Direct naar artikelinhoud
Interview

Björn Soenens: ‘Met wat in de VS voor een pensioen moet doorgaan, zou ik nooit rondkomen’

Björn Soenens: 'Ik weet nu al dat ik ooit zal terugkeren naar België. In een stad als New York kan ik niet oud worden. Met wat in Amerika voor een pensioen moet doorgaan, zou ik nooit rondkomen.'Beeld Wouter Van Vooren

Maandag start in de Amerikaanse staat Iowa de strijd om de Democratische presidentsnominatie. Björn Soenens (51), Amerika-watcher van de VRT, weet wat gedaan, de komende tien maanden. ‘New York biedt magistrale mogelijkheden tot romantiek.’

Uiteindelijk willen we allemaal maar één ding”, zegt Björn Soenens op het einde van ons lange gesprek. “Begrepen worden. Alleen heb ik daar zelf nogal veel woorden voor nodig.”

Accurater kan hij onze tête-à-tête niet besluiten. Al is het XXL-gehalte van onze ontmoeting vooral te wijten aan de hoeveelheid vragen die ik op hem afvuur. De Amerika-correspondent van de VRT is niet vaak in het land. Nu hij in een Gents café tegenover me zit, vraag ik hem de kleren van het goed geconserveerde lijf. Hij ondergaat mijn journalistieke kruisverhoor met de lijdzaamheid van een senior boeddhist. Alleen op mijn vragen over de trending trammelant bij de VRT antwoordt hij liever niet. “De VRT is mij dierbaar. Ik wil geen olie op het vuur gooien.”

BIO * geboren in Roeselare op 25 april 1968  * studeerde vertaalkunde aan de Hogeschool Gent, volgde een master internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen * werkte als reporter voor Het journaal, Koppen en Terzake, en nadien als eindredacteur, chef nieuws en chef buitenland voor Het journaal * was van 2013 tot en met 2016 hoofdredacteur van Het journaal * is sinds 2017 VRT-correspondent in New York * woont in Brooklyn * is getrouwd met Emma Bruggeman (32) * vader van Gilles (24) en Hannah (22)

Björn Soenens wordt doorgaans aangekondigd als Amerika-watcher. Een functieomschrijving waar hij vrede mee heeft, en niet alleen omdat Amerika-rapporteur een beroerd alternatief zou zijn. “Ik ben een toeschouwer. In alles wat ik doe. Ik ben zelfs een waarnemer van mijn eigen leven. Ik heb vaak het gevoel dat ik er niet actief aan deelneem, maar het van een afstand gadesla.”

In 2020 richt hij zijn geoefende blik op de Amerikaanse presidentsverkiezingen: een spektakel waar de nieuwsprogramma’s van de VRT traditioneel nogal gulzig verslag over uitbrengen. Ik vraag hoe hij zich op het Amerikaanse verkiezingscircus voorbereidt. Als een coureur die naar de Tour de France toewerkt? Conditie en goesting kweken om op het juiste moment te kunnen pieken?

“Welnee. Ik ben al elf jaar intensief met Amerika bezig: dát is mijn voorbereiding op 2020. Dit jaar zal voor mij niet drukker zijn dan andere jaren. Het wordt zelfs een vrij overzichtelijk jaar: de piekmomenten – de voorverkiezingen, de conventies, de debatten – kan ik op voorhand netjes inplannen. Het zijn de onverwachte gebeurtenissen – een aanslag, een natuurramp – die mijn agenda potentieel kunnen overbelasten.”

Vier jaar geleden was hij een van de weinigen die de overwinning van Donald Trump zag aankomen. “Trump zal de popular vote (het totale stemmenaantal, red.) verliezen, maar het kiescollege winnen”, zei hij een paar dagen voor de verkiezingen op Radio 2. Een geval van helderziendheid dat hij toeschrijft aan zijn gewoonte om op te trekken met Joe en Olivia Average, het Amerikaanse equivalent van Jan en Mie Modaal.

