Nieuwe Mini moet wachten op brexit-duidelijkheid

De Duitse autobouwer BMW heeft beslist om de ontwikkeling van de volgende generatie modellen van dochtermerk Mini uit te stellen door de onzekerheid over tarieven in het post-brexit-tijdperk.

Enerzijds moet de maatregel BMW helpen kosten te besparen, maar daarnaast is er ook de onzekerheid over de toekomstige handelsrelaties tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie.

Die problematiek zorgt er immers voor dat beslissingen over investeringen op langere termijn met grotere risico’s gepaard gaan.

Investeringen

BMW nam de Britse autobouwer Mini een kwarteeuw geleden over van de Rover Group. Sindsdien bracht BMW drie generaties modellen op de markt. Elk model kreeg daarbij een levenscyclus van ongeveer zes jaar. ‘De levenscyclus van het jongste platform is verlengd,’ bevestigde Maximilian Schöberl, woordvoerder van BMW, tegenover het persbureau Reuters. ‘Dat heeft te maken met kostenbesparingen en de brexit.’

De autofabrikanten staan onder grotere druk om financiële middelen vrij te maken. Dat moet investeringen in de volgende generatie klimaatvriendelijke, geconnecteerde en autonome modellen mogelijk maken.

Tegelijkertijd dwingen de strengere emissieregels de constructeurs tot dure aanpassingen aan hun bestaande designs. Dat geldt vooral voor wagens die op het stedelijk vervoer zijn gericht. Op die manier hebben onder meer Opel en Vauxhall al moeten beslissen om de bouw van hun minicars Adam en Karl te stoppen.

Mini registreerde vorig jaar een productie van 346.639 wagens. Dat betekende een achteruitgang met 4,1 procent tegenover het jaar voordien. In december was er zelfs sprake van een terugval met 18 procent. In maart kondigde BMW aan over een periode van twee jaar 12 miljard euro kostenbesparingen en efficiëntiewinsten te willen nastreven. Daarom moesten onder meer de ontwikkelingskosten omlaag worden gebracht.

‘Nieuwe autoplatformen kosten meer dan 1 miljard euro aan onderzoek en ontwikkeling,’ verduidelijkt autoconsulent Jürgen Pieper. ‘Gemiddeld heeft een dergelijk platform een levenscyclus van ongeveer zes jaar. Om die reden willen de autofabrikanten zoveel mogelijk componenten naar volgende generatie overdragen.’

Nederland

De Mini wordt momenteel gebouwd in het Engelse Oxford en het Nederlandse Born. Voor de bouw van een volgende generatie zou in beide fabrieken moeten worden geïnvesteerd. ‘BMW zal echter geen grootschalige investeringen doen totdat meer zekerheid is geboden over de uitkomst van de onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie over een handelsovereenkomst,’ aldus Reuters.

Oliver Zipse, chief executive van BMW, gaf vorig jaar al aan dat bijkomende heffingen Mini zouden kunnen dwingen om een groter deel van de productie naar Nederland over te hevelen.

BMW produceerde twee jaar geleden in Nederland 211.660 wagens. Dat betekende een stijging van 39 procent tegenover het jaar voordien. In Born worden zowel modellen van BMW als Mini gebouwd. In Oxford haalde de productie datzelfde jaar een niveau van 234.501 eenheden.

Meer