Direct naar artikelinhoud
Cohousing voor bejaarden

Waarom mogen jongeren cohousen en 65-plussers niet?

De bewoners tijdens het middagmaal.Beeld Thomas Nolf

De tijd dat alle ouderen hun dagen in een rusthuis slijten, is voorbij. De opvang van de toekomst is kleinschalig, met vormen zoals cohousing en kangoeroewonen. Maar de wetgeving loopt achter, merken enkele senioren in Rillaar. ‘Waarom mogen jongeren samenwonen en wij niet?’

De Diestsesteenweg in Rillaar, bij Aarschot. In de veranda van Villa De Proost schuiven zeven bewoners hun knokige benen onder tafel voor een kom groentesoep. “De kleinste stukjes heeft Angèle (92) gesneden, de grotere komen van mij”, lacht de 89-jarige Sylvia, waarna ze van een glas witte wijn nipt.

Sylvia is de nieuwste bewoonster in de luxueuze villa. Enkele weken geleden belandde haar zus in het ziekenhuis, waardoor ze niet langer een appartement konden delen. Nu hoopt ze hier te blijven. De andere huisgenoten kennen elkaar al van vroeger. “Wij gingen samen wandelen in Zwitserland”, zegt Angèle over Marcel (84) en Clairette (83), het enige koppel aan tafel. Angèles zoon is dan weer de beste vriend van de dochter van Cécile (87).

Waarom mogen jongeren cohousen en 65-plussers niet?
Beeld Thomas Nolf

Na meer dan twee jaar onder één dak hebben ze hun routine. ’s Ochtends raapt Marcel de eieren bij de kippen, ‘s middags wordt er gekookt. En ‘s avonds kijken ze met z’n allen naar Blokken, Thuis of Down the Road. “Als je moe bent of liever iets anders doet, dan ga je naar je eigen kamer”, zegt Angèle.

Maar de groep dreigt uit elkaar te vallen. Afgelopen maandag kwam de Aarschotse burgemeester en Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten normaal het pand verzegelen in het bijzijn van een deurwaarder en de politie. Omdat het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid dat nu eenmaal had bevolen. De bewoners zouden verhuizen naar een rusthuis in de buurt. Maar op het laatste nippertje werd de operatie afgeblazen.

Cohousing of niet?

Het probleem? Villa De Proost wordt door de Vlaamse administratie beschouwd als een woon-zorgcentrum, niet als cohousing. Voor zo’n centrum heb je een officiële erkenning nodig, maar die hebben ze niet. “Het cruciale verschil is de autonomie van de bewoners”, legt woordvoerder Joris Moonens uit. “Tekenen zij in op een vast pakket van verblijf en zorg? Of regelen zij hun zorg afzonderlijk?” In het eerste geval voorziet de overheid een verplichte erkenning om de uitbuiting van kwetsbare ouderen tegen te gaan. Anders niet.

Villa De Proost is op zijn minst een grensgeval, oordeelt de administratie. Zo krijgen de huisgenoten hulp van Anneleen – wier moeder het project uit de grond stampte – en Sonja. Op woensdag is er turnles, op donderdag komt de kapper. Moonens: “We twijfelen er niet aan dat de bewoners goed worden verzorgd. Maar wij moeten de wet handhaven. Anders geven we een vrijgeleide aan anderen die misschien minder goede intenties hebben.” Dat het project geen overheidssubsidies krijgt, is niet relevant.

Cohousing of niet?
Beeld Thomas Nolf

Deze heisa is niet wat haar moeder voor ogen had, zucht Anneleen. “Als thuisverpleegkundige zag ze hoe eenzaam sommige ouderen waren, en hoe ze opfleurden van gezelschap. Villa Proost werd haar levenswerk. Nu is het plotseling iets negatiefs.” Met haar scoutsvrienden droomt Anneleen er zelf ook wel eens van om later een huis te delen.

“Als jonge mensen mogen samenwonen, waarom wij dan niet?”, vraagt Angèle zich af. Een verhuis naar het rusthuis ziet ze echt niet zitten. “Heb je die mensen al eens zien buitenkomen? Altijd per drie, hand in hand.” Braaf in het gelid lopen is niet aan haar besteed. Cécile: “En die kamers: mensenlief! Zo klein dat je zelfs niet genoeg plaats hebt om op de grond te vallen.” (lacht)

Wetgeving achterhaald

Voorlopig lijkt de crisis afgewend. Gwendolyn Rutten weigert de uitzetting uit te voeren. Bovendien werd er een nieuwe structuur op poten gezet. Villa De Proost is niet langer een bvba, maar valt nu onder een private stichting van Clairette. Dat benadrukt het cohousing-karakter. “Wij gaan deze nieuwe situatie onderzoeken. Tot dan geldt er een uitstel van uitzetting”, aldus Moonens.

De situatie bewijst dat de Vlaamse wetgeving niet is aangepast aan dit tijdsgewricht, zegt Miet Timmers, onderzoekster aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van de Odisee-hogeschool. “Babyboomers willen meer dan ooit zelf bepalen wat ze doen op hun oude dag. Ze hebben schrik om naar klassieke rusthuizen of woon-zorgcentra te gaan, zeker als ze nog in een goede gezondheid verkeren. Daarom ontstaan er alternatieve woonvormen.”

Voor het eerst sinds lang neemt de druk op de wachtlijsten voor een kamer in een woon-zorgcentrum of rusthuis af. In sommige streken worden kortingen gegeven om de kamers vol te krijgen. Grote centra bouwen is dus niet de oplossing om de vergrijzing op te vangen. Timmers: “De komende jaren zal de trend naar kleinschalige en experimentele woonvormen zich doorzetten.”

Volgens Rutten ligt er een unieke kans in het nieuwe woon-zorgdecreet, dat vorig jaar werd goedgekeurd. Daarin staat dat de Vlaamse overheid openstaat voor nieuwe initiatieven rond woonzorg, maar dat moet nog concreet worden gemaakt. “De samenleving verandert”, zegt ze. “We moeten de regels aanpassen om kleinschalige initiatieven zoals Villa De Proost te stimuleren.”

Wetgeving achterhaald
Beeld Thomas Nolf