Het grootste deel van de humanitaire hulp, 56,4 miljoen euro, ging naar het Midden-Oosten. Daarvan ging het grootste bedrag naar de Syrische crisis (25,4 miljoen euro), gevolgd door de bezette Palestijnse gebieden (9,5 miljoen euro), Jemen (7,9 miljoen euro) en Irak (7,2 miljoen euro). Ruim 28,5 miljoen euro ging naar de regio van de Grote Meren, en dan vooral Congo (14,2 miljoen euro). De Sahel ontving 18,3 miljoen euro humanitaire hulp.

Voortrekkersrol

Tachtig procent van het humanitaire budget of 149,6 miljoen euro ging naar internationale organisaties. Belgische en internationale ngo’s konden met 20 miljoen euro aan de slag, wat goed was voor 12 procent. Er waren bovendien meer niet-geoormerkte bijdragen en ook de financiering van flexibele fondsen steeg. Volgens minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) moet dat ertoe bijdragen “om op het terrein veel sneller te schakelen”.

“Hiermee zet België zijn sterk humanitair engagement van de voorbije jaren verder”, zegt De Croo in een persbericht. Daarin wordt er ook op gewezen dat België ook internationaal een voortrekkersrol speelt bij humanitaire kwesties. Humanitaire noden en humanitaire hulp zijn een belangrijk aandachtspunt in het Belgische lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad, klinkt het.