Direct naar artikelinhoud
Defensie

149 Belgische militairen bezorgd over burnpits: ‘Bijna wekelijks komen er nog meldingen binnen’

Amerikaanse soldaten bij een burnpit nabij Kandahar, Afghanistan.Beeld Reuters

Belgische militairen zijn in Afghanistan en Mali blootgesteld aan giftige rook uit burnpits, grote afvalverbrandingskuilen in de openlucht. Negen maanden na de opening van een meldpunt door de legerbond ACMP hebben 149 militairen zich geregistreerd. Ze denken ziek te zijn door de burnpits of maken zich daar zorgen over. De legerleiding belooft meer voorzorgsmaatregelen te nemen.

“149 militairen hebben zich intussen gemeld: Belgen die op missie waren in Afghanistan en Mali”, laat de ACMP weten in een tussentijds rapport over het meldpunt. De militairen die zich registreren zijn vooral ongerust over hun gezondheid. Maar 23 mensen zijn ervan overtuigd dat hun blijvende medische problemen gelinkt zijn aan het inademen van de rook uit de burnpits. 

“Bijna wekelijks komen er nog meldingen binnen”, verklaart de ACMP. “We eisen dat de legerleiding dit ernstig neemt.”

Verenigde Staten

Tijdens operaties in het verre buitenland – vooral in het Midden-Oosten en Afrika – weten militairen zich vaak geen raad met hun afval: huishoudafval, maar ook plastic, chemisch en medisch afval, olieresten en ontlasting. Ze vinden er soms niet beter op dan het ter plaatse te verbranden – in burnpits, gigantische afvalverbrandingskuilen in een uithoek van hun kamp. Deze burnpits zorgen voor rookpluimen boven de werkplaatsen en slaapplekken.

In landen als de Verenigde Staten, Nederland en Italië bestaat al langer discussie over de risico’s verbonden aan het inademen van de rook uit de burnpits. Duizenden Amerikaanse en honderden Nederlandse (oud-)militairen zijn ervan overtuigd dat die giftige rook hun lichaam heeft aangetast. Ze kampen vooral met longproblemen, zoals astma en luchtweginfecties. 

Een officieel Amerikaans meldpunt kreeg 172.000 meldingen binnen. Het Department of Veterans Affairs erkent er voorlopig goed 2.300. In Nederland vrezen 200 militairen dat ze ziek zijn geworden tijdens missies in Afghanistan en Irak. De regering heeft vorig jaar een onafhankelijk onderzoek bevolen.

Kandahar

Tweeduizend Belgische militairen zijn in het Afghaanse Kandahar blootgesteld aan de rook uit burnpits. Op Kandahar Airfield, een grote luchtmachtbasis in het zuiden van Afghanistan waar tussen 2008 en 2012 Belgen verbleven, werd dagelijks 100 ton afval opgestookt.

In Mali, een missie die tot op vandaag loopt, zijn er eveneens problemen met de rook uit burnpits gerapporteerd. Ook hier gaat het om een tweeduizendtal militairen. De Belgische militairen in Mali zijn ingekwartierd in Camp Bifrost nabij Bamako. Goed 300 meter buiten Camp Bifrost bevinden zich twee burnpits. Er wordt daar de klok rond afval verbrand. 

Zowel in Afghanistan en Mali voerde het Belgisch leger zelf luchtkwaliteitsonderzoeken uit. Volgens de legerleiding toonde die aan dat de burnpits geen gevaar voor de gezondheid vormden. Onderzoekswerk van deze krant toonde vorig jaar echter aan dat deze onderzoeken wetenschappelijk wankel staan.

In een brief aan de ACMP belooft chef defensie Marc Compernol dat het leger voortaan meer voorzorgsmaatregelen zal nemen tegen de burnpits.

Betere luchtzuivering

Generaal Compernol wil onder meer dat zowel de militaire delegaties die buitenlandse missies bezoeken als de lokale commandanten acmp  Het leger wil militairen in de toekomst ook beter informeren over de manier waarop ze hun gezondheid kunnen laten opvolgen binnen het leger.

“Een betere monitoring van blootstellingen is een taak voor de hiërarchische lijn, zowel als voor de individuele militair”, laat Compernol weten aan de ACMP. “Bij de periodieke onderzoeken of spontane consultaties bij de arbeidsarts zal speciale aandacht worden besteed aan respiratoire pathologie.”

De ACMP is niet overtuigd. “Deze antwoorden bevatten heel veel woorden, maar weinig substantie”, luidt het. “Het is een woordenbrij die moet verhullen dat er geen concrete actie komt van de legerleiding. Helaas, de verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de lokale commandanten in het buitenland of de militairen zelf.”