Antwerpen kent jaarlijkse volksverhuis: in sommige wijken vertrekt de helft
In sommige Antwerpse wijken verhuist elk jaar bijna de helft van de bevolking. Dat blijkt uit een 'sociale foto' van Antwerpen, die werd voorgesteld op de eerste Staten-Generaal van het sociaal beleid.
"Onze stad is een aankomstplek, maar ook een vertrekplek", zegt Tom Meeuws (sp.a), Antwerps schepen voor Sociale Zaken en Armoedebestrijding. Elk jaar is één op de vijf Antwerpenaren aan het verhuizen. Ze komen naar de stad, trekken weg, of zoeken een beter plekje elders in de stad. Tussen wijken zijn er wel grote verschillen. Zo loopt de verhuisdrift in bepaalde delen van het centrum en van Antwerpen-Noord op tot bijna 50 procent.
Een verhuis hangt meestal samen met het beklimmen van de sociale ladder, maar ook de beschikbaarheid van woningen speelt mee. "Antwerpen-Noord en Borgerhout zijn nog steeds klassieke aankomstwijken voor nieuwkomers, maar deze wijken zijn dichtbevolkt en worden stilaan duurder", zegt Meeuws. "Vooral wie zelf eigendom wil, trekt daarom eerder naar Deurne, Merksem of Hoboken, waar de prijzen wat lager liggen."
Al die verhuizers vormen een grote uitdaging voor het sociaal beleid in Antwerpen. Want wie in een kwetsbare positie zit, komt sowieso al in contact met veel sociaal werkers, of die nu verbonden zijn aan het OCMW, het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, ADB) of een andere organisatie. Die versnippering is nog groter bij mensen die regelmatig verhuizen. "De uitdaging is om de sociaal werkers, die vaak naast elkaar opereren, meer te laten samenwerken", zegt Meeuws.
Op de Antwerpse Staten-Generaal zochten meer dan 550 mensen uit de sociale sector naar manieren om beter samen te werken. Ze komen voortaan om de twee jaar samen.
