Direct naar artikelinhoud
InterviewLeen Vervaeke

Leen Vervaeke terug naar China na corona-quarantaine: ‘In Wuhan kreeg ik heel even een andere kijk op het land’

Correspondent Leen Vervaeke: ‘In Wuhan kreeg ik heel even een andere kijk op China.’Beeld Joris Casaer

Zonder aarzelen trok China-correspondent Leen Vervaeke (38) naar Wuhan, waar het coronavirus uitbrak. Na twee weken quarantaine in België wil ze het liefst zo vlug mogelijk terug naar huis in Peking. ‘Het enige lastige is dat veel Chinezen niet met mij durven te praten; ik begrijp hun angst.’

Op vrijdag 24 januari ruilde Leen Vervaeke, correspondent in China voor de Volkskrant en De Morgen, haar vaste stek in de Chinese hoofdstad Peking in voor Wuhan. Tien dagen lang bracht ze, gewapend met veiligheidsbril en mondkapje, vanuit de van de buitenwereld afgegrendelde miljoenenstad verslag uit.

Onder de vleugels van een vriendelijke taxichauffeur, meneer Liu, verkende ze een stad in lockdown. Aan ziekenhuizen praatte ze met besmette mensen en op de deelfiets ontmoette ze burgers van Wuhan die even van tussen hun vier muren wilden ontsnappen.

Vlak voor ze naar Peking wilde terugkeren, liet chauffeur Liu weten dat Wuhan hermetisch was afgesloten. Een paar dagen later werd ze samen met 250 Europeanen door de Fransen geëvacueerd. Op zondag 2 februari landde ze om 2 uur in de namiddag op de Franse militaire luchthaven van Istres. Samen met zeven andere gerepatrieerde Belgen moest ze daarna twee weken in quarantaine in het militair ziekenhuis van Neder-Over-Heembeek. Afgelopen zondag stapte ze eindelijk de vrije wereld in.

BIO

• geboren in Roeselare op 19 februari 1982 • studeerde o.a. geschiedenis (Leuven, Parijs) en journalistiek (Amsterdam) • 2005-2011: journalist buitenland bij de Volkskrant • won in 2008 de eerste European Young Journalist Award • publiceerde in 2012 het boek De Jasmijn­revolutie, over de omwenteling in Tunesië in 2011 • 2011-2017: correspondent België voor de Volkskrant • studeerde in 2015-2016 Chinees in Hangzhou • 2018-2019: China-correspondent voor o.a. Trouw en Knack • 2019-heden: correspondent China voor de VolkskrantDe Morgen en VRT • getrouwd, woont in Peking  

We ontmoeten elkaar een paar dagen later in Mechelen. Leen Vervaeke draagt geen mondmaskertje, maar haar enige trui. “Ik had amper bagage bij me toen ik die vrijdagochtend in Peking op de trein naar Wuhan stapte”, zegt ze. “Ik had niet verwacht dat ik ruim een week later in België zou belanden.” Het liefst van al wil ze nu zo snel mogelijk terugvliegen naar haar thuisstad Peking. “Er zijn nog vluchten naar China. Maar eens in Peking moet ik misschien opnieuw veertien dagen in quarantaine. Daar zie ik vreselijk tegen op. Als ik geen symptomen heb, mag dat in mijn eigen flat. Alleen zal ik geen voet buiten mogen zetten, zelfs niet op de gang of in de binnentuin van ons appartementsgebouw.”

U bent door de dokters van Neder-Over-Heembeek toch virusvrij verklaard? Geloven de Chinese autoriteiten hen dan niet?

Leen Vervaeke: “Iedereen die Peking binnen wil, moet eerst in quarantaine. Dat maakte de lokale overheid vorige week vrijdag bekend. Veel inwoners van Peking trokken voor het Chinese Nieuwjaar naar hun geboortestreek en verblijven daar nog steeds. Als zij terugkeren, wacht hen dus twee weken quarantaine in hun huis. Voor mensen die uit het buitenland komen, lijkt nu een uitzondering te worden gemaakt, maar sommige wijken aanvaarden die uitzondering niet. Voorlopig ziet het ernaar uit dat ik in mijn wijk ook in quarantaine moet, maar de informatie verandert van dag tot dag.”

