Nederlands leren is bon ton in Brussel

© fvv

Meer dan 10.000 mensen hebben zich vorig jaar ingeschreven voor een taalcursus Nederlands bij het Huis van het Nederlands in Brussel. Eén op de drie heeft Frans als moedertaal, daarna volgt Arabisch (20 procent). Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Annabel Tavernier (N-VA) opvroeg bij Vlaams minister Bart Somers (Open VLD).

mju

Het Huis van het Nederlands is in Brussel het centrale punt voor wie de taal wil leren, verbeteren en gebruiken. In 2015 telde het zo’n 16.000 bezoekers, vorig jaar waren dat er zo’n 2.000 meer. ‘Het belang dat aan het Nederlands wordt gehecht, is merkbaar toegenomen’, zegt directeur ad interim Maarten Mommaerts.

Tavernier is tevreden dat de cursussen populair zijn bij Franstalige landgenoten. Ze wijst onder meer naar de groeiende jobkansen voor wie ook Nederlands spreekt. Van de cursisten heeft een dikke 30 procent (al) werk, dat was vijf jaar geleden nog veel minder. Drie op de vier cursisten zijn jonger dan veertig. ‘Slechts zo’n 10 procent van de cursisten leert Nederlands in het kader van hun integratie of inburgeringscursus’, zegt Mommaerts. ‘Dat is een groot verschil met Vlaanderen, waar de taallessen vooral gevolgd worden door nieuwkomers.’

Opkrikken

‘De slaagcijfers per lesmodule zijn wel problematisch’, zegt Tavernier. Amper 52,8 procent van de cursisten slaagt – in vergelijking met 2015 is dat cijfer stabiel. 11,2 procent zakt en een kwart valt in de loop van de module uit. ‘Duidelijk een werkpunt’, aldus Tavernier. ‘Daarom lijkt het me een goed idee dat Vlaams minister voor Inburgering Bart Somers en Vlaams minister voor Brussel Benjamin Dalle (CD&V), samen met het Huis bekijken hoe de hoge uitval aangepakt kan worden.’

Mommaerts zegt dat het Huis in opdracht van beide ministers al bezig is met een onderzoek naar het profiel van de cursisten en de bezoekers. ‘Niet iedereen klopt bij ons voor een attest, sommigen zijn ook gewoon op zoek naar oefenkansen, of willen hun kinderen naar een Nederlandstalige school of crèche kunnen sturen.’