Direct naar artikelinhoud
Interview

Noémie Wolfs: ‘Ik weet niet of ik hard genoeg ben om in deze industrie te blijven werken’

Noémie Wolfs.Beeld Francis Vanhee

Lonely Boy’s Paradise is haar tweede soloalbum nadat ze vijf jaar fungeerde als frontvrouw van Hooverphonic. Maar deze plaat is misschien wel de meest persoonlijke van Noémie Wolfs (31). ‘Ik ben géén feminist.’

Voor Studio Brussel maakten Noémie Wolfs en haar partner Simon Casier, bassist van Balthazar, de afgelopen maanden wekelijks een cover. Intussen zaten ze op het thuisfront te sleutelen aan Lonely Boy’s Paradise, de tweede soloplaat van de zangeres. Woensdag speelde hij in haar band, in het voorprogramma van zijn band, in het Koninklijk Circus in Brussel. Is dat lastig voor Simon, om in beide projecten te zitten?

Noémie Wolfs: “Hij zegt van niet, maar het is niet de bedoeling dat hij bij mij blijft spelen. Ik ga geen rekening houden met de volle agenda van Balthazar om zelf te kunnen optreden. Maar voor de releaseconcerten of de promo heb ik hem er graag bij, omdat we de plaat samen hebben gemaakt. Die dingen kunnen we dan makkelijk met twee samen in elkaar steken.

“Weet je, als hij erbij is, ben ik minder zenuwachtig. Dat merkte ik ook heel erg bij de wekelijkse covers die we onlangs voor StuBru maakten. Niet dat hij me op een concrete manier geruststelt, maar hij heeft een rustgevend aura rond zich hangen. Hij is nooit zenuwachtig, zelfs niet voor Rock Werchter. Ik ga hem dus zeker missen.”

Noémie Wolfs in het Koninklijk Circus in Brussel.Beeld Francis Vanhee

Toen je nog bij Hooverphonic zong, zei je al in interviews dat je zelf wél zenuwachtig bent om op te treden. Vanwaar komt dat?

“Van nature ben ik erg onzeker, over van alles en nog wat. Dat kan soms erg extreem worden, zoals de hele dag ervoor niets eten. En het kost me minstens één nummer om over die plankenkoorts te geraken. Ik las ooit in een interview met Sting dat hij dat nog altijd heeft, ik ben dus niet alleen.

“Als je je hoofd uit de massa steekt, hebben veel mensen plots een mening over jou. Als iemand die me niet kent dan zegt: “Die Noémie, ik kan die niet uitstaan”, heb ik daar moeite mee. Wanneer er tijdens een optreden iemand begint te fezelen, word ik zenuwachtig. Alsof ik op dat moment niet goed genoeg ben voor iedereen, alsof ik hun verwachtingen niet inlos. 

“Ik doe dat mezelf aan, hoor. Ik ben mijn eigen grootste kritische toeschouwer. Het is ook een harde industrie en ik weet niet of ik hard genoeg ben om hierin te blijven werken. De dag dat het niet leuk meer is, hou ik de eer aan mezelf en ga ik wel iets doen met mode zoals mijn vader, een schoenenontwerper, of met antiek zoals mijn moeder.

“De laatste try-out viel gelukkig goed mee en dat was een geruststelling. Maar dat kwam misschien omdat ik vooraf drie glazen wijn had gedronken. (lacht) Voor mijn doen is dat veel.”

Op Instagram ben je erg actief om het releaseconcert in AB aan te kondigen. Is dat ook een angst? Dat de zaal niet vol zou zitten?

“Ja, mega. Al ligt dat ook deels aan de cultuur op sociale media. Als artiest moet je daar plots superpopulair zijn. Vroeger mochten goede bands zonder grote achterban al wel op Eurosonic spelen. Vandaag word je pas gehoord als je 7 miljoen Instagram-volgers hebt. Maar dat is supervermoeiend. Me de hele tijd beter voordoen dan ik ben, daar wil ik me liever niet mee bezighouden. Volgens mij is dat iets van de nieuwe generatie. Het lijkt me verschrikkelijk om vandaag puber te zijn.”

Tegelijk doe je vrolijk mee.

“Da’s waar, ik ben geen haar beter. Heb ik een slechte dag, denk ik algauw: hier hebben mensen geen zaken mee. Voor sociale media bestonden was ik gelukkiger. Dan wist ik niks van niemand, en niemand iets van mij. Terwijl ik nu word gebombardeerd met goed nieuws, ook op dagen dat het met mij minder gaat. Of dan zie ik vrienden afspreken en vraag ik me af: waarom ben ik daar niet bij? Wat dat betreft neem ik beter een voorbeeld aan Simon, die zit helemaal niet op sociale media.”

Noémie Wolfs.Beeld Francis Vanhee

En ga je op Instagram telkens voor de perfecte look?

“Ja, maar daar heb ik geen moeite mee. Uit mezelf doe ik graag mijn best, ik ben ook erg bezig met mode. Dus vind het niet erg om eens iets ongemakkelijk aan te doen. Wat ik nu draag (een tweedelige jeansoutfit met pofmouwen, RB) zit niet goed. Die broek komt te hoog en dat zit niet handig. En toch voel ik me nu beter in mijn vel dan in pakweg een jogging. Daarom draag ik ook altijd hoge hakken, omdat ik me dan zelfzekerder voel. Ik doe dat niet voor andere mannen of vrouwen, maar voor mezelf.

“Trouwens, kijk eens naar buiten! Jan Mulder loopt daar. Ohh! Dat vind ik echt een geweldige man.”

Als je even naar buiten wil?

