Direct naar artikelinhoud
InterviewBoeken

Mindfulness, zei u? Ga toch wandelen!

'Lopen scherpt onze zintuigen', weet neurowetenschapper Shane O’Mara.Beeld Getty Images

Het vermogen om op twee voeten te lopen, maakt ons mensen tot wie we zijn, zegt de Ierse neurowetenschapper Shane O’Mara. Lopen bevrijdt onze geest en sterkt ons geheugen.

Ben je net lekker op stoom, sta je weer voor zo’n rood licht. Verkeerslichten voor voetgangers frustreren Shane O’Mara. Het liefst stapt hij meerdere keren per dag in stevig tempo door de straten van Dublin – af en toe een blik werpend op de stappenteller van zijn telefoon. Hij maakt graag wandelingen tussen zijn werkzaamheden aan de universiteit van Dublin door. Als het even kan tikt hij dagelijks 14.000 stappen aan. Maar steeds op toestemming wachten om de straat te mogen oversteken? “It’s terrible!”

De Ierse hoogleraar experimenteel breinonderzoek is in Amsterdam voor de promotie van zijn boek Te voet. Hoe twee benen de mens verder brengen, een pleidooi voor het belang van lopen en het ontwerpen van beloopbare steden. In zijn boek vertelt hij waarom de mobiele geest ons gezond, communicatief en mentaal sterk maakt.

“Lopen scherpt onze zintuigen”, vertelt O’Mara. Hersenonderzoek laat zien dat de activiteit in de hersendelen gericht op onze zintuiglijke ervaringen toeneemt zodra je opstaat en stappen zet. “Elektrische hersensignalen schieten heen en weer als we op pad gaan. Iemand die loopt, is alerter en wakkerder.”

Handen vrij

Onze hersenen hebben zich ontwikkeld om beweging te ondersteunen, daarvan is O’Mara overtuigd. Maar de vraag wanneer we zijn gaan lopen vindt O’Mara een lastige. “We hebben nog onvoldoende fossiel bewijs om daar definitief antwoord op te geven.” Afgelopen november kwam er nog nieuws uit het Duitse Beieren, waar fossielen werden gevonden van rechtop lopende mensapen die 11,6 miljoen jaar geleden leefden, bijna 6 miljoen jaar eerder dan eerder bekende mensachtigen die op twee benen liepen.

De manier waarop we ons zijn gaan voortbewegen, onderscheidt ons van alle andere levende wezens, weet O’Mara. Doordat we op twee benen zijn gaan lopen, kwamen onze handen vrij om eten te dragen en om werktuigen te gebruiken, maar ook voor het maken van gebaren. En gaandeweg begonnen we ons al lopend over de wereld te verplaatsen.

Lopen heeft de mensensoort dus heel wat verder gebracht. Maar vergeleken met onze voorouders lopen we in de moderne wereld erg weinig. In de westerse geïndustrialiseerde samenleving zitten de meeste mensen grote delen van de dag op hun gat. “Zonde”, zegt O’Mara, “want staan en lopen vergen meer van ons lichaam en onze hersenen dan zitten. Er is meer zuurstof voor nodig en ook meer activiteit in allerlei hersengebieden.”

Het is niet genoeg om een zittende leefstijl twee keer per week te compenseren met een uurtje in de sportschool, zegt hij ook. Sterker nog, dat uurtje sporten kan je lichaam het signaal geven dat het daarna weer moet uitrusten. Veel beter is het om een paar keer per dag een wandeling van 15 tot 25 minuten te maken.

Feestje

Dat we ons loopvermogen zo veronachtzamen, neemt niet weg dat het reden tot een feestje is als een kind leert lopen. En dat is ook een hele prestatie, zegt O’Mara. Een kleine baby is nog hulpeloos, maar zo tussen de zeven en negen maanden begint het kind te kruipen. En na een tijdje gebeurt er iets heel bijzonders: die kleine mens besluit om die stabiele positie op te geven en trekt zichzelf ergens aan op. Voorzichtig begint het te lopen. “Dat markeert een enorme stap in de autonomie van kinderen”, zegt de Ier. “Hun handen komen vrij en ze kunnen makkelijker dingen overzien vanuit de staande positie.”

