Direct naar artikelinhoud
Politiek

Minister van Welzijn Wouter Beke opnieuw mikpunt van kritiek

Wouter Beke ervaart dat je op het complexe en gevoelige departement Welzijn snel het etiket hardvochtig krijgt.Beeld ID/Bart Dewaele

735 mensen met een licht verstandelijke handicap zien dit jaar hun tegemoetkoming vanuit Vlaanderen met gemiddeld 3.000 euro dalen. In extreme gevallen lopen ze zelfs tot 14.000 euro mis. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) mag het (weer) komen uitleggen.

Bij vzw De Wroeter in Kortessem kunnen mensen met een licht verstandelijke handicap helpen op de boerderij. Er is een restaurant, er wordt confituur gemaakt. “We geven de mensen een zinvolle daginvulling”, zegt directeur Jan Raeymaekers. Alleen, zes van zijn cliënten zitten met een huizenhoog probleem: het budget dat ze van de Vlaamse overheid krijgen om hun zorg te betalen is sinds januari spectaculair gedaald. “Een van onze mensen moet het met 14.000 euro per jaar minder doen”, vertelt hij.

De zes staan niet alleen. Over heel Vlaanderen zijn er 735 mensen die de zogenaamde persoonsvolgende financiering verliezen, blijkt uit een parlementaire vraag van sp.a aan Vlaams minister voor Welzijn Wouter Beke (CD&V). In de plaats krijgt de instelling waar ze naartoe gaan wel nog een (beperkte) tegemoetkoming, een trapje lager in de financiering. Gemiddeld gaan ze er met 3.000 euro op achteruit. Sp.a-voorzitter en Vlaams Parlementslid Conner Rousseau roept Beke op om het verschil onmiddellijk bij te passen. “Een minister van Welzijn die de meest kwetsbaren in de samenleving treft, je moet het maar doen”, zegt hij. 

Dat de uitkeringen zo fel terugvallen heeft te maken met een grote herverdelingsoperatie van de budgetten in de gehandicaptensector. Door een historische scheeftrekking kregen sommige mensen te veel ten opzichte van de zorg die ze nodig hadden, anderen te weinig. Voormalig minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) besliste die verschillen weg te werken. Hij liet eind 2016 opnieuw onderzoeken welke zorg elke gehandicapte juist nodig had. Hij raakte niet aan het totale budget. Meer dan 8.000 mensen zagen hun tegemoetkoming aangepast. Voor de meesten is een overgangsperiode van vier jaar voorzien, voor wie meer dan 15 procent van zijn tegemoetkoming verliest zelfs acht jaar. 

Geen overgangsperiode

Voor deze 735 mensen is deze hervorming een stuk nijpender. Ze krijgen de overgangsperiode niet, omdat hun zorgnoden volgens de nieuwe evaluatie onder een kritische grens vallen. Daardoor vallen ze tussen de plooien van de hervorming. Het gaat in regel om mensen met autisme, een hersenletsel of een lichte mentale handicap. Ze kunnen in beperkte mate zelfstandig functioneren. 

Het zijn in eerste plaats de zorginstellingen zelf die de gevolgen zullen ondervinden. Zij worden verondersteld dezelfde diensten aan te bieden, maar krijgen daarvoor via hun cliënten minder budget binnen. “En dit komt  boven op de algemene besparing op onze werkingsmiddelen vanuit Vlaanderen die we al ondergaan”, zegt Raymaekers. 

Karina De Beule van het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) verdedigt de ingreep. “De tegemoetkomingen voor iedereen optrekken was niet mogelijk in een strakke budgettaire context, terwijl bovendien de wachtlijsten weggewerkt moeten worden.” Minister Beke wijst erop dat de hele hervorming uitvoerig is besproken in het parlement. “En niemand maakte bezwaar”, zegt hij. Hij voorziet ook begeleidende maatregelen. Zorginstellingen kunnen coaching aanvragen om zich aan te passen aan de nieuwe budgetregeling. En vooral: geval per geval kan bekeken worden of de mensen die hun tegemoetkoming verloren alsnog extra financiering kunnen krijgen.

Hoe dan ook, Beke wordt zo opnieuw het mikpunt van kritiek. Hij lag al onder vuur door de besparingen die hij op zijn departement moet uitvoeren. Dat hij sneed in zelfmoordpreventie, zette kwaad bloed. Maar hij mocht ook komen uitleggen waarom kinderen die een van hun ouders verliezen minder kindergeld krijgen, of waarom de Vlaamse overheid een half miljoen veil had voor de ontwikkeling van een gezonde kook-app. Hoewel dat twee beslissingen van zijn voorganger Vandeurzen waren, kreeg hij de volle laag.

Beke bestiert met Welzijn, goed voor een budget van 13,5 miljard euro, het op een na grootste departement van de Vlaamse regering. De materie is bijzonder complex en gevoelig. Zowat elke maatregel die hij neemt, heeft een impact op de meest kwetsbaren in de maatschappij: mensen met een handicap of psychologische problemen, kinderen en ouderen. Zelfs al wordt maar een kleine groep getroffen, de bevoegde minister krijgt al snel het etiket ‘hardvochtig’.

Perceptie

Zelf benadrukt Beke dat hij wel degelijk fors investeert. “Het budget voor nieuw beleid werd de afgelopen maanden opgetrokken van 550 miljoen naar 1,2 miljard euro”, zegt hij. “Welke minister kan zoiets zeggen? De voorbije maanden hebben we 1.700 extra plaatsen gecreëerd om de wachtlijsten weg te werken.”

Alleen, Beke krijgt de perceptie niet gekeerd. Na de verkiezingsnederlaag van CD&V werd hij in juli even federaal minister van Werk, om vervolgens in de Vlaamse regering te stappen. Ook binnen zijn partij werd hem opportunisme verweten. Intussen kreeg hij de aanzwellende kritiek niet van zich afgeschud. Zijn uitleg over de besparing op zelfmoordpreventie rammelde, en ook kon hij onvoldoende duidelijk maken waarom die wezen nu minder kindergeld krijgen of waarom die kook-app wel degelijk nuttig kan zijn. Wie in de politiek beschadigd geraakt, wordt snel opnieuw een mikpunt. “Hem overkomt wat Schauvliege vorige legislatuur ervoer”, zegt een insider. “Maar dan erger.”