"Corps diplomatique": achter de schermen van de Belgische diplomatie

Vanavond kunt u op Canvas kijken naar het eerste deel van de vierdelige docureeks "Corps diplomatique". Daarin neemt journalist Bart Aerts u mee achter de schermen van de Belgische diplomatie in Brussel, New York, Washington DC, Peking, Shanghai en Bamako (Mali). Wat is het belang van de Belgische diplomatie? En waarom zijn het net nu bijzonder drukke tijden?

Het zijn diplomatiek drukke tijden. België heeft opnieuw een zitje in de VN-Veiligheidsraad. De grootste economische missie ooit trok naar China. Onze ambassadeur in de VS zit in alle staten. En opnieuw is een Belg verkozen tot voorzitter van de Europese Raad. Zijn belangrijkste raadgever is een Belgische topdiplomaat. De Belgen tellen mee op internationaal vlak.

Is diplomatie nuttig voor een “klein land” als België?

Belgische diplomaten zijn overal. Dat zijn ze altijd al geweest sinds de oprichting van België in 1830, maar de laatste jaren zijn ze vaker dan ooit in het nieuws. Soms tegen wil en dank. Zo kwam diplomaat Jean-Luc Bodson eind 2018 in de Kamercommissie Buitenlandse Zaken uitleggen hoe het VN-migratiepact tot stand was gekomen. Diplomaten bereiden voor, politici voeren uit. Dat is ook zo in de Europese arena. Telkens de staatshoofden en regeringsleiders samenkomen in Brussel voor een Europese Raad krijgen we beelden te zien van leiders op de rode loper. Ze vergaderen tot in de vroege uurtjes, geven een persconferentie en reizen dan terug naar hun thuisland.

Achter de schermen spelen diplomaten een hoofdrol in stilte. Zo is de kabinetschef van Europees president Charles Michel een Belg: François Roux. In een vorige rol was hij al de belangrijkste diplomatiek adviseur van toenmalig premier Charles Michel. Wanneer we hem volgen wordt duidelijk dat Roux premier en later president Michel voortdurend voedt met informatie. Om vader Louis Michel te citeren: “De rol van diplomaten is cruciaal. Zonder hen was ik niets als minister van Buitenlandse Zaken”.

Brussel grootste diplomatieke hoofdstad

Belgische diplomaten hebben een ijzersterke reputatie opgebouwd. Als bruggenbouwers, probleemoplossers en meester-onderhandelaars. Dat heeft te maken met de complexiteit van België. Het land is als een permanente diplomatieke conferentie. Dat blijkt dezer dagen meer dan ooit. Belgische politici en ook diplomaten zijn van oudsher gewend om compromissen te smeden. Ook op internationaal vlak.

Dat twee van de drie Europese presidenten een Belg zijn onderstreept dat. Ook Belgische diplomaten worden vaak gevraagd voor Europese topjobs. Zo is Didier Seeuws chef van een bijzondere taskforce die de brexit in goede banen moet leiden. Ooit stak toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) de topdiplomaat stokken in de wielen. Hij had geen post voor Seeuws tijdens de jaarlijkse diplomatieke beweging, een benoemingsronde die politiek geïnspireerd is. In Europa konden ze de kwaliteiten van Seeuws wèl waarderen. Hij spreekt voor het eerst over de diplomatieke aspecten van de brexitonderhandelingen.

De diplomatieke hoofdrol voor België heeft ook te maken met de status van Brussel. Het is de belangrijkste diplomatieke hoofdstad ter wereld. Het geeft Genève, Washington DC en New York het nakijken. Dat beseffen we niet altijd. Meer dan 300 diplomatieke posten telt Brussel en zo’n 60.000 mensen werken er met een diplomatiek statuut. De Verenigde Staten, China en Rusland hebben in geen enkel ander land meer ambassadeurs dan in België. Uiteraard heeft dat te maken met de aanwezigheid van internationale instellingen zoals de NAVO en de Europese Unie. Maar het geeft België een concurrentieel voordeel op diplomatiek vlak. Wanneer een staatshoofd, een regeringsleider of minister België bezoekt voor multilateraal overleg dan passeert hij of zij meestal langs het koningshuis, bij de premier of de minister van Buitenlandse Zaken.

Vanuit Brussel vertrekt een fijnmazig diplomatiek netwerk tot in alle uithoeken van de wereld. België heeft 118 posten wereldwijd: 84 ambassades, 17 consulaten-generaal, 8 permanente vertegenwoordigingen, 5 consulaten, 3 diplomatieke bureaus en één Belgian Office. In vergelijking met andere Europese landen van dezelfde omvang is dat vrij veel. Vergelijk je met de groten dan blijft het weinig. China telt voor het eerst de meeste posten in de wereld: 276. Drie meer dan de VS. Maar het aantal Belgische posten geeft aan dat België het belangrijk vindt om aanwezig te zijn in het buitenland. “Om onze bedrijven te ondersteunen en om de 470.000 landgenoten in het buitenland bij te staan”, zegt Peter Moors, chef van de Belgische diplomatie.

Niet alleen de Europese president, ook de koning, de premier en de minister van Buitenlandse Zaken hebben Belgische diplomaten op sleutelposities in hun kabinet. En waar diplomatie vroeger vooral Buitenlandse Zaken betekende, is ze nu uitgebreid naar andere beleidsdomeinen. Bijna elke vakminister heeft een diplomatieke opdracht. Ook de minister van Binnenlandse Zaken krijgt door de terreurdreiging de laatste jaren te maken met internationale diplomatie.

