Spoedartsen hebben bezwaren bij werking nieuw noodnummer 1733
De spoedartsen in ons land hebben zware kritiek op het nieuwe noodnummer 1733. Dat schrijft Gazet van Antwerpen. Het noodnummer komt er binnenkort (wellicht in 2021) en moet niet-dringende hulpverlening in goede banen leiden. Maar er zijn dus bezwaren.
Het moest er al in 2016 zijn, het permanente nummer 1733, dat niet-dringende hulp moet behandelen. Wellicht is het nummer volgend jaar overal in werking, en dat doet de spoedartsen steigeren."Wij hebben niets tegen het nummer op zich en steunen het argument om hulpverlening beter te kanaliseren. Maar zoals het er nu naar uitziet, zal het fout lopen", zegt Jan Stroobants, voorzitter van BeCEP, de vereniging van spoedartsen in ons land.
"Je moet bij de 1733 bellen naar een operator, een call taker. Die zal dan via "Dokter Google" oordelen of een patiënt thuis moet blijven, naar de spoed moet of een dokter moet laten komen. Daar hebben wij veel problemen mee. Dat is niet de correcte manier van werken. Eigenlijk is dat een zeer onveilige situatie."
"Ook al leveren die mensen goed werk, ze zijn niet genoeg geschoold. Je moet al 6 jaar studeren om gewoon arts te zijn, voor een spoedarts komt daar nog eens 6 jaar bij. Ik wil maar zeggen, hoe kunnen die operatoren nu genoeg opgeleid zijn", vraagt Stroobants zich af.
De spoedartsen hebben het systeem niet goedgekeurd
"Onderzoek dit jaar naar een gelijkaardige manier van werken in Engeland heeft uitgewezen dat er 20 extra doden waren, door de fouten in het systeem. Er is zelfs sprake van 5 gestorven kinderen extra. De kranten stonden er vol van", benadrukt Stroobants, die spoedarts is in ZNA Middelheim, in Antwerpen. "Net daarom willen we niet dat ze zeggen dat de invoering van de 1733 met onze goedkeuring is gebeurd. Want dat is niet zo."
De Block: "Geef het een kans"
Ontslagnemend Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) is en blijft een voorstander van de filosofie achter het nummer 1733: "Ik wil wel in overleg gaan met de spoedartsen, maar ik vind het een beetje raar dat als iemand de 112 belt voor een hartinfarct of een hersenbloeding, dat men dan wél bij een operator terechtkomt en voor een snotneus of een splinter niet", oordeelt ze.
"We hebben lange proefprojecten gehad en het is goed uitgewerkt. Geef het alsjeblieft een kans en wees niet bevooroordeeld." Cijfers van het proefproject in de regio Leuven-Tienen tonen aan dat slechts 0,8 procent van de oproepers verkeerd werd doorverwezen. "Als daar één infarct bij zit, dan telt dat natuurlijk wel serieus", klinkt het bij de spoedartsen.
Bekijk hier het verslag van "Het Journaal":
