Direct naar artikelinhoud
Belastingen

In kaart: zoveel belastingen betaalt u in uw gemeente

Archiefbeeld.PICTURE NOT INCLUDED IN THE CONTRACT. ! Only BELGIUM !Beeld Photo News

In zestien procent van de Vlaamse gemeenten, 47 van de 300 in totaal, betaal je dit jaar als inwoner een ander lokaal belastingtarief dan vorig jaar. Eén op de tien gemeenten verhoogt de belastingen, berekende de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten VVSG. Ontdek hier of en hoe de lokale belastingen wijzigen in jouw gemeente. Onderaan dit artikel kan je ook zoeken op jouw gemeente in de tabel.

Als inwoner van een Vlaamse gemeente betaal je niet alleen een inkomstenbelasting aan de federale overheid of je autobelasting aan de Vlaamse, ook je gemeentebestuur doet zijn duit in het zakje met lokale belastingen. Elke gemeente mag dat tarief zelf bepalen en kan bijvoorbeeld ook spelen met de prijs van huisvuilzakken, maar over het algemeen hebben gemeenten twee grote inkomstenbronnen: de aanvullende personenbelasting (APB) en de opcentiemen op de roerende voorheffing (OOV) die je enkel betaalt als je een huis of ander eigendom bezit.

De aanvullende personenbelasting is een percentage op de inkomstenbelasting die je elk jaar betaalt. Is de APB 8 procent, dan betaal je voor elke 100 euro die de federale overheid aan belastingen int, aan de gemeente dus nog eens 8 euro erbovenop.

De opcentiemen worden berekend op basis van de onroerende voorheffing die je aan de Vlaamse overheid betaalt voor je eigendom. Aan een tarief van 1.000 opcentiemen moet je voor elke euro onroerende voorheffing tien euro bijbetalen aan de gemeente. Het grootste verschil tussen beide systemen is dat aan de opcentiemen ook de bedrijven mee betalen.

Beide belastingen zijn goed voor ongeveer 40 procent van de inkomens van een gemeente. De gemeente mag het tarief van beide belastingen elk jaar verhogen of verlagen. In het lokale verkiezingsjaar 2018 bleef het tarief in de meeste gemeenten hetzelfde of daalde er zelfs een van de twee of allebei, en ook vorig jaar waren er weinig verhogingen. 

Belastingverhoging

Dit jaar wijzigen wel wat meer gemeenten hun tarieven: één op de tien gemeenten verhoogt de belastingen, zo blijkt. Het is duidelijk dat gemeenten meegaan in de federale tax-shift en arbeid minder belasten: ondanks de negatieve gevolgen van de federale tax-shift op de gemeentebudgetten laten slechts negen gemeenten het APB-tarief stijgen. 18 gemeenten laten het APB-tarief dalen, vaak gecombineerd met een stijging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. 

Het gemiddelde APB-tarief komt zo op 7,2 en is de laatste jaren amper veranderd. Drie Vlaamse gemeenten, de drie kustgemeenten De Panne, Knokke-Heist en Koksijde, heffen geen aanvullende personenbelasting, terwijl het hoogste APB-tarief vandaag nog steeds 9 procent bedraagt en geldt in één gemeente: Mesen. Grootste daling is voor Zulte (van 7 naar 5,9 procent), grootste stijging voor Oud-Turnhout (van 6 naar 7 procent).

Als een gemeente de belastingen optrekt, zijn het in de meeste gevallen de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dat gebeurt in 39 gemeenten of 13 procent van het totaal. Maar twee gemeenten laten de OOV dalen. Het gemiddelde OOV-tarief komt zo op 897 opcentiemen, tegenover 880 in 2019. De laagste OOV bedraagt vandaag 472 opcentiemen (Zaventem en Sint-Martens-Latem), de hoogste 1.550 opcentiemen (Niel, dat meteen ook de grootste stijger is).

Dat de tarieven in 2020 meestal op hetzelfde niveau blijven als in 2019, heeft volgens de VVSG voor een stuk te maken met de extra middelen die Vlaanderen vrijmaakt voor de lokale besturen.