“Om de stemming in Amerika te polsen, reis ik het hele land door. Ik kom onder de mensen, ik praat met hen, ik luister. Hoe kun je de kiezers begrijpen als je hen niet hoort?”

‘Mijn ‘Allemaal Amerikaan’-filmpjes vatten de toestand van het land misschien beter dan de Amerikaanse journaals. Journalistiek zou nog veel meer over het echte leven moeten gaan.’Beeld VRT

“Onlangs sprak ik een man uit Cleveland. ‘Trump heeft het begrotingstekort weggewerkt’, zei hij. ‘Toch niet’, reageerde ik. ‘De overheidsschuld is nog met drieduizend miljard dollar gestegen.’ ‘Waar haal jij je statistieken?’, vroeg hij. Ik antwoordde dat ik de officiële statistieken van de Trump-administratie gebruikte. Hij schudde het hoofd en zei: ‘Nah. Je cijfers kloppen niet. De mijne zijn beter.’

“Na zo’n gesprek weet je: het gaat niet over wat wij journalisten denken, het gaat zelfs niet over de feiten, het gaat over wat mensen gelóven. Voor een journalist volstaat het niet om te zeggen dat Trump liegt over het klimaat. Je moet ook kunnen verklaren waarom veel mensen ervan overtuigd zijn dat hij níét liegt.”

Laten we uw voorspellende gaven nog eens gebruiken: wordt Donald Trump in november opnieuw president of niet?

“Het impeachmentproces zal hem in ieder geval niet nekken. Wanneer de Senaat over zijn afzetting zal stemmen, zullen alle Republikeinen hem steunen en zal blijken dat die hele impeachment een maat voor niks is geweest. Al kan een eventuele getuigenis van John Bolton, de voormalige veiligheidsadviseur van Trump, het impeachmentproces nog altijd beïnvloeden.” (dit interview werd afgenomen voor bekend was of Bolton al of niet zou getuigen, red.)

“Wat zeker niet in het voordeel van de Democraten pleit, is dat ze maar blijven herhalen dat Trump ‘a bad guy’ is. Dat riedeltje kennen we ondertussen wel. Ze zouden beter hun éígen beleid ontwikkelen. ‘Wie zijn wij? Waarom moeten jullie op ons stemmen?’ Dát moeten ze de kiezers vertellen. Obama is in 2008 ook geen president geworden door te verklaren dat McCain een zwakkeling en Bush een asshole was. Mijn advies aan de Democraten luidt: wees méér dan Trump-tegenstanders. Versla hem met beleid.’”

De Amerikaanse kiezers hebben vier jaar geleden een gigantische middelvinger opgestoken. Hebben ze die ondertussen weer opgeborgen?

“Ik vrees van niet. Veel mensen zijn nog altijd boos op de elite. De CEO van Boeing, Dennis Muilenburg, heeft bij volle bewustzijn een onveilig vliegtuig in de lucht gehouden. En toch krijgt hij een opstappremie van 60 miljoen dollar. Uiteráárd denken de mensen dan: de big shots hebben weer goed voor zichzelf gezorgd. Men beseft te weinig dat zoiets een enorme woede creëert. En dat die woede zich vertaalt in Trump-stemmen.”

Mag ik dat laatste vreemd vinden? Als er íémand goed voor zichzelf zorgt, is het wel Donald Trump. Hij is de elite in hoogsteigen persoon.

“Klopt, maar hij is zo slim geweest om het protest tegen de economische elite om te buigen in een afkeer van vluchtelingen en migranten. ‘Ze pakken uw welvaart af. We moeten ze tegenhouden.’ Bovendien capteert hij de anti-establishment-sentimenten ook nog eens door van leer te trekken tegen de culturele elite. ‘Die journalisten zijn allemaal leugenaars, ze minachten u.’ ‘Die rechters zijn niet meer van deze wereld, ze begrijpen niks van uw leven.’ Hij gebruikt de woede van het volk om zijn persoonlijke doelstellingen te bereiken. Ontzettend opportunistisch, maar wel slim.”