‘Lopen maakt je creatiever en verhoogt het probleem­oplossend vermogen’, beweert Shane O’Mara.Beeld ©Martin Parr / Magnum Photos

Onszelf staande houden is voor het brein een hele klus, vertelt O’Mara. Hij zet zijn stoel aan de kant voor een demonstratie. Rechtop staan betekent voor je lichaam continu controle van lichaamshouding, zegt hij. “Kijk, als je stilstaat, merk je dat je heel zachtjes wat heen en weer wiegt. Veel mensen denken dat onze voeten bepalend zijn voor onze balans, maar juist het hoofd is leidend. Je zwaartepunt ligt in de lijn van je kin naar de grond toe. En trek eens een lijn van je ooghoek richting je oor. Je hersenen zijn continu bezig om deze denkbeeldige lijn ongeveer parallel met de grond te houden.”

Als we lopen, is onze hoofdrichting in vele opzichten belangrijk. “Er zijn ten minste elf gebieden in het brein die reageren op de oriëntatie van ons hoofd in de ruimte.” En die hoofdrichting is slechts een van de systemen die ons brein helpt om te navigeren. Uit onderzoek van Nobelprijswinnaars John O’Keefe en het echtpaar May-Britt en Edvard Moser weten we dat we een soort neuraal gps-systeem in ons brein hebben.

Onder meer met behulp van onderzoek op ratten die in een doolhof hun weg moesten vinden, ontdekten ze gespecialiseerde cellen – zoals plaatscellen, gridcellen en roostercellen – die zorgen dat er een cognitieve kaart in ons hoofd wordt gemaakt als we ons te voet voortbewegen.

Gebeurt dat dan niet als we ons in een auto verplaatsen, in de trein of op de fiets? Dan werkt het niet zo goed, zegt O’Mara, want die beweging gaat te snel. “Het brein heeft zich zo ontwikkeld dat dit systeem werkt op loopsnelheid.” En bijzonder genoeg is het breinsysteem waar de cognitieve kaart wordt gemaakt – de hippocampus – sterk verweven met het geheugen en de informatieverwerking. Door te bewegen wordt dit gebied letterlijk groter. Wie blijft lopen, werkt dus aan zijn geheugen. Voorts maakt het brein door te lopen nieuwe hersencellen aan, waardoor het fitter blijft en we beter kunnen leren.

Dagdromen

Een ander voordeel van lopen is dat het ons creatiever kan maken, vervolgt O’Mara. Bovendien vergroot het ons probleemoplossend vermogen. Zoals hij schrijft in zijn boek: ‘Een voordeel van rondlopen is dat de activiteit in het brein zich naar verder weg gelegen hersengebieden uitbreidt, waardoor de kans toeneemt dat halve gedachten en vage ideeën die in ons onderbewustzijn sluimeren, tot nieuwe combinaties worden samengevoegd.’

Tijdens zijn eigen wandelingen ervaart O’Mara bovendien sterk dat ze hem helpen dagdromen. “Waar heb je mindfulness voor nodig als je een dagelijkse wandeling kunt maken?”

O’Mara geniet zelf het meest van stadswandelingen. Hij houdt van het ritme van de stad. Veel psychologische studies wijzen op de voordelen van wandelen in de natuur – onze stemming zou er bijvoorbeeld door verbeteren en in bepaalde gevallen zou het zelfs een remedie zijn tegen lichte depressies.

O’Mara denkt dat simpelweg nog niet onderzocht is of deze voordelen ook in de stad optreden. En hij wil praktisch denken: de meesten van ons wonen in een stedelijke omgeving, zegt hij, en de groei van steden zal alleen maar doorgaan.

Natuurlijk zijn de uitlaatgassen en milieuvervuiling in steden niet gezond, daarom moeten we onze steden vergroenen en vooral ‘beloopbaar’ maken. Hij bedoelt niet het aanleggen van een paar parken, voegt O’Mara eraan toe, maar écht rekening houden met voetgangers: lopen moet comfortabel zijn en langs bomen en groene gebieden voeren, genoeg vermaak bieden onderweg en fijne plekjes om even te gaan zitten.

En wat er met die vermaledijde verkeerslichten moet gebeuren, is wel duidelijk. “Stadsplanologen geven voorrang aan auto’s, terwijl lopen effect heeft op onze gezondheid, stemming, welzijn en productiviteit.” Hij wil gemeenten aansporen om in conclaaf te gaan met psychologen en neurowetenschappers. En tegen iedereen die de stappenteller op de telefoon nog niet gebruikt, zegt O’Mara: zet ’m aan en probeer eens te bekijken of je genoeg loopt. “Het zou zomaar je leven kunnen veranderen.”

Shane O’Mara, Te voet. Hoe twee benen de mens verder brengen, De Bezige Bij, 236 p., 21,99 euro.