Direct naar artikelinhoud
Uitkijkpost

▶ Beste Luc Tuymans, u had die prijs van Jan Jambon koudweg moeten weigeren

Luc TuymansBeeld Studio Caro

Elk weekend schrijft Joël De Ceulaer een boze, bezorgde of blije brief aan de (m/v/x) van de week. Hier kunt u die brief lezen of beluisteren

Video wordt geladen...

Beste Luc Tuymans,

Ik heb vroeger nooit naar Topdokters op VIER gekeken, maar dit seizoen zit ik bij elke aflevering ademloos voor de buis. U vraagt zich nu vertwijfeld af wat dat in hemelsnaam met u te maken heeft, dus ik zal u dat uitleggen. Mijn grote held dit seizoen – en dé reden waarom ik telkens met peilloze bewondering zit te kijken – is Reginald Moreels, die we kennen als oud-politicus, chirurg en Arts zonder Grenzen. In Topdokters volgen we hem terwijl hij in een aftands ziekenhuis in Oost-Congo het ene mensenleven na het andere redt. De omstandigheden waarin hij moet werken, zijn buitengewoon primitief. Hij kan geen scans of röntgenfoto’s maken, zijn instrumenten zijn bot en versleten, en terwijl hij staat te opereren, valt af en toe de elektriciteit uit. Toch blijft hij kalm en vastberaden en doet hij alles om in deze hel op aarde zijn medemens te helpen – als was hij de MacGyver van de chirurgie, die aan een verroeste schroevendraaier en een pakje kauwgom genoeg heeft om een gezwel in de keel of een gescheurde milt te verwijderen.

Mijn ontzag voor dokter Moreels – en nu kom ik stilaan terzake – is relatief eenvoudig te verklaren: hij verkoopt geen holle, ijdele praatjes, maar hij dóét iets. Hij is een man van weinig woorden en veel daden. En dat, mijnheer Tuymans, kunnen we – tot nader order althans – van u helaas niet zeggen. U hebt mij deze week fameus teleurgesteld.

Verwensingen

Woensdag viel het nieuws mij als een zak cement op het hoofd: u wordt volgende week gelauwerd met de Ultima voor Algemene Culturele Verdienste. Deze prestigieuze prijs, die uitgaat van de Vlaamse Gemeenschap, zal u komende dinsdag worden overhandigd in het Concertgebouw in Brugge, door niemand minder dan Vlaams minister-president, tevens minister van Cultuur, Jan Jambon. Toen ik het las, tikte ik voor alle zekerheid een paar keer met een schroevendraaier op mijn hoofd, maar ik had het wel degelijk goed begrepen: u gaat een trofee krijgen van Jan Jambon.

Van Jan Jambon? Van Jan Jambon!

Dezelfde Jan Jambon die u in een recent interview in deze krant nog tegen de muur hebt geplakt met een plejade aan verwensingen, schimpscheuten en woorden van verachting. Ik fris even uw geheugen op met een paar citaatjes. Bijvoorbeeld: “De nieuwe Vlaamse leiders lijken er alles aan te willen doen om hun oorsprong te verraden. Ze nemen volop antisociale maatregelen, ze beschouwen armoede als een vieze ziekte, en alle vormen van hedendaagse cultuur vinden ze onbelangrijk tot heel vervelend.” Of deze: “Het idee dat cultuur een hobby is van een elitair kransje linkse, subversieve subsidievreters die tot de middag in hun bed liggen, is pure politieke stemmingmakerij. Echt, de politici uit wier koker dit komt, zouden door de grond moeten zakken van schaamte.” U zei ook nog dat we opnieuw een minister van Cultuur nodig hebben “die het departement ter harte neemt, in plaats van een minister-president die tussen de bedrijven door de bonnetjes aftekent.” Cultuur is een “propaganda-abteilung” geworden, sakkerde u ook nog. “Ik zeg het expres in het Duits. Ik zal me daar alvast niet voor laten gebruiken.”

Zelfrespect

Tiens. Dat is raar. Begrijpt u mijn verbazing? U houdt een groot betoog waarin u Jambon met de grond gelijk maakt, en zweert dat u zich door die halve nazi alvast niet zult laten gebruiken, en wat doet u? U gaat dinsdag een prijs van hem in ontvangst nemen. Daar ga ik tenminste van uit – bij zulke gelegenheden wordt een laureaat altijd ruim van tevoren gepolst en ingelicht. Ik zie u al staan op dat podium, buigend als een knipmes. “Dank u, mijnheer Jambon. Een hele eer, mijnheer Jambon. Tot ziens, mijnheer Jambon.” Mocht dat tragische tafereel zich voltrekken, dan gaat u voortaan door het leven als de ultieme anti-Moreels: een man van héél veel woorden, maar bitter weinig daden.

Met het oog op de conservatie van uw zelfrespect, mijnheer Tuymans, had u die prijs natuurlijk koudweg moeten weigeren. Al mogen we niet uitsluiten dat u een Snood Plan in het schild voert, waarvan wij nog onkundig zijn, maar waarmee u toch nog als rebel de geschiedenis zult ingaan. Misschien laat u Jan Jambon en zijn propaganda-abteilung nog even in het ongewisse en zult u van de gelegenheid gebruikmaken om uw punt er nog eens keihard in te rammen. Dat zou pas spektakel zijn.

Snorretje

Mocht u nog in de brainstormfase zitten, hier een vrijblijvende suggestie. U betreedt het podium verkleed als panda. Vlak voor u Jambon de hand drukt, haalt u het pandahoofd eraf zodat we uw gezicht zien – tot grote ontzetting van de minister-president, want u hebt – zo blijkt – een hitlersnorretje laten groeien. In het publiek gaan Tom Barman en een paar kornuiten rechtop staan en beginnen met gestrekte rechterarm Jambon toe te juichen. Ook u roept volop mee: “Heil Jambon! Heil Jambon!”

Geef toe: het zou mooi zijn. Als u het performance art noemt, krijgt u er misschien nog een extra prijs voor.

Goede moed toegewenst!

Joël De Ceulaer, senior writer