U interviewde de Amerikaanse auteur Robert Kaplan. Volgens Kaplan hebben de Democraten nood aan een populist in de goeie zin van het woord: iemand die lúístert naar het volk in plaats van het bang te maken. Hebben ze die barmhartige populist ondertussen gevonden?

“Ik zie voorlopig geen enkele Democraat die de harten van de Amerikanen sneller doet slaan. Pijnlijk, want in Amerika hangt alles van af van de opkomst van de kiezers: hoe gemotiveerd zijn ze om te gaan stemmen? Obama bracht in 2008 een stuwgolf van enthousiasme teweeg. De mensen dachten: ‘We móéten naar de stembus, die man móét onze president worden.’ Zo iemand is er voorlopig niet bij de Democraten.

‘Trump-aanhangers vinden het niet zo leuk dat hun president mensen uitscheldt, maar ze waarderen wél dat hij de dingen zegt ‘zoals ze zijn'.’Beeld Wouter Van Vooren

“Vier jaar geleden kon Bernie Sanders veel Amerikanen begeesteren. Hoe langer de voorverkiezingen duurden, hoe populairder hij werd. Had de kiesstrijd nog wat langer geduurd, had hij Clinton wellicht geklopt. Misschien was Sanders voor Trump zelfs een grotere bedreiging geweest dan Clinton.”

Kan hij Trump dit jaar verslaan?

“Ik betwijfel het. Als Bernie Sanders of Elizabeth Warren de Democratische nominatie in de wacht slepen, gaan de zogenaamde centristen – kapitaalkrachtige bewoners van de suburbs die progressief zijn in hun opvattingen, maar conservatief in hun portemonnee – ofwel níét stemmen, ofwel voor Trump kiezen. Sanders wil hen 5 procent meer belastingen doen betalen. Hij zal hun stem nooit krijgen.”

Wat mogen we verwachten van Joe Biden?

“Als ex-vicepresident onder Obama is hij nog altijd populair bij zwarte kiezers. Maar tegelijkertijd symboliseert hij het verleden. En veel kiezers snakken nog altijd naar verandering. Biden heeft onlangs ook een aantal beslissingen genomen die niet echt stroken met het Democratische DNA. Zo heeft hij wetten goedgekeurd die kredietmaatschappijen toestaan om onbemiddelde mensen rentes van 25 tot 30 procent aan te rekenen. Daar heeft hij in eigen rangen kritiek op gekregen.”

Wordt Pete Buttigieg, de voormalige burgemeester van Southbend in Indiana, de verrassing van deze verkiezingen? Hij is homoseksueel, maar ook katholiek. Hij is een millennial, maar ook een ex-marinier. Hij kan in principe zowel progressieven als conservatieven achter zich scharen.

“De vraag is: kunnen de Amerikanen leven met een homoseksuele president? Veel Trump-stemmers alvast niet, vermoed ik. Maar Buttigieg is zeker een interessante man. Hij is verstandig én empathisch. Als burgemeester overwoog hij ooit een kantoor van de overheid te sluiten. Voor de diensten die dat kantoor leverde, kon je immers ook online terecht. En toch besloot hij uit menselijke overwegingen om het kantoor open te houden. Hij zei: ‘De weinige mensen die hier nog over de vloer komen, zijn digibeet: ze kúnnen helemaal niet online gaan. Ik wil die mensen niet in de steek laten.’

“Als hij dát discours op grote schaal kan overbrengen, kan hij nog ver raken.”

“Nogmaals: wie genoeg enthousiasme kan opwekken en de kiezers naar de stembus kan krijgen, kan Trump mogelijk verslaan.”

Alexandria Ocasio-Cortez, de rijzende ster bij de Democraten, is nog te jong om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Ze is 30 en om president te kunnen worden, moet je minstens 35 zijn. Haar voorlopige onverkiesbaarheid buiten beschouwing gelaten: is ze even straf als de Netflix-documentaire Knock Down the House ons wil doen geloven?

