggen mensen die Delphine goed kennen. Tien jaar later zal ze uiteindelijk haar fiat geven om een rechtszaak te starten, om Albert tot inkeer te brengen.

6. Het DNA

“Toen ik de procedure opstartte, dacht ik nog heel naïef: we gaan dit oplossen, er zal contact komen”, zegt advocaat Alain De Jonge. Zijn enthousiasme was van korte duur. De brief die hij stuurde aan het paleis was vijf of zes bladzijden lang, het antwoord van Alberts kabinetschef summier. “Wij bevestigen ontvangst van uw bericht, het paleis zal een advocaat aanduiden die u zal contacteren. Daar moesten we het dan mee doen.”

Meer dan acht jaar na die brief haalt Delphine Boël haar slag thuis. De koning staat juridisch schaakmat, en verspreidt zelf de resultaten van een DNA-analyse. “De wetenschappelijke conclusies geven aan dat hij de biologische vader is van mevrouw Delphine Boël.”

Het communiqué van de advocaten van koning Albert klonk bijna alsof de vorst verrast was door het resultaat. Alsof die geheime plek in het Zoniënwoud er nooit was geweest, alsof de rechtstreekse lijn van Londen naar Laken niet bestond, alsof hij nooit verliefd gedanst had op ‘Strangers in the Night’.

Patrick Declercq vat het als volgt samen: “‘Och, ik heb ooit eens een relatie gehad met iemand, en nu blijkt er ook nog een kind te zijn.’ Dat is toch niet de toon die je van een vader verwacht. Albert zegt dat hij de banden van de familie-Boël altijd gerespecteerd heeft. Maar niemand weet beter dan hij dat er nooit een familie-Boël geweest is.”