Tijdens die mogelijke quarantaine in Peking moet je er op een of andere manier voor zorgen dat je bevoorraad wordt?

“In normale omstandigheden heeft Peking een flink uit de kluiten gewassen online-economie. In de twee jaar dat ik er nu woon, bezocht ik amper een supermarkt. (lacht) Ik laat mijn boodschappen meestal aan huis afleveren. De Chinese economie is dus meer ‘quarantaine-proof’ dan de Belgische. Alleen zijn veel koeriers afkomstig van buiten Peking, waardoor ook de online-economie momenteel niet op volle toeren draait. Die koeriers mag je gerust de nieuwe arme fabrieks­arbeiders van China noemen. Het zijn vooral arbeidsmigranten die dat soort van lageloonjobs uitvoeren.

'Door corona was er – even – wat meer openheid. Het kwam de Chinese overheid goed uit om journalisten hun werk te laten doen. Zo kreeg ze zelf een beter beeld van de situatie.’ Beeld Joris Casaer

“Ik vermoed dat het uiteindelijk wel zal lukken om aan eten te raken, alleen heb ik geen zin om opnieuw twee weken binnen te zitten. Ik wil terug om verslag uit te brengen, niet om opgesloten te zitten in mijn appartement. Ook na die quarantaine zal ik een tijd enkel vanuit Peking kunnen werken. Want als ik dan de stad verlaat, moet ik bij terugkeer opnieuw in quarantaine.”

Geldt dat strenge regime voor alle Chinese steden?

“In de provincie Hubei met hoofdstad Wuhan gaat het er nóg strenger aan toe. Daar mag niemand weg en zitten veel mensen vast in hun huizen. De lockdown wordt steeds fijnmaziger. Eerst mocht je niet uit je stadsdeel en uit je wijk; nu mag je niet meer uit je gebouw.

“De lockdown in Hubei werd opgelegd door de centrale overheid, maar ook de lokale bewindvoerders van veel Chinese steden en dorpen voerden intussen beperkingen op de bewegingsvrijheid van hun inwoners in. The New York Times lijstte alle lokale overheidsaankondigingen op en kwam tot de conclusie dat op dit moment 760 miljoen Chinezen, of de helft van de Chinese bevolking, in hun dorp of stad vastzitten.”

Is het een vorm van massahysterie? Vaccinatie-expert Pierre Van Damme noemde in deze krant de maatregelen erger dan het virus zelf. Hij zei: ‘Het sterftecijfer ligt tussen de 1 en 2 procent. Bij de griep is dat iets minder dan 1 procent. Dat is dezelfde orde van grootte. Dit virus is tamelijk besmettelijk, maar niet zo gevaarlijk.’

“Het onderzoek is nog volop aan de gang. Het is moeilijk om op dit moment vast te stellen hoe ernstig corona of Covid-19 is: iets zoals SARS uit 2003 of eerder zoals de griep? In de provincie Hubei is de toestand trouwens écht dramatisch. De ziekenhuizen kunnen de toevloed van zieken niet aan en er sterven mensen die in normale omstandigheden gered kunnen worden. Zoiets kun je niet zomaar relativeren.

“Maar of het ook nodig is om meer dan een half miljard Chinezen te beperken in hun bewegingsvrijheid, is dan weer een andere kwestie. Dat hangt ervan af of we de officiële statistieken mogen geloven of niet. De besmettingscijfers in Peking liggen niet zo hoog, onder de 400, en het aantal nieuwe gevallen is al tien dagen aan het dalen. Ik vraag me af waarom ze dan nu die draconische quarantainemaatregel ingevoerd hebben. Dat doet vermoeden dat de cijfers niet kloppen.”

De Chinese overheid weet meer dan wat ze communiceert?

“De rode draad door een correspondentschap in China is dat het moeilijk is om informatie te bemachtigen en te controleren. Woorden en acties verschillen vaak van elkaar, waardoor er verschillende interpretaties mogelijk zijn. Zo doet de quarantaine veronderstellen dat het veel erger is dan wordt voorgesteld. Een andere interpretatie zou kunnen zijn dat corona de autoriteiten goed uitkomt om hun greep op de samenleving te versterken.”

