Direct naar artikelinhoud
InterviewCoronavirus

In de Brusselse corona-quarantaine: ‘Geen fysiek contact met buitenstaanders’

Leen Vervaeke, correspondente in spookstad Wuhan.Beeld rv

Tien dagen lang keek De Morgen-correspondente Leen Vervaeke het coronavirus recht in de ogen, maar zondag wisselde ze spookstad Wuhan in voor het militair ziekenhuis van Neder-Over-Heembeek. ‘België is voor mij de snelste weg naar Peking.’

Update: zeker één van de gerepatrieerde Belgen uit Wuhan testte positief op het virus. Dit interview vond plaats voor dat nieuws bekend was.

We zijn amper drie minuten ver in ons gesprek wanneer er op de deur van de ziekenhuiskamer in Neder-Over-Heembeek wordt geklopt. “We krijgen drie keer per dag een temperatuurcontrole”, legt Vervaeke nadien uit. Ze hoort bij de negen – geen twaalf – Belgen en hun Chinese familieleden die zondag uit Wuhan geëvacueerd werden vanwege het coronavirus, maar wellicht is ze de enige die het hoge besmettingsrisico bewust opzocht. Van die keuze als correspondente is ze nog steeds rotsvast overtuigd. “Ik kon verhalen vertellen die ik vanuit Peking, mijn uitvalsbasis, nooit had kunnen zien of horen.”

Nu wachten er wel twee weken in ‘quarantaine’. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“We bevinden ons nu in fase 1: de individuele quarantaine, waarbij niemand de ziekenhuiskamer mag verlaten. Dat zal duren tot de eerste resultaten binnen zijn van de test die deze ochtend is afgenomen, een staaltje van neus en keel. Bij een negatief resultaat, geen besmetting dus, mag je naar fase 2. Dat betekent dat je ook de gang en een gemeenschappelijke ontspanningsruimte, met onder meer een hometrainer, mag betreden. Wel nog steeds met een mondkapje, maar dat vergroot toch al de bewegingsruimte.”

Is er enig zicht op bezoek van familie?

“Het principe blijft geen contact met buitenstaanders, en er is hier geen glazen wand zoals in de gevangenis. Tegenwoordig heb je natuurlijk genoeg apps waarmee je kan videobellen. We kunnen nu eenmaal geen virussen doorgeven via onze schermen.”

‘Bij de douane loop je een rampenfilm binnen’, las uw verslag over de laatste horde in de luchthaven van Wuhan. Versterkt dat het gevoel dat jullie ‘ontsnapt’ zijn?

“Die referentie  sloeg eerder op het beeld: alle medewerkers van de douane zaten in witte pakken met een plastic masker voor hun gezicht, terwijl wij aanschoven met een medische fiche rond onze nek. Dat had wel iets van een postapocalyptische film waarbij de laatste mensen de aardbol verlaten. Maar de sfeer onder de betrokkenen was eerder berustend. De meesten konden het risico op besmetting zeer goed relativeren, veel beter eigenlijk dan mensen die er duizenden kilometers van verwijderd zitten. Die zagen enkel stijgende cijfers en alarmerende beelden.”

“Vergeet niet dat de mensen in Wuhan op dit moment amper buitenkomen en grote voorraden eten hebben ingeslagen. Bovendien toont het coronavirus zich dan wel zeer besmettelijk, op dit moment wijst alles erop dat de sterftegraad meevalt. Vooral oudere mensen, die vaak al ziek zijn, sterven.”

“De meeste mensen zijn vooral vertrokken omdat er geen enkel zicht was op hoelang die quarantainesituatie in Wuhan zou blijven duren. Als er zich dan één kans aandient om te vertrekken, grijpen mensen die. Mocht er volgende week nog een zekere vlucht geweest zijn, dan waren velen gebleven. Al was het bij sommigen de werkgever die de knoop doorhakte, of een ongeruste familie die doorduwde.”

In Wuhan zitten 11 miljoen mensen in quarantaine, de totale populatie van België. Hoe heeft u die stad zien veranderen?

“In het begin was de lockdown nog maar net ingegaan en kon je nog redelijk makkelijk een taxi vinden. Op dag drie waren niet alleen de mensen verdwenen, maar was ook het autoverkeer stilgelegd. Wuhan werd toen een complete spookstad. Naar het einde toe kwamen er wel weer een handvol mensen op straat omdat ze door hun voedselvoorraad heen waren. Ze waren vaak heel zwaar uitgedost:  mondkapjes, beschermingspak en bril.”

“Vooral interessant was hoe de overheid die lockdown steeds op een lager en strikter niveau bracht. Eerst de hele stad afgrendelen, dan de stadsdelen en de laatste dagen zelfs de wijken zoals die in China bestaan: complexen met pakweg tien appartementsgebouwen, met een poort en een portier.”

Geen evidentie om als correspondente verhalen te gaan rapen.

“De grootte van Wuhan is ongeveer een vierde van België, dus het is geen stad waar je eventjes van de ene naar de andere kant loopt. Ik had gelukkig contact met de taxichauffeur van de eerste dag, die een soort doorgangspas had om medicijnen en boodschappen rond te brengen.”

Vertrok u uit Wuhan vanuit journalistieke overwegingen? De term ‘pandemie’ wordt intussen in de mond genomen.

“Ik had niet het gevoel dat ik al helemaal uitverteld was in Wuhan, maar het net sloot zich snel en als China-correspondent wil je de verspreiding in het hele land op de voet kunnen volgen. Rechtstreeks naar Peking gaan kon niet, of toch niet op een veilige manier. Voor mij is de omweg langs België dus de snelste weg naar Peking.”

In De Morgen getuigden Belgische Chinezen over het wantrouwen dat ze ervaren. Vooroordelen, zoals gebrekkige hygiëne, lijken hen parten te spelen. Hoe hebt u dat ervaren?

“Met zulke veralgemeningen moet je opletten. De afgelopen veertig jaar is China in een sneltempo veranderd. Een ouder deel van de bevolking, vaak afkomstig van het platteland, durft inderdaad weleens de neus op straat legen of rochelen, wat uiteraard niet bevorderlijk is voor de hygiëne. Maar jongere Chinezen zouden dat nooit doen. Dat beeld van de ‘gemiddelde’ Chinees klopt dus zeker niet. Dat mensen er een stuk dichter bij elkaar leven, speelt wellicht een grotere rol.”