Bijna de helft van de bedrijven die uit het Verenigd Koninkrijk wegtrokken vanwege de brexit, zijn naar Amsterdam verhuisd. Dat blijkt uit de jaarresultaten van de Netherlands Foreign investment Agency (NFIA).

Volgens het Nederlandse agentschap hebben sinds het referendum vier jaar geleden 140 in Groot-Brittannie gebaseerde bedrijven, voor Nederland gekozen. Daarvan hebben er 78 het afgelopen jaar de overstap gemaakt.

Bovendien voert het NFIA nog steeds gesprekken met ongeveer 425 ‘brexitbedrijven’ die een overstap of uitbreiding overwegen. Voorlopig wachten die de onderhandelingen echter af over toekomstige handelsrelaties met de EU.

De overlopers zijn niet enkel Britse bedrijven, maar ook Amerikaanse en Aziatsiche multinationals die hun Europese operaties nu herbekijken.

Daarmee komt Nederland als een van de overwinnaars uit de bus van de verwachte brexitdiaspora. Ons buurland heeft grote spelers uit de financiële, technologische, wetenschappelijke en gezondheidssector kunnen verleiden. Bedrijven uit die sectoren hebben zo goed als altijd vergunning nodig, of moeten voldoen aan Europese normen om binnen de EU te kunnen opereren.

Belastingparadijs

Nederland wordt dan ook door sommige instituten, waaronder het Europees parlement, als een belastingparadijs gezien. Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat de Nederlandse overheid maatregelen heeft genomen om interessanter te maken voor buitenlandse investeerders.

Zo heeft de Nederlandse overheid enkele belastingtechnische maatregelen genomen, waardoor grote multinationals nauwelijks belastingen hoeven af te dragen. Zo is er de informeel kapitaal-regeling, beter bekend als infokap. Via deze constructie kan een multinational in Nederland fictieve kosten aftrekken, waardoor over een deel van de winst geen belasting wordt geheven.

Vorig jaar raakte ook bekend dat de Nederlandse energiemultinational Shell door een deal met de Belastingdienst al jarenlang geen winstbelasting in Nederland betaalde.