Leen Vervaeke trok drie weken geleden met mond­masker en bescherm­bril door Wuhan, een miljoenenstad in lockdown.Beeld rv

Voor de krant hield ze een dagboek bij. Over haar keuze om naar Wuhan te gaan, de stad waar iedereen weg wil, schrijft ze: ‘Dat was niet makkelijk. Als journalist is het een logische stap om als er groot nieuws is, daar meteen naartoe te willen gaan. Je wilt met eigen ogen zien wat er gebeurt, de mensen ter plaatse spreken, en niet alleen voortgaan op oncontroleerbare feiten en halve geruchten op sociale media. Maar natuurlijk is het de vraag of het risico opweegt tegen de verwachte resultaten. Dat is een moeilijke afweging, vooral door de beperkte informatie. Als ik vertrek zijn er net 850 besmettingen en 26 doden gemeld, maar volgens Britse wetenschappers zijn er in werkelijkheid al meer dan vierduizend mensen besmet. Wat voor mij de doorslag geeft, is dat het virus meestal slechts een milde ziekte veroorzaakt, niet meer dan een griep. De patiënten die zijn overleden, waren grotendeels ouderen met eerdere ziekten. Ik ben 37 jaar en gezond, dus zelfs bij besmetting is het gevaar voor mij beperkt.’

Waar komt uw fascinatie voor China vandaan?

“Als tiener wilde ik al journalist worden, liefst in het buitenland, al had ik toen nog geen voorkeurland. Zolang het maar exotisch en spannend was. Toen ik later voor de Volkskrant begon te werken, merkte ik dat van buitenlandcorrespondenten verwacht werd dat ze een band hadden met hun land. Dus werd ik eerst correspondent België voor de Volkskrant, want met mijn geboorteland is die band overduidelijk. Alleen was het niet meteen die exotische plek die ik in gedachten had. (lacht)

“In 2010 reisde ik voor het eerst naar China en ik was meteen in de ban. De economische groei was in die tijd nog adembenemend. Je zag voor je ogen gebouwen en fabrieken uit de grond omhoogrijzen. Ik was ook zeer onder de indruk van hoe zij hun eeuwenoude cultuur in ere houden. Ze denken totaal anders dan wij: het collectieve is veel belangrijker dan het individuele. Ook de esthetiek is anders.

“Ik vond dat zeer fascinerend en snapte er tezelfdertijd niets van. Ik wilde me in China verdiepen en begon Chinees te studeren. Er volgden nog reizen en zo ging mijn fascinatie crescendo. Ik werk er nu twee jaar als correspondent. China wordt steeds belangrijker in de wereld en dat maakt het land vanuit journalistiek oogpunt ook razend interessant. Maar nu denk ik soms: waarom koos ik geen land met persvrijheid?”

Want u kunt niet praten met wie u wilt?

“Dat is heel moeilijk. De Chinezen praten niet graag met een buitenlandse journalist. Ze zijn iets toeschietelijker voor Europese journalisten dan voor Amerikaanse, en ik heb het voordeel dat ik voor Nederlandstalige media werk.

“Sommige bronnen houden rekening met de uitstraling van een medium: ‘Wat zou de weerslag zijn als ik met die journalist praat?’ Engelstalige media worden sneller door de autoriteiten opgepikt dan Nederlandstalige. De gewone Chinees is zich niet zo bewust van het verschil tussen Engelstalige en Nederlandstalige kranten, maar hij is er wel van doordrongen dat het verstandiger is zijn hoofd niet boven het maaiveld uit te steken. Hij concentreert zich op zijn eigen leven en neemt liever geen risico’s. Want de gevolgen kunnen zeer groot zijn.”

‘Als tiener wilde ik al journalist worden, liefst in het buitenland. Zolang het maar exotisch en spannend was.'Beeld Joris Casaer

Want China is een dictatuur?

