Direct naar artikelinhoud
InterviewRik Verheye

‘Als kind dacht ik: waarom heb ik geen papa en anderen wel?’

Luid lachen en zachtjes schreien: de gekwetste ziel van Rik Verheye
Beeld Joris Casaer

In de nieuwe sketchshow ‘Influencers’ speelt Rik Verheye (33) een wellustige bomma, een BV-volger en nog een stel andere gestoorde figuren. Opvallend: de reeks werd mee geschreven en geregisseerd door Bart De Pauw. ‘Ik wil Bart niet veroordelen en ik wil ook niets minimaliseren. Ik heb met hem samengewerkt omdat ik dat gewoon heel graag wilde.’

Rik Verheye: “Door mijn rol in ‘Influencers’ word ik plots opgevoerd als één van de Bart De Pauw-sympathisanten, terwijl ik gewoon denk: het zijn mijn zaken niet. Op de toneelschool droomde ik ervan te werken met mannen als Jan Eelen en Bart De Pauw. Hij blijft een straffe kerel in zijn vak, punt. ‘Willy’s en Marjetten’ vind ik nog steeds geweldig. Die keiharde, volkse humor, I love it.

“‘Influencers’ staat er ook bol van: ‘Eén, twee, drie, gelukkige euthanasie!’ (lacht) Heb je die sketch gezien? Zalig! En met sociale media kun je wat mij betreft niet hard genoeg lachen. Ik word zo triest als ik zie hoe steeds meer mensen hun bestaansrecht laten afhangen van het aantal volgers dat ze hebben. Ik heb er heel veel: 70.000. Waanzin! Maar ik doe er niks voor. Ik heb mijn Instagram-account alleen maar aangemaakt om mensen te informeren met welke projecten ik bezig ben, zelf zit ik er nauwelijks op. Ik voel totaal geen ‘postdrang’. Maar vrienden van mij zie ik onrustig worden als ze een paar dagen niks hebben gedeeld.”

Was samenwerken met Bart De Pauw zoals je het had verwacht?

Verheye: “Absoluut. We hebben samen zitten brainstormen en ik heb zelf mogen zeggen wat ik graag zou spelen. De BV-volger, bijvoorbeeld. Dat personage ken ik uit mijn eigen leven. Je kunt je niet voorstellen hoe vaak totale onbekenden mij vragen: ‘Ambetant zeker, zo steeds lastiggevallen worden?’ En dan zélf vragen blijven stellen, je niet loslaten, echt heel ver gaan, misschien wel fanpagina’s oprichten... Ik heb zo’n fanpagina en vraag me al lang af: wie zíjn die mensen die daarachter zitten? Zulke bizarre figuren spelen is zo zalig, ik voelde me als een kind in een snoepwinkel. Ook omdat ik nu de fictiereeks ‘Nonkels’ aan het schrijven ben; het was heel prettig om me tussendoor als acteur weer even helemaal te kunnen smijten.”

‘Samenwerken met Bart De Pauw was precies zoals ik het verwacht had. We hebben samen zitten brainstormen en ik heb zelf mogen zeggen wat ik graag zou spelen.' (Foto: 'Bomma' Rik Verheye