Direct naar artikelinhoud
InterviewLust en liefde

‘Deze man nam de moeite om mij te zien zoals ik was’: Celine begon een relatie met een collega op school

‘Deze man nam de moeite om mij te zien zoals ik was’: Celine begon een relatie met een collega op school
Beeld thinkstock

Celine (58) was gelukkig met haar man en twee kinderen. Dácht ze. Tot ze die wiskundeleraar ontmoette. Die had dan wel een buikje en lelijke schoenen, maar hij luisterde naar haar, wilde haar doorgronden. En toen was er geen houden meer aan.

En ineens hadden we een samengesteld gezin. Hij bracht drie dochters in en ik een dochter en een zoon, vijf kinderen tussen de acht en vijftien jaar oud. We hadden natuurlijk elk na onze scheiding, na jaren van geheimen, van ongeloof over onze liefde die zich, zo leek het, zomaar aan ons opgedrongen had alsof we geen keuze hadden, een eigen huis kunnen nemen. Maar op een of andere manier paste dat niet bij de manier waarop we onze partners verlaten hadden. Die was tamelijk bruusk geweest.

“We waren collega’s. Ik herinner me hoe ik in 2004 aan hem werd voorgesteld als de ­wiskundeleraar met wie ik een schoolkamp moest organiseren. Op dat moment zag ik alleen een lange man met een geruite bloes, een beige broek, loafers en een buik die over een leren riem puilde. Pas een jaar later zag ik werkelijk wie hij was. Hij stond voor een groepje ­studenten en ik merkte op hoe hij elk van hen individueel leek te willen begrijpen. Hij stelde vragen, liet zich niet afschepen met ­ontwijkende antwoorden en vroeg door, ­verdiepte zich in de jongeren, precies zoals hij later met mij zou doen.

“Onze liefde was onvermijdelijk. We raakten in gesprek, vertelden elkaar hoe gelukkig we waren met onze gezinnen en hoeveel we ­hielden van onze man en vrouw. Ik was dol op mijn filosofisch geaarde intellectueel die zich met zijn leren jas wel wist te kleden. Met behulp van veel medisch vernuft hadden we twee ­kinderen gekregen, iets wat zowel een druk legde op onze verhouding als ons verbond. Maar veel vragen stelde mijn man niet, hij nam me zoals ik was en zei: ik heb genoeg aan jou en mijn boeken, en ik vond dat lief. Ziels­gelukkig was ik met hem. Of laat ik zeggen, gelukkig, tot ik deze leraar wiskunde beter leerde kennen.

“Ineens floepte ik eruit tijdens een ­meerdaagse schoolreis: weet je wel hoe leuk je bent, en ik schrok van mijn eigen woorden die, nu ze open en bloot tussen ons in lagen, wel een ­vervolg moesten krijgen, welk dan ook. En niet lang daarna klopte hij in de nacht op mijn deur. Ik zag hem staan in zijn slaapzak, hij zei: ‘Mevrouw van B., ik heb het koud’.

“Heel lang ben ik onze geheime ontmoetingen als incidenten zonder toekomst blijven zien. In het begin leidden ze overigens zelden tot seks, maar ze waren des te intiemer door de aard van onze gesprekken, waarbij ik leerde dat ik alles gewoon kon zeggen. Ik durfde me geen voorstelling te maken van de consequenties, want dan zou ik niet alleen mijn man, maar ook mijn kinderen pijn moeten doen. Maar er was geen houden aan. Op mijn 43ste had ik een man had ontmoet die me verleid had mijn grimas af te leggen, die de moeite had genomen om mij te zien hoe ik was, en de keuze was niet: hij of mijn man, maar: met hem verder, of alleen.

“In lokaal 301 heb ik hem uiteindelijk mijn liefde verklaard, op een dag na de kerstvakantie waarvan we allebei hoopten dat die lang genoeg zou zijn om elkaar te vergeten. De school was leeg, de leerlingen waren naar huis, hij zat op een tafel, zijn geruite armen over elkaar, zijn beige benen gekruist, en die lelijke schoenen die me in de loop der maanden intens dierbaar waren geworden bungelden aan zijn voeten. Ik liep langs en wist ineens heel zeker, het is ­helemaal niet voorbij, nooit. Ik liep naar binnen en zei: ik ben zo krankzinnig verliefd op je.

“Toen ik thuiskwam, zei mijn man ­ruimhartig: zoek het maar uit. Met zijn ­toestemming gingen de docent, mijn grote, grote liefde, en ik uiteten en we maakten het schuldbewust uit, om een uur later naar het dichtstbijzijnde hotel te rennen en elkaar nooit meer los te laten.

“Dus, ja, daar zaten we ineens met vijf ­kinderen. Vijf dagen met en vier dagen zonder. Ook wat dit betreft had ik geen keuze, want als je dan eindelijk de man van je leven ontmoet, ga je niet in je eentje in een appartementje wonen. Al was het niet makkelijk. Zijn kinderen aten witte boterhammen met hagelslag, die van mij bruine boterhammen met kaas, om de cultuurverschillen maar eens met een enkel beeld samen te vatten. Zijn kinderen leefden volgens andere regels dan de mijne, maar het lastigst vond ik dat ik mijn aandacht moest verdelen. Ik had niet langer één dochter die leuke onderbroekjes wilde, ik had er ineens vier. Hoe kon ik mijn eigen dochter de unieke ­aandacht geven die ze verdiende, zonder zijn kinderen tekort te doen? Hetzelfde gold ook voor mijn zoon.

“Het had allemaal vreselijk mis kunnen gaan, maar dat onze prille liefde in deze heksenketel overleefde, heeft toch te maken met, hoe suf het ook klinkt, eindeloos praten. Als de kinderen op vrijdagmiddag kwamen, gingen we altijd met zijn allen iets drinken en bespraken de week. En op de dag dat ze weer vertrokken, deden we hetzelfde met zijn tweeën, en we spaarden elkaars kinderen niet.

“Nu, vijftien jaar later, zijn alle kinderen volwassen en beschouwen ze elkaar als broers en zussen, ze logeren bij elkaar. Soms plagen zijn dochters me met die oude behoefte om alles te bespreken. ‘En, hoe voel jij je hierbij? Goed? Kunnen we dan nu verder?’ Maar laatst zei er een: ‘Dit was de beste scheiding ever’. En zo is het. Mijn ex-man vond binnen een paar ­maanden een nieuwe vriendin, en wij, wij zijn na al die jaren nog steeds intens verliefd.”