“Precies. Ook al beloof je als journalist anonimiteit, toch houden mensen zich liever op de vlakte. Want er is ook de controle met technologie waardoor ze bang zijn dat ze via camerabeelden of telefoon- of chat­gesprekken toch gesnapt worden. Een aantal Chinese burgers wil de wereld oprecht informeren over wat er in hun land gebeurt. Meestal zijn dat hoger opgeleiden. Zij durven het soms wel aan om met een Nederlandstalig medium te praten. Ze gokken er dan op dat de Chinese overheid minder zwaar aan een artikel in de Volkskrant of De Morgen tilt.”

China is intussen een Big Brother-maat­schap­pij die haar burgers via technologie nauw­gezet in het oog houdt?

“Het is altijd een controlemaatschappij geweest. Vroeger waren het vooral informanten die hun medeburgers in de gaten hielden. Daar komt nu de technologie bij. Het is heel moeilijk om vast te stellen hoe dat precies in zijn werk gaat. Als je in het Westen op het internet surft, worden je data ook door ondernemingen als Facebook of Google gebruikt. Misbruik zoals dat van Cambridge Analytica komt hier wél soms uit. Je kunt dat bedrijf dan voor de rechter slepen of je kan er een stuk over schrijven of een reportage over maken.

“In China komt er af en toe ook wel iets naar buiten, maar we weten nooit hoe ver of diep dat misbruik dan gaat. Sommige burgers klagen openlijk over de oprukkende gezichts­herkenning, alleen weten ze heel goed dat ze enkel privé­bedrijven mogen viseren. ‘Moeten die ondernemers wel op alle hoeken van de straten onze gezichten herkennen?’ Ze zullen die vraag nooit stellen als het over overheids­camera’s gaat.”

Is de scheiding tussen privé- en overheids­bedrijven dan zo duidelijk?

“Nee, helemaal niet, denk maar aan een onderneming als Huawei. Of de Amerikaanse ban op handel met Huawei dan terecht is? Dat is een heel moeilijke vraag, juist omdat er zo weinig bekend is over de verwevenheid van de Chinese overheid met Huawei.”

Voelt u in uw dagelijkse leven in Peking dat u in een dictatuur leeft?

“Als journalist voel ik dat heel erg. In 2015 en 2016 verbleef ik een jaar in China als student. Dat was totaal anders. Ik kon toen veel meer genieten van het mooie dat het land te bieden heeft. Het is soms moeilijk om het politieke systeem los te zien van de mensen, de cultuur, prachtige natuur en het lekkere eten.

“Als student amuseerde ik me en ondervond ik weinig last van het dictatoriale en de beperkingen. Ik ging veel met Chinezen om, paste me aan en vermeed net als zij politieke onderwerpen. Ik merkte dat ze dat ongemakkelijk vonden en praatte daarom vooral over andere dingen des levens. Ik dacht toen: ‘Het valt hier best mee.’

Patiënten besmet met het Covid-19-virus worden opgevangen in een omgebouwd sportcomplex in Wuhan. ‘In de provincie Hubei kunnen ziekenhuizen de toevloed niet aan en sterven mensen die in normale omstandigheden gered kunnen worden.’Beeld AP

“Pas op het einde van dat jaar merkte ik: er is iets raars aan de hand. Ik studeerde in Hangzhou, een mooie, groene, rijke stad; je ziet er Lamborghini’s en Ferrari’s door de straten rijden. In september 2016 werd de G20 er georganiseerd, de jaarlijkse top van negentien landen en de Europese Unie. In de maanden die daaraan voorafgingen, gebeurden er merkwaardige dingen. Ik bezocht vaak een antiekmarkt. Van de ene dag op de andere was die weg en waren de regels veranderd. Een vriendin mocht niet meer met haar hond gaan wandelen. ‘Honden zijn vanaf nu verboden’, zei ze. Gevels werden in sneltreinvaart gerenoveerd, de wankele gebouwen erachter lieten ze ongemoeid.

“Hangzhou is een zeer drukke stad, met continu files. Dat was niet echt aangenaam voor de bezoekers van de G20, dus werden inwoners verplicht op vakantie gestuurd.”

Er werd een illusie gecreëerd?

