Direct naar artikelinhoud
Vraag van de week

Wat helpt écht tegen een koortsblaas?

Wat helpt écht tegen een koortsblaas?
Beeld Daantje Bons

Oma’s weten wel raad met een koortslip. IJsblokjes erop, likje honing, tandpasta, azijn, schijfjes knoflook of elke dag een boterham met appelstroop eten. Anderen zweren bij antivirale crèmes of pillen met lysine. De veelheid aan mogelijkheden doet het ergste vermoeden: niets helpt écht. Klopt dat?

Voordat hij ‘ja’ of ‘nee’ zegt, wil Louis Kroes, hoogleraar klinische virologie, eerst uitleggen wat een koortslip precies is. “Het gaat om een virus dat de onhebbelijke eigenschap heeft zich terug te trekken in een zenuwknoop waar het immuunsysteem niet goed bij kan. Daar wacht het zijn kans af om aan de oppervlakte te komen. Het risico op een uitbraak is het grootst als de gastheer of gastvrouw ziek wordt, in spanning zit, voor een examen bijvoorbeeld, of lang in de zon heeft gelegen. Met een beetje pech reist het virus dan naar het eind van de zenuw in de huid om daar naar buiten te komen in de vorm van een zweertje.”

Die lange uitleg is nodig om te laten zien dat het kwaad allang is geschied als het virus eenmaal de lip heeft bereikt. “Het virus rem je er niet meer mee af. Eigenlijk is alles wat je erop smeert mosterd na de maaltijd”, zegt Kroes. “Hooguit kun je de schade aan de huid mogelijk wat beperken met verzachtende crèmes of zalfjes die de blaasjes uitdrogen.”

Kroes weet zich gesteund door een kritisch overzicht van bestaande studies naar de effectiviteit van middeltjes tegen het herpes-­simplex­virus type 1, dat de koortsblaas veroorzaakt. Niets helpt echt, blijkt uit dat onderzoek van het Amerikaanse Cochcrane Institute in 2016. Ook antivirale crèmes, zoals Zovirax, werken niet. Want de virusremmende ingrediënten komen te laat als de lipblaasjes er eenmaal zitten.

Het voedingssupplement lysine werkt evenmin. “Wonderen zijn erg schaars”, verzucht Kroes. “En dit is er ook al geen.” Waarom het aminozuur lysine – via het verhogen van de weerstand – soelaas zou kunnen bieden bij een koortsblaas is hem een raadsel. “Lysine komt voor in alle eiwitten. Ik kan mij niet voorstellen dat je daar te weinig van binnenkrijgt.”

Sowieso is het op peil houden van de weerstand geen garantie dat de koorts­lip wegblijft. Kroes: “Het gaat niet zozeer om een goede afweer in het algemeen, maar om een goede afweer tegen het herpes-­simplex­virus.”

Virtueel besmet

Voor de enkeling bij wie een koorts­lip tot heel ernstige klachten leidt, kan de dokter een kuur voorschrijven met antivirale tabletten als Valaciclovir of Aci­clo­vir. “Meestal is dat bij een koortslip niet nodig. Maar de genitale variant, herpes-­simplex­virus type 2, leidt wel vaker tot zulke kwellende klachten dat je het virus een tijd wilt stopzetten.”

Wie eenmaal met het herpesvirus is besmet, raakt het nooit meer kwijt. Het overgrote deel van de mensen is ‘virtueel’ besmet. Ze dragen het virus bij zich zonder er ooit last van te hebben. Bij de pechvogels die wel zo nu en dan een uitbraak krijgen, geldt dat het virus vaak geactiveerd wordt door koorts, zonlicht, menstruatie en stress.

Ten overvloede: het virus zoekt zich via een koortslip een weg naar buiten in de hoop nieuwe slachtoffers te maken. Het vocht uit de blaasjes is heel besmettelijk. En niet alleen overdraagbaar naar andere mensen, maar ook naar andere delen van het lichaam zoals de ogen. Voorkomen is – ook in dit geval – dus beter dan genezen.

Een kleine troost: met het klimmen der jaren wordt het koortslip­virus minder krachtig. De uitbraken nemen af in aantal en ernst.