Op “Erasmus gaan” is helemaal ingeburgerd in het hoger onderwijs, maar ook leerlingen uit technische- of beroepsrichtingen van het secundair onderwijs kunnen op buitenlandse stage. Afgelopen jaar trokken zo’n 1400 leerlingen onder begeleiding van 188 leraren via Erasmus+ op stage naar een land van keuze. Sinds de start in 1995 is het aantal vertienvoudigd. Hiervoor is 3,8 miljoen euro ter beschikking.“We zijn al tien jaar bezig met internationalisering in onze school”, verduidelijkt verantwoordelijke Johan Mulders. “Dit schooljaar organiseren wij stages naar Portugal, Spanje, Hongarije en Duitsland voor 25 leerlingen en 8 leerkrachten. Wat betekent dat 20 procent van onze 6de en 7de jaren de kans krijgen om naar het buitenland te gaan. Volgend jaar hopen we ook nog eens 10 leerlingen van het 6de jaar Industriële Wetenschappen op stage te zenden naar Londen en dan zitten we aan liefst 30 procent. Daarmee zitten we ook veel hoger dan het Vlaams gemiddeld van 7 procent wat volgens de minister veel te weinig is.”Het Technisch Heilig-Hartinstituut bewijst al enkele jaren dat Erasmus+ ook iets is voor leerlingen van TSO en BSO. “Deze stages kaderen binnen de internationale visie van de school,” legt Johan Mulders verder uit. “Met dit charter krijgen we nu toegang tot een vereenvoudigde aanvraagprocedure. Dat betekent heel wat minder papierwerk wat het ons gemakkelijker maakt om de doelstellingen te realiseren. Leerlingen die deelnemen komen naar huis met een ‘Europass Mobility’, een attest met de kennis en vaardigheden die ze in een ander Europees land verworven hebben. Ze kunnen hiermee hun kansen bij een sollicitatie versterken. Dit charter is voor ons de erkenning en de beloning van tien jaar inzetten op internationalisering.”