“Inderdaad, puur omwille van de politieke show werd Hangzhou herschapen in een Potemkin-stad. Toen besefte ik voor het eerst: dit is niet normaal. Maandenlang ging het leven in Hangzhou zijn gangetje, tot op een dag de partij met een vingerknip besliste dat de burgers moesten wijken voor die top.

“Net hetzelfde gebeurt nu naar aanleiding van corona. Op 31 december waarschuwde oog­arts Li Wenliang uit Wuhan zijn vrienden voor een SARS-achtig virus. Hij vertelde hen dat verschillende patiënten ziek waren geworden na een bezoek aan een markt. In het ziekenhuis waar hij werkte, waren ze in quarantaine geplaatst. Hij raadde zijn vrienden aan maatregelen te nemen om besmetting te voorkomen.

“Begin januari werd dokter Li door de politie op het matje geroepen voor ‘het verspreiden van geruchten’. Intussen is hij zelf gestorven aan corona. Op 7 januari wisten de autoriteiten al dat er zeven medici besmet waren. Op 11 januari bleek dat 14 van de 41 zieken in quarantaine niet aan die markt gelinkt waren. Er was dus overdracht geweest van mens op mens. Toen hadden alle alarmbellen moeten afgaan. Maar in plaats van in actie te schieten, hielden ze politieke meetings, lieten ze de nieuwjaarsuittocht plaatsvinden én een nieuwjaarsdiner met 40.000 mensen op 18 januari. Enkel en alleen omdat de overheid succes wilde uitstralen.

“Zieke mensen pasten even niet in het scenario van de partij. Pas toen het té erg en té laat was, communiceerden ze dat er iets aan de hand was. Een paar dagen later ging Wuhan in lockdown en twee dagen later de hele provincie.”

'De gewone Chinees is ervan doordrongen dat het verstandiger is zijn hoofd niet boven het maaiveld uit te steken.'Beeld Joris Casaer

Hebt u het gevoel dat u als journalist in de gaten wordt gehouden?

“Er zijn bewijzen dat de Chinese overheid journalisten volgt en hun communicatie afluistert. Zelf heb ik dat nog niet aanwijsbaar ondervonden. Soms zijn er problemen met het mail­verkeer en dan denk ik: ‘Is dit een technische kwestie of is er meer aan de hand?’ Ik probeer daar niet te veel aandacht aan te schenken, want ik wil niet paranoïde worden. In luchthavens ondervind ik bij paspoortcontroles nooit moeilijkheden omdat ik journalist ben. Het enige echt lastige is dat zoveel Chinezen niet met mij durven te spreken. Ik begrijp hun angst. Het ergste wat mij kan overkomen, is dat de overheid mijn visum intrekt en me naar België terug­stuurt. Voor de Chinezen zelf is het een ander paar mouwen.”

Want zij riskeren in straf- en heropvoedings­kampen te belanden?

“Dat speelt zich vooral af in de provincie Xinjiang, in het noordwesten van China, waar Oeigoeren in heropvoedingskampen worden opgesloten. In het algemeen worden mensen op het matje geroepen op het politiekantoor of bij het wijkcomité. Sommigen missen kansen op promotie of verliezen hun job. Dissidenten die opkomen voor mensenrechten en persvrijheid lopen wél het risico opgepakt te worden en te ‘verdwijnen’.”

De Amerikaans-Nederlandse sinoloog en journalist Ian Buruma noemt de regerende Chinese Communistische Partij onomwonden ‘een volbloed maffia­organisatie met criminele activiteiten, corruptie en afrekeningen’. Heeft hij gelijk?

“Dit soort van uitspraken neem ik als journalist die in China werkt niet in de mond. U zult mij geen dingen horen zeggen die ik niet kan staven. De Chinese overheid is een black box; we weten er zeer weinig over. Natuurlijk hoor ik verhalen van Chinese burgers over corruptie, ook al slaat president Xi Jinping zich op de borst dat hij die heeft uitgeroeid. Maar het gaat mij veel te ver om dan te stellen dat de Communistische Partij een maffia­organisatie is. Ik heb daar geen bewijzen voor.”

Hoe ‘communistisch’ is China eigenlijk?