“Ze is erg getalenteerd, ja. Maar ze wordt door haar entourage op een bijna potsierlijke manier afgeschermd. Toen ze nog niet voor het Congres verkozen was, mocht ik haar eens volgen tijdens een meeting. Ik was de enige journalist die ze hadden toegelaten. En toch ben ik op een gegeven moment uit de zaal gezet omdat ik het had aangedurfd om haar tijdens de meeting een vraag te stellen. Dat vond ik op zijn zachtst gezegd vreemd. De Democraten werpen zich toch op als de grote verdedigers van de persvrijheid?”

U omschrijft de Democratische presidentskandidaten als ‘linkser dan ooit’. Heeft het centrumdenken bij de Democraten afgedaan?

“De ziekteverzekeringswet van Obama werd destijds links genoemd. Vandaag zeggen de Democratische presidentskandidaten unisono dat die wet bijlange niet ver genoeg ging. Naar Amerikaanse maatstaven zijn ze dus een stuk linkser dan Obama.

“Maar dat betekent niet dat het centrumdenken weg is. Zeker niet bij de kiezers. Trump is bij momenten zo onbeschoft dat nogal wat Amerikanen opnieuw verlangen naar een beschaafde centrumpresident. Al ben ik ervan overtuigd dat fatsoen voor de Democraten niet zal volstaan om Trump-kiezers terug te winnen. Trump-aanhangers vinden het weliswaar niet zo leuk dat hun president mensen uitscheldt – de meesten vinden dat hij het twitteren beter zou laten – maar ze waarderen wél dat hij de dingen zegt ‘zoals ze zijn’. De meeste andere politici vinden ze maar leugenaars.”

Trump verzint toch ook een alternatieve werkelijkheid?

“Zeker. Alleen zien zijn kiezers dat niet als liegen, maar als ‘het establishment tegen de schenen schoppen’. Tijdens zijn campagne beweerde Trump dat hij de steenkoolindustrie opnieuw zou doen floreren. En, zijn de mijnen ondertussen weer open? Helemaal niet. Ze brengen geen cent meer op, dus ze blijven dicht.

“Dat had Trump vier jaar geleden ook wel kunnen voorspellen. Maar hij wilde met zijn uitspraken vooral zijn respect aan de mijnwerkers betonen. Eigenlijk zei hij: ‘Ik respecteer jullie identiteit. Jullie zijn bijna dood, maar ik hou jullie symbolisch nog even in leven.’ Dat hebben de Amerikaanse mijnwerkers prima begrepen. Ze hebben nooit gedacht dat Trump de mijnen daadwerkelijk zou heropenen. Ze zijn hem vooral dankbaar om zijn blijk van waardering.”

‘Om onze nationaliteit aan te duiden, hadden we allebei ‘BEL’ geselecteerd. Maar naast de naam van mijn vrouw staat wel degelijk BELGIUM, naast de mijne BELARUS. In Amerika ben ik een Wit-Rus.’Beeld Wouter Van Vooren

Vier jaar geleden zagen sommigen in de overwinning van Trump de voorbode van een nakende apocalyps. Anderen zeiden: ‘De checks-and-balances van het Amerikaanse overheidssysteem zullen hem wel in bedwang houden.’ Aangezien de wereld niet vergaan is: hebben de optimisten gelijk gekregen?

“In zekere zin wel: de checks-and-balances wérken. De vraag is alleen: hoelang nog? Wat Trump nog altijd gevaarlijk maakt, is dat hij de instellingen ondermijnt. Van de pers tot de rechterlijke macht: geen enkele instelling is volgens hem nog te vertrouwen. En als de mensen de instellingen niet langer geloven, zijn ze klaar voor de dictatuur. Dan zeggen ze op een gegeven moment: ‘Oké grote leider, los het maar op.’ Het gevaar dat dat op een dag alsnog gaat gebeuren, mogen we niet uit het oog verliezen.”

