Bussen om inwoners Syrische dorpjes te evacueren in brand gestoken
Vrijdag was de evacuatie opgeschort wegens onenigheid tussen de rebellen en de Syrische regeringstroepen. Die laatsten eisten dat twee dorpen die belegerd worden door de rebellen ook zouden geëvacueerd worden.
Er werd een deal onderhandeld tussen de regering en rebellen om de inwoners uit Oost-Aleppo te evacueren in ruil voor de evacuatie van twee dorpen al-Foua en Kefraya in de provincie Idlib, die omsingeld zijn door rebellen.
Een aantal bussen die op weg waren naar de twee regeringsgezinde dorpjes werden echter aangevallen en in brand gestoken door rebellengroepen. "Jullie willen sjiieten transporteren, jullie varkens? Met de toestemming van God zullen ze niet buitengeraken, tenzij als lijken", is te horen op een filmpje dat verspreid werd op sociale media.
Wie de daders zijn, is nog onduidelijk. Sommige bronnen schrijven de aanval toe aan jihadisten die vroeger tot al-Nusra behoorden en de evacuatie willen dwarsbomen, anderen denken dat boze burgers de bussen aangevallen hebben.
"Geen gevolgen voor evacuatie Aleppo"
Het Syrische regeringsleger had erop aangedrongen dat burgers uit deze regeringsgezinde sjiitische dorpjes het oorlogsgeweld veilig moeten kunnen ontvluchten. Dat was een belangrijke voorwaarde voor de evacuatie van Aleppo.
Toch zou het incident geen gevolgen hebben voor de evacuatie van Aleppo, zo zegt een regeringsbron. De Syrische staatstelevisie meldt dat een aantal bussen met daarin rebellen en hun families vertrokken zijn uit Oost-Aleppo, maar dat werd nog niet bevestigd door andere bronnen. Andere bronnen melden dat die bussen weer teruggekeerd zijn.
Duizenden inwoners van Oost-Aleppo zitten nog altijd vast in de stad. Hun toestand wordt steeds schrijnender. Sommigen slapen op straat in de vrieskou. Salah al Attar, een voormalige leraar die samen met zijn moeder, vrouw en vijf kinderen wacht, vertelt: "Iedereen wacht op het moment dat ze geëvacueerd kunnen worden. Ze willen gewoon ontsnappen."