“Nee, dat durf ik niet. Op de MIA’s stapte Jeroen Meus op me af omdat hij mijn single ‘On The Run’ zo goed vond. Ik ben niet gauw starstruck, maar zulke dingen blijf ik erg maf vinden.”

‘On The Run’ gaat over een jongen die de weg kwijt is en een meisje dat hem wil helpen. Gaat dat over jou?

“Ik schrijf nooit over zaken die ik zelf meemaak, omdat me dat te hard zou emotioneren. Het publiek heeft ook geen zaken met mijn persoonlijke leven. Simon en ik hebben de laatste jaren wel wat meegemaakt, maar dat wil ik liever niet prijsgeven. Daarom wou ik bij Hooverphonic ook nooit weten waarover die nummers gingen. Die hadden niets met mij te maken, dus ik zocht er mijn eigen verhaal in. Muziek kan iets anders betekenen voor elke individuele luisteraar.”

Zie je jezelf in het rijtje van sterke, vrouwelijke artiesten?

“Ik ben geen feminist, maar er mogen toch wat meer vrouwen muziek maken. Wat was dat op de MIA’s, bijvoorbeeld? Alleen Laura Tesoro op het podium, dat is toch jammer? Daarom is het goed dat er een nieuwe generatie opstaat die haar eigen ding doet. Billie Eilish bijvoorbeeld, hoe goed is die? Ik word week van haar stem en hoop dat ze zichzelf kan blijven heruitvinden. Het is niet evident om met zulke muziek en dito attitude te debuteren in tijden van de Dua Lipa’s met hun perfecte beats en dito maten. Zij heeft daar lak aan en treedt gewoon op met groen haar en in oversized kleren zodat ze precies geen vormen heeft. Jongeren zoeken connectie met artiesten in wie ze zich herkennen. En de jonge, slanke, blonde popster, dat gaat eindelijk voorbij.”

Wanneer is het aanstaande releaseconcert voor jou geslaagd?

“Als deze plaat me de kans geeft om verder te toeren en liefst niet alleen in eigen land. Ik heb iets gemaakt waar ik megablij mee ben. Dus mochten de reviews tegenvallen, ga ik nog altijd trots zijn, omdat ik trouw ben gebleven aan mezelf. Ik zou er geen noot aan willen veranderen.

“En tijdens het concert hoop ik vooral dat het publiek me iets teruggeeft. Mensen beseffen niet dat ze de helft van een optreden in handen hebben. Natuurlijk betalen ze om zich een avond te laten entertainen. Maar als ze meedoen, meezingen, meedansen, krijgen ze dat dubbel zo hard terug. Met Hooverphonic heb ik overal in Europa gespeeld en overal gingen mensen uit hun dak. Maar in Vlaanderen blijft dat moeilijk, wij hebben te veel gêne. Vlamingen zijn het moeilijkste publiek van Europa. Ze klappen beleefd, maar blijven gereserveerd. Met Hooverphonic speelde ik veel liever in Wallonië. Mensen doen veel meer mee dan bij ons. Dus probeer ik me hier in te beelden dat ik voor een uitgelaten Sportpaleis sta. Dat helpt wel.”

Noémie Wolfs in het Koninklijk Circus in Brussel.Beeld Francis Vanhee

Over Hooverphonic gesproken: kun je nog teren op die internationale bekendheid?

Nee gij. Ze hebben nu echt opnieuw een gezicht (de 19-jarige Luka Cruysberghs, RB), wat de groep ook nodig heeft. Vooral de naam Hooverphonic is veel waard, de individuele namen veel minder. Dat hoeft ook niet. Voor mij was het een fijne leerschool toen ik tien jaar geleden begon, maar het was niet honderd procent ik. Bij mijn vorige plaat gaf Spotify nog aan dat Hooverphonic, Geike of Massive Attack gelijkaardige artiesten waren. Tegenwoordig staat daar Warhaus, Sylvie Kreusch of SX. Heel anders, dus.”

Heb je vandaag spijt dat niet je mee naar het Eurovisiesongfestival mag?

“Ik zou dat sowieso graag doen, dat heb ook altijd aan Alex gezegd toen ik nog in de band zat. Ook toen werd het hun al gevraagd, en ze hebben die boot altijd afgehouden. Ik volg dat festival ook, veel meer dan mijn muzikantenvrienden. Zelfs Simon is op die avond nergens te bespeuren, zodat ik alleen moet kijken.

“Toch gaat het laatste jaren weer terug over muziek en passeren er soms echt goede popschijven, zoals ‘Euphoria’ van Loreen of ‘City Lights’ van Blanche. Dat is fantastisch, toch? Het enige waardoor ik iets minder jaloers ben, is dat het dit jaar doorgaat in Rotterdam. Dan zou ik liever naar bijvoorbeeld Tel Aviv gaan.”

Is dit album nu eindelijk de échte Noémie Wolfs?

“Misschien wel, het eerste heb ik gewoon te snel gemaakt. Er zijn artiesten die menen dat te lang aan een album werken ook niet goed is, dat het dan overwerkt is. Maar ik denk dat iemand ben die toch op haar eigen tempo aan haar platen wil blijven sleutelen. Deze keer had ik veel meer nummers geschreven om uit te kiezen, en dat wil ik vasthouden. Mijn lief en zijn band zijn daar anders in. Maar dan maak ik zelf maar geen vijftig platen in mijn carrière. Ik wil me niet meer laten pushen.”

Lonely Boy’s Paradise is uitgegeven bij Universal en wordt op 7/3 voorgesteld in de AB in Brussel.

'Lonely Boy’s Paradise' van Noémie Wolfs.Beeld RV