Nog zeker tot en met de eedaflegging van de volgende Amerikaanse president in januari 2021, spreekt Björn Soenens ons toe vanuit zijn correspondentenkraaiennest in Brooklyn, New York. Maar als het aan hem ligt, blijft hij er nog veel langer. “Ik voel mij hier als een vis in het water. Ik ben als Amerika-correspondent de beste journalist die ik ooit zal kunnen zijn.”

In Blijven proberen, Obama!, zijn Amerika-boek uit 2010, schreef hij: ‘Amerika, ik hou van u. Amerika, ik haat u.’ Ik vraag wat na drie jaar New York de bovenhand heeft gekregen: de haat of de liefde.

“Geen van beide”, antwoordt hij. “Mijn bewondering voor Amerika is nog groter geworden. Maar mijn onbehagen ten opzichte van het land ook. Drie jaar geleden dacht ik nog: misschien blijf ik wel in Amerika wonen. Misschien naturaliseer ik mij wel tot Amerikaan. Die drang voel ik op dit moment niet meer. Ik zie Amerika nog altijd doodgraag. Maar tegelijk doet het me pijn om te zien hoeveel Amerikanen er verwaarloosd worden.

“Elke antropoloog of beleidsmaker zal moeten toegeven dat de welvaart in Amerika niet goed verdeeld is. De hoogopgeleide stedelingen hebben steeds meer, de mensen op het platteland steeds minder. En de Amerikaanse meritocratie – ‘als je het niet maakt, heb je dat aan jezelf te wijten’ – versterkt de ongelijkheid nog. Er is in Amerika nog altijd geen sociale zekerheid die naam waardig. Ik weet nu al dat ik ooit zal terugkeren naar België. In een stad als New York kan ik niet oud worden. Met wat in Amerika voor een pensioen moet doorgaan, zou ik nooit rondkomen.”

T.S. Eliot schreef: ‘We shall not cease from exploration, and the end of all our exploring will be to arrive where we started and know the place for the first time.’ Kijkt u met andere ogen naar België sinds u in Amerika woont?

“Ik besef beter dan ooit hoe goed we het hier hebben. Maar ik voel me niet méér Belg of Vlaming sinds ik in Amerika woon. In april verschijnt mijn nieuwe Amerika-boek: De lengte van een oceaan. Ergens langs die oceaan hoor ik thuis. Maar waar precies, dat weet ik niet.”

U woont samen met uw vrouw Emma in Clinton Hill, een wijk in het noorden van Brooklyn. Waarom niet in het aangrenzende, flitsende Williamsburg?

“Omdat ik wilde wonen in een wijk die nog níét zo hip is. In Williamsburg dragen alle mannen dezelfde baard, hetzelfde houthakkershemd en dezelfde sneakers. Clinton Hill scoort lager op de hipheidsschaal: het is er ruwer en somberder dan in Williamsburg. De wijk ligt tussen Bedford Stuyvesant, ooit de armste zwarte wijk van Amerika, en Fort Greene, de wijk waar Spike Lee (Amerikaanse filmregisseur, red.) kantoor houdt.

“Begin jaren 1990 waren er in Clinton Hill nog geregeld drive-by shootings. Nu is het een wijk voor kapitaalkrachtige, jonge gezinnen aan het worden. Dat heeft één groot nadeel: de stijgende huur- en koopprijzen jagen de zwarten stilaan helemaal weg. Gentrificatie (de opwaardering van een buurt via het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners, red.) is racisme, vermomd als kapitalisme. Maar dat neemt niet weg dat Clinton Hill alive and real is: iedereen kent elkaar, er heerst een fijn gemeenschapsgevoel.”

Nadat uw vader in 2018 was overleden, strooide u een deel van zijn as uit in een Brooklyns park. Waarom was dat belangrijk voor u?

“Omdat hij hier nog nooit geweest was. Ik heb zijn as uitgestrooid op de Fourth of July, vlak bij een grote boom waar altijd veel kinderen spelen. ‘Now you’re here’, dacht ik toen ik klaar was. Dat het stoffelijk overschot van mijn vader zich niet alleen in België maar ook in Amerika bevindt, betekent veel voor me. Ik ga nog elke week naar de plek waar ik zijn as heb uitgestrooid.”

