Direct naar artikelinhoud
DM Zapt

Zouden mensen die dader zijn ook kijken naar de documentaire van Hilde Van Mieghem?

Zouden mensen die dader zijn ook kijken naar de documentaire van Hilde Van Mieghem?
Beeld thinkstock

Kris Kuppens zet de blik op oneindig. Vandaag: Als je eens wist.

“Een klets geven is gemakkelijk, dat is controleverlies. Maar sigarettenbrandwonden? Een kind dat zoiets voelt, trekt zich weg. Je moet het kind dus vasthouden, anders lukt het niet.” Het zijn de woorden van een kinderarts. Onverklaarbare kinderdijbeen- en ribfracturen ziet hij passeren, zijn betrokkenheid is groot, zijn toon blijft sec. Het zijn de feiten die voor zich spreken. “Je vraagt je af wie zoiets doet.”

Tijdens het kijken naar een programma, eender welk, heb ik de gewoonte om wat letterlijke flarden en losse gedachten op te schrijven. Niet meer dan wat kriebels op een inderhaast gevonden stuk papier, een achterkantje, een nog te betalen rekening. Achteraf kijk ik er nooit meer naar omdat ik het verloren leg of het onleesbaar gewauwel is. Tot nu. Ik kijk naar het tweede deel van de uitstekende, alarmerende en appellerende documentaire over kindermishandeling Als je eens wist op VRT NU, pik ook nog wat extra’s van experts mee en dit is wat ik noteer, droog op het blad: ‘Eén op tien van de Vlaamse kinderen is slachtoffer van geweld. Eén op tien, dat zijn er twee in een klas van twintig.’

Kinderfoto’s van het schuchtere schattige meisje met de korte froufrou en de grote bruine ogen, van het communicantje om door een ringetje te halen, van de breed lachende jongen met zijn trotse en knappe vader. Ze ogen zo gewoon, meneer. Ze zijn geslagen, verwaarloosd en betast, meneer.

“En dan was er die lerares Frans, die lieve, lieve lerares Frans, die zei tegen mij, als enige ooit: ‘Ik voel dat er iets is. Zeg het maar.’” En hij, een prille tiener toen, zonder moeder en met een tirannieke vader, hij heeft het niet gezegd en is gewoon naar huis gegaan. Vandaag als man heeft hij nog steeds een krop in de keel, een hart dat faalt omdat het moe is: “Eindelijk is er iemand die het kan schelen. Dat dacht ik toen. Eindelijk iemand…die om me geeft.”

Hoe kan ik signalen opvangen? De ‘ik’ omcirkel ik. En waar naartoe? De jeugdrechter is formeel: “Er is maar één lamp die brandt en dat is die van de politie.”

De wachtlijsten zijn lang, tot twee jaar toe. Er zit niks anders op dan terug te gaan naar die vader en dat misbruik, achter in de tuin in zijn konijnenkot. Zouden mensen die dader zijn hier ook naar kijken? En hoe doen zij dat dan? Doen we wel genoeg?

Psychiater Peter Adriaenssens, altijd helder, altijd op de nagel kloppend zonder dat opgeheven vingertje: “Durf je voelen? Durf je luisteren? Durf je stilstaan bij wat je verrast? Zeg niet: we zullen die in het oog houden om dan later als iets uitkomt, te kunnen zeggen: ik wist het, ik heb altijd gevoeld dat er iets was. Zeg: welke inspanningen kan ik doen? Zeg: wij als maatschappij aanvaarden dit niet, zal ik u helpen?”

Als je eens wist, dinsdagavond op Eén en op VRT NU.