België bokst boven zijn gewicht

We volgden Belgische diplomaten aan het werk in Brussel, New York, Washington DC, Peking, Shanghai en Bamako (Mali). We kozen deze plaatsen omdat het cruciale posten zijn. Zo is België lid en momenteel voorzitter van de VN-Veiligheidsraad in New York. Om te weten te komen wat dat betekent, volgen we een diplomate tijdens haar werkzaamheden in New York en Bamako. Binnen de Veiligheidsraad, een soort wereldregering, wil België het lot verbeteren van de tienduizenden kinderen die momenteel slachtoffer zijn van oorlog en geweld.

In Washington DC doet de Belgische ambassadeur Dirk Wouters en zijn team aan diplomatie in tijden van Trump. Niet eenvoudig met een Amerikaanse president die zijn diplomatische strategie laat afhangen van zijn humeur. Diplomatie en onvoorspelbaarheid gaan niet samen en dus knoopt Wouters, net als zijn buitenlandse collega’s, relaties aan met de verschillende Amerikaanse staten. Economisch zijn die enorm belangrijk en ze kunnen zelfstandig beslissingen nemen. De Belgische ambassadeur bezoekt er een vijftiental per jaar.

China is volgens diplomaten dan weer het land waar het allemaal gebeurt en dus kan België er niet ontbreken. Er komt een nieuwe Belgische ambassade in Peking en er zijn verschillende consulaten-generaal van waaruit diplomaten de economische belangen kunnen verdedigen.

U kan zich afvragen of België niet te klein is om te kunnen wegen in landen als Amerika en China. Of om enig gewicht in de schaal te kunnen werpen als lid van multilaterale organisaties zoals de EU en de VN. Wel, na meer dan een jaar research en een lange reeks gesprekken met (ex-)diplomaten, (voormalige) politici, wetenschappers en ambtenaren van Buitenlandse Zaken is me als journalist één zaak kristalhelder: België ìs geen klein land.

Geografisch is België klein. Economisch al veel minder. Studies wijzen uit dat België op de elfde plaats staat wat export betreft. Op plaats 11 van bijna 200 landen. En omdat België zo afhankelijk is van uitvoer, is het verplicht om aanwezig te zijn in het buitenland. Om de economische belangen te verdedigen en om bedrijven te faciliteren.

Omdat België al jaar en dag de keuze maakt om zich sterk te profileren in het buitenland, kan het diplomatiek boven zijn gewicht boksen. Zonder een mal figuur te slaan. België is al voor de zesde keer lid van de VN-Veiligheidsraad. Als stichtend lid van de EU blijft het een belangrijke rol spelen binnen Europa. “We zijn serieuze kerels op internationaal vlak”, zegt ere-ambassadeur Johan Verbeke.

België té complex

Het idee voor "Corps diplomatique" is in 2014 ontstaan toen ik Herman Van Rompuy volgde in binnen- en buitenland tijdens zijn laatste jaar als voorzitter van de Europese Raad. In het VRT-magazine Koppen kwam slechts sporadisch een diplomaat aan bod. Omdat diplomaten doorgaans in de schaduw opereren. Omdat ze niet altijd mogen spreken voor de camera. Omdat ze dat ook vaak niet willen. De discretie, weet u wel. Maar dit keer wilde ik diplomaten op het voorplan zien.

Diplomaten, zo wil de boutade, denken twee keer na voordat ze iets zeggen en besluiten dan te zwijgen. Behalve in deze docureeks en boek. De diplomaten van de voorbije dertig jaar vertellen –vaak voor het eerst – honderduit over hun ervaringen van vroeger en nu. Van de moord op tien Belgische para’s in Rwanda in 1994 over het Belgische verzet tegen de Irak-oorlog in 2003 tot de brexit vandaag. Ze onthullen de ware toedracht van historische gebeurtenissen die ze op de eerste rij hebben gevolgd en mee hebben bepaald.

In de Verenigde Staten laat de overheid alle gepensioneerde diplomaten interviewen. Om de geschiedenis vast te leggen. Want diplomaten reizen om de zoveel jaar van de ene standplaats in de wereld naar de andere post. Zo gaan papieren archieven verloren. De oral history is het alternatief. In ‘Corps Diplomatique’ brengen Belgische topdiplomaten zoals Frans van Daele, Didier Seeuws, Bénédicte Frankinet, Etienne Davignon, Anick Van Calster en vele anderen deze ‘mondelinge overlevering’. Het resultaat van urenlange interviews in het statige Egmontpaleis in Brussel, hét symbool van de diplomatie.

Ze vertellen niet alleen hoe België een gewichtige rol speelt op diplomatiek vlak, maar ook dat die rol bedreigd is. Internationale instellingen verliezen gezag. Bovendien is het steeds moeilijker om aan de internationale onderhandelingstafels te verschijnen met een gemeenschappelijk, Belgisch standpunt. Jaarlijks zijn er 350 vergaderingen nodig met experts en diplomaten van het federale niveau, de gemeenschappen en de gewesten om tot een Belgisch standpunt te komen. Er ligt dus nog veel werk op de plank voor diplomaten. Het is zoals topdiplomaat François Roux stelt: “Ik denk niet dat de job van diplomaat snel zal overgenomen worden door robots”.

"Corps diplomatique" is te zien op Canvas, na Terzake op 24, 25, 26 en 28 februari. Het gelijknamige boek is verschenen bij uitgeverij Polis.

Meest gelezen