‘Mijn ouders vonden zichzelf onbetekenend. Mijn vader zei vaak: ‘Wij stellen niet veel voor'. En elke keer dacht ik: dat zullen we nog wel eens zien.’Beeld Wouter Van Vooren

Ook uw huwelijk met Emma deed u in Amerika nog eens over. Wat heeft een Amerikaans boterbriefje dat een Belgisch niet heeft?

“Niks. Maar we leven hier, dus wilden we ook in Amerika trouwen. Dat is trouwens poepsimpel. Je gaat naar het gemeentehuis, je zegt dat je wilt trouwen en iemand snauwt: ‘Can you fill out this form, please?’ (lacht) Al is er in onze trouwakte wel een foutje geslopen. Om onze nationaliteit aan te duiden, hadden we allebei ‘BEL’ geselecteerd. Maar terwijl er naast de naam Emma Bruggeman wel degelijk Belgium staat, staat er naast de mijne Belarus. In Amerika ben ik een Wit-Rus.” (lacht)

Is verliefd zijn in Brooklyn spannender dan in Gent? Kan de romanticus die ik in u vermoed zich beter uitleven onder de bright lights van de big city?

“New York biedt magistrale mogelijkheden tot romantiek. De eerste keer dat ik hier met Emma was, zijn we samen naar het dak van de Empire State Building gegaan. Daar, op de 86ste verdieping, hebben we elkaar diep in de ogen gekeken. Zoals Tom Hanks en Meg Ryan in Sleepless in Seattle. Een prachtig moment was dat.”

In Allemaal Amerikaan, uw videorubriek op vrtnws.be, laat u gewone Amerikanen aan het woord. In hún verhalen is de romantiek vaak ver te zoeken. Veel van uw gesprekspartners hebben een behoorlijk heftig leven.

“Amerikaanse levens zijn over het algemeen niet zo middle of the road: als ze ontsporen, ontsporen ze grondig. Tegelijkertijd is de gemiddelde Amerikaan bijzonder veerkrachtig. Ik hoor vaak verhalen over mensen die in de shit zitten, maar zich daar eigenhandig weer uithijsen.”

Het verbaast me altijd hoe snel de mensen die u portretteert hun ziel blootleggen.

“Ik vraag hen wie ze zijn, waar ze vandaan komen en wat ze verwachten van het leven. En dat vertellen ze me graag. Ik denk dat de Allemaal Amerikaan-filmpjes de toestand van het land vaak beter vatten dan de Amerikaanse journaals. Journalistiek zou nog veel meer over het echte leven moeten gaan. Ook Amerikanen die nooit de geschiedenisboeken zullen halen, schrijven mee aan de geschiedenis van Amerika.”

U bent zelf van bescheiden komaf. Verklaart dat uw journalistieke voorliefde voor de gewone mens?

“Het verklaart in ieder geval waarom ik kan begrijpen dat mensen zich boos maken op de elite. Ik ben grootgebracht door ouders die zichzelf onbetekenend vonden. Mijn vader was nochtans een zelfstandige, hij had een verwarmingszaak. En hij was ook belezen, want hij verslond kranten en encyclopedieën. En toch zei hij vaak: ‘Wij stellen niet veel voor.’ Elke keer dacht ik: dat zullen we nog wel eens zien. Ik zal de Soenens zijn die uit de West-Vlaamse klei kruipt en journalist wordt.

“Ik moest en ik zou een stem hebben. Een betekenis krijgen. En dat is me ook gelukt. De mensen zien en horen wat ik maak. Ik val niet tussen de plooien.”

U bent zelfs drie jaar hoofdredacteur van Het journaal geweest. En toch zegt iets in mij dat u liever filmpjes voor Allemaal Amerikaan draait.

