Direct naar artikelinhoud
Bellen met...Leen Vervaeke

Correspondente in quarantaine telt de dagen af: ‘Na een paar dagen sloeg de verveling toe’

Leen Vervaeke met mondmasker en duikbril in Wuhan.Beeld rv

China-correspondent Leen Vervaeke zit sinds haar evacuatie uit Wuhan in quarantaine wegens het coronavirus. In het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek telt ze met zeven landgenoten de dagen af tot zondag, wanneer ze naar buiten mag. 

Dag Leen, hoe is het daar?

“Ik vind alles meevallen, we worden ontzettend goed verzorgd door de artsen en verplegers en we krijgen superlekker te eten. Daar letten ze heel goed op, omdat ze weten dat we nu niet zoveel hebben in ons leven. Maar ik begin uit te zien naar het einde. De eerste week was het allemaal spannend en nieuw en ik was ook nog moe van de jetlag, maar deze week voel ik af en toe: ik wil naar buiten.”

Wat was er spannend die eerste week?

“Het is geen gewone omgeving. We mochten de eerste dag enkel in onze eigen kamer verblijven. Vanaf dag twee mocht iedereen met een negatieve test naar een gemeenschappelijke ruimte. Maar dan zijn er bepaalde regels: je moet een mondkapje dragen, je handen desinfecteren bij het verlaten en binnenkomen van elke kamer en twee meter afstand houden. Het personeel loopt rond in beschermende kledij. Dus je moet wennen. Ook in het omgaan met elkaar: hoe dichtbij kom je, twee of drie meter? Dat is ondertussen heel natuurlijk maar in het begin aftasten.”

Gingen jullie in de loop van tijd niet wat losser om met die regels?

“Nee. We weten dat de kans heel klein is dat we besmet zijn, maar die kans is er wel. Ik denk dat bij iedereen de echte spanning en onzekerheid wel wat verdwenen is, want we zijn inmiddels vijf keer getest en negatief bevonden en de gemiddelde incubatietijd is vijf dagen. Toch neemt iedereen die quarantaine nog altijd serieus. Omdat er erg de nadruk op wordt gelegd: dit zijn de spelregels en daar is een goede reden voor.”

Was je bij elk kuchje bang voor het virus?

“Bang was ik niet. Maar je wordt drie keer per dag gecheckt, je temperatuur wordt gemeten, en er wordt gevraagd of je hoest of keelpijn hebt, dus uiteraard ben je hyperbewust van al het lichamelijke. Als ik op een dag twee keer nies, dan denk ik: dat is meer dan gisteren. Maar ik ben niet bang geweest. Hoogstens toen een van de groep de tweede ochtend positief getest werd. Dat was schrikken.”

“Toen zat ik te denken: heb ik veel tijd met die persoon doorgebracht tijdens de evacuatie? Dat bleek niet het geval en daar was ik blij om. Ook al was de kans op besmetting maar een waterkansje, want we droegen een mondkapje en hij had geen symptomen, het gaat over zo’n nieuw virus waarnaar het onderzoek nog zo pril is. Je wilt niet die ene persoon zijn die bewijst dat het wel kan.”

Hoe breng je de dagen door?

“Ik ben aan het werk, ik probeer van hieruit in contact te blijven met mensen in China en interviews te doen. En we hebben een pingpongtafel gekregen, dus we kunnen nu op afstand van elkaar pingpongen. Na een paar dagen sloeg bij sommigen de verveling toe. Er staan hier wel gezelschapsspelletjes, maar daarvoor moet je te dicht bij elkaar komen. Toen kwam het idee voor pingpongen. Weer een van die voorbeelden dat er veel aandacht wordt besteed om het leven hier aangenaam te maken. En er is een balkonnetje waar ik vaker naartoe ga. Dat leek eerst niet zo aantrekkelijk want het is van grijs beton, erg treurig, maar het is de enige buitenruimte.”

Correspondent Vervaeke zit in quarantaine in militair hospitaal Koningin Astrid in Neder-over-Heembeek.Beeld AFP

Zondag mogen jullie naar huis, waar kijk je het meest naar uit?

“Buiten zijn. Even rennen, bokkesprongen maken. Ik voel dat ik fysieke energie kwijt moet. Ik zit te veel stil, ik probeer die fitnesstoestellen te gebruiken en ik wandel rondjes voor het slapengaan, maar die wandeling is 120 stappen en het is niet de meest inspirerende. Daarnaast kijk ik ernaar uit vrienden en familie weer zien.”

Moeten jullie daarna nog voor controle komen?

“Ik denk dat we helemaal verlost en klaar zijn. Maar ik kan me voorstellen dat we die week nadat we buiten komen de koorts net iets serieuzer nemen dan normaal.”

Ga je dan weer terug naar China?

“Ja, ik ga een week met familie en vrienden doorbrengen en dan ga ik naar China. Ik zie ernaar uit, vreemd genoeg. Ik wil mijn werk doen.”