“Niet in de zin van: iedereen is gelijk. De kloof tussen rijk en arm is een van de grootste van de wereld. Het is een klassenmaatschappij met mensen die rijker zijn dan wij ons kunnen voorstellen.”

Zijn zij allemaal ook lid van de partij?

“Velen wel, maar niet allemaal. Ze zullen nooit tegen de partij ingaan en weten heel goed hoe in het systeem te navigeren. U mag ook niet vergeten dat de voorbije dertig jaar ontzettend veel mensen uit de armoede getrokken zijn. Het is indrukwekkend hoe ze de economie lieten floreren. Toch leven velen nog in erbarmelijke omstandigheden.

“Dat Chinese economische wonder ging ten koste van veel, maar ook wij hier in het Westen maakten veel fouten. We offerden ons milieu ook op en buitten ook arbeiders uit. Alleen verliep dat bij ons over een paar eeuwen. Af en toe hadden we tijd om na te denken en bij te sturen. In China verloopt dat razend­snel, met vreselijke neven­effecten. Je kunt niet zeggen dat de Chinese overheid niets onderneemt tegen vervuiling. Kolencentrales worden vervangen door wind- en zonne-energie.

“Maar ook hier is niet alles wat het lijkt. Kolencentrales gaan dicht in gebieden die in de kijker lopen en verhuizen vervolgens geruisloos naar regio’s in het westen van China.”

De bewondering hier was groot toen eind januari in Wuhan in zes dagen tijd een zieken­huis voor meer dan duizend patiënten werd gebouwd. Maar was die kadaver­discipline niet vooral heel griezelig?

“Ik was getuige van de bouw. Er stonden veertig graafmachines naast elkaar de grond af te graven, tezelfdertijd werd de riolering en de elektriciteit aangelegd. Ik keek daar vol bewondering naar. Ik vind het oprecht fantastisch hoe ijverig, ingenieus en ambitieus de Chinezen zijn.

“Maar natuurlijk is het ook zeer jammer dat het nodig was om dat ziekenhuis in een recordtijd te bouwen. En het kan ook alleen maar zo snel omdat China een controle­staat is, met zijn keerzijdes. Soms hoor je hier mensen zeggen: ‘Waarom hebben wij niet zo’n sterke leider als de Chinese president Xi? Daar bouwen ze sneller luchthavens en trein­stations dan wij een huis.’ Dat is ook zeer indrukwekkend, maar je mag nooit het volledige plaatje uit het oog verliezen. Die luchthavens en trein­stations zijn zo snel gebouwd omdat alle mensen die daar eerst woonden, geen inspraak hadden.”

Leen Vervaeke in spookstad Wuhan.Beeld rv

Was de doorsnee-inwoner van Peking vóór de uitbraak van het corona­virus gelukkig met zijn leven?

“Tijdens gesprekken met Chinese kennissen hoor ik vaak: ‘China is een immens divers land met ontzettend veel inwoners. Ons onderwijsniveau ligt nog niet hoog genoeg. Een westerse democratie waarin we zelf onze politieke leiders kiezen, zou voor ons niet werken.’ Ze wijzen dan ook altijd naar de bizarre leiders die de westerse democratie soms oplevert, zoals de Amerikaanse president Donald Trump. Of naar de terreur­aanslagen.

“De Chinese propaganda buit die gebeurtenissen trouwens heel goed uit. Chinezen hebben geen toegang tot andere informatie, waardoor ze er redelijk van overtuigd zijn in een goede omgeving te leven. ‘Onze economie draait uitstekend, we hebben geen terreur­aanslagen en geen gekke leider zoals die Trump. Waar moeten we dan over klagen?’

“Tot ze natuurlijk op een keer zelf in aanraking komen met de willekeur; pas dan gaan hun ogen open. Wanneer ze omwille van een nieuwe drievaksbaan zonder boe of bah uit hun huis worden gezet, of van de ene op de andere dag hun job verliezen omdat ze online een gevaarlijke opmerking maakten.