“O, maar ik heb ook in mijn periode als hoofdredacteur reportages over Amerika gemaakt. Kwestie van de job nog wat hectischer te maken dan hij al was. (lacht)

“Maar ik snap je punt: ik ben inderdaad meer een maker dan een manager. Als hoofdredacteur heb ik te weinig genetwerkt: ik was liever op de redactie dan op een receptie. En ik was on-Vlaams bevlogen. Ik verstopte me niet in het struikgewas, ik ging op een podium staan om mijn visie uit te dragen. Ik werd daarom een ijdeltuit genoemd. Maar ik wilde aandacht voor mijn opvattingen, niet voor mezelf.”

U pleitte als hoofdredacteur voor constructieve journalistiek, een begrip dat op de VRT-nieuwsdienst enkel nog op fluistertoon mag worden uitgesproken. Vertel nog eens wat u precies onder constructieve journalistiek verstaat.

“Toegepast op Afrika betekent constructieve journalistiek: niet alleen naar Afrika gaan om reportages te maken over de hongersnood, maar ook verslag uitbrengen over de Afrikaanse mode-industrie. Niet om van Het journaal een goednieuwsshow te maken, maar om verder te kijken dan de clichés. Om de ogen van de mensen te openen. Om hen iets bij te leren.”

Uw pleidooi voor constructieve journalistiek riep veel weerstand op. Hoe verklaart u dat?

“Mensen staan zelden open voor verandering: wie al zijn hele leven naar links gaat, vindt het lastig als hij plots naar rechts moet. Mijn oproep om aan constructieve journalistiek te doen, werd door sommigen geridiculiseerd. Als Kathleen Cools in Terzake eens wat meegaander was dan we van haar gewend waren, kreeg ík daarvan de schuld. Want ik was zogezegd degene die iedereen opdroeg om de positivo uit te hangen. Nonsens, natuurlijk: ik heb de wereld als hoofdredacteur echt niet door een roze bril bekeken. Maar ik vond wel dat we niet alléén maar deprimerende verhalen mochten brengen.

“Als de vader van Michael Brown (zwarte tiener die in 2014 in Ferguson, Missouri, werd neergeschoten door een blanke politieagent, red.) een oproep deed tot vreedzaamheid, moest ook dat verteld worden. Omdat je daardoor een vollediger beeld kreeg van de situatie in Ferguson. En omdat het bewees dat er zelfs op puinhopen van ellende altijd weer mensen opstaan die het verschil maken.”

Misschien bracht u uw betoog over constructieve journalistiek niet goed genoeg. Was u te fanatiek.

“Ik ben soms te drammerig, ja. En dat lokt tegenstand uit. Leo Hellemans (de huidige interim-CEO van de VRT, red.) heeft ooit gezegd: ‘Het drama van Björn is dat hij vaak gelijk heeft, maar zelden gelijk krijgt.’ (lacht) Maar ik kan mezelf niet veranderen: als ik ergens van overtuigd ben, steek ik dat niet weg. Dan zeg ik: ‘Mensen, dit is het plan, hier gaan we voor.’ Ik ben een voluntarist in hart en nieren.

“En ik vind oprecht dat de journalistiek steken laat vallen. Als de Democratische presidentskandidaten met elkaar gedebatteerd hebben, is de eerste vraag steevast: ‘Wie heeft er gewonnen, Björn?’ Dat vind ik zo teleurstellend. Een debat is geen wedstrijd. ‘Ging het ergens over?’, dát zou de eerste vraag moeten zijn. Tegenwoordig moet alles goed of kwaad, wit of zwart, zoet of zout zijn. Dat is nefast voor de journalistiek.”

En dan moet hij weg. Vrouw Emma wacht, net zoals de vrienden en familieleden die hem nog eens live willen zien, maar dan niet op hun tv. Daarna vertrekt hij weer sito presto naar de States, waar hij rond deze tijd de nakende Iowa-caucus voor u van commentaar zal voorzien.

Wie gaat er in Iowa winnen?, wilde ik hem nog vragen. Maar eigenlijk ken ik het antwoord al: Iowa of geen Iowa, it’s a long, long way to Washington.