“Mijn Chinese buren zijn heel erg bezig met het materiële: met werken en vooruitkomen, waardoor hun spirituele noden soms onvervuld blijven. In Shenzhen, het Chinese Silicon Valley, geldt in veel bedrijven het 6-6-9-principe. Zes dagen per week werken ze er van zes tot negen. Op het scherpst van de snee wordt daar door de knapste koppen nieuwe technologie ontwikkeld. Dat is zeer indrukwekkend, maar er zijn ook bedrijven in China waar veel uren worden geklopt en waar de bureaucratie hoogtij viert. Een doordeweeks bezoek aan de bank is soms een urenlange oefening in geduld.”

Bestaat burn-out er?

“Het begrip is onbekend. Depressie bestaat wel, maar is eigenlijk taboe. Wie een depressie heeft, probeert dat te verbergen en krijgt niet de juiste therapie. De officiële zelfmoordcijfers zijn een onderschatting; in werkelijkheid liggen ze in China hoger dan in Nederland of België. Vorig jaar sprak ik de Nederlands-Chinese computerwetenschapper Huang Zhisheng. Hij heeft een algoritme ontworpen dat het Chinese internet scant naar berichten die wijzen op suïcidaal gedrag. Want er zijn online plaatsen waar wanhopige Chinezen hun nakende afscheid van het leven aankondigen.”

Bent u gelukkig in China?

“Ik woon er zeer graag en ben er ook gelukkig, ja. Het is een super­interessant land, maar als journalist is het vaak frustrerend. De Chinese staats­televisie en -kranten zijn pure propaganda. Vroeger verschenen er online af en toe kritische stukken, maar onder Xi zijn het er steeds minder. De overheid beslist welke sites bezocht kunnen worden. Steeds meer buitenlandse websites zijn verboden terrein voor de Chinezen. Volkskrant.nl is sinds een half jaar niet toegankelijk. Sites die wel toegankelijk zijn, worden met veel mankracht en technologie geobserveerd en gecensureerd. Het arsenaal aan verdachte zoekwoorden breidt uit. Af en toe verschijnt er nog wel eens een kritisch stuk online, om na hooguit een uur, en soms al na een paar minuten, te verdwijnen.

“Met een VPN-verbinding kan ik de ‘great firewall’ om het Chinese intranet omzeilen. Ik probeer zoveel mogelijk informatie te pakken te krijgen vóór ze gecensureerd wordt, al lukt dat vaak niet. Gelukkig houden een aantal excellente onderzoekers zich bezig met het opsporen van online-informatie voor ze verdwijnt. Die tien dagen dat ik in Wuhan was, werkte de censuur trouwens zo goed als niet.”

Waarom vierde de censor toen de teugels?

“Veel censoren waren op nieuwjaarsvakantie en konden niet terugkeren door de wegblokkades. Het kwam de overheid ook goed uit om de journalisten even hun werk te laten doen. Zo kregen ze zelf een beter beeld van de situatie. Plots las ik razend interessante artikelen in de Chinese media. Onze Chinese collega’s kunnen uitstekend kwalitatief journalistiek werk afleveren. Alleen mogen ze dat in normale omstandigheden niet. Nu viel de controle even weg en kwam al dat talent meteen aan de oppervlakte. Ik merkte toen zelf ook dat bij de inwoners van Wuhan de angst om te praten verdween. Voor het eerst in mijn twee jaar correspondentschap waren mensen open én dankbaar dat iemand zoals ik verslag uitbracht. Ze kwamen spontaan vertellen dat ze vergeefs zaten te wachten op een virus­test.”

Die openheid van de burgers van Wuhan zal bij de overheid toch voor lichte paniek gezorgd hebben?

“Zeker, en inmiddels is die kortstondige persvrijheid vakkundig de kop ingedrukt. Er kwamen iets te veel verhalen naar buiten over mensen die geen hulp kregen. Kranten kregen instructies: artikels moeten opnieuw positieve energie uitstralen en focussen op de succesvolle strijd tegen het virus onder leiding van president Xi.

“In de dagelijkse omgang vond ik de gewone Chinees voordien vaak meegaand en soms goedgelovig. Ik miste de kritische geest van mijn vrienden in België en Nederland. Maar die week in Wuhan ontdekte ik dat die ‘goedgelovigheid’ bij velen vooral façade is, een overlevingsstrategie. Heel even kreeg ik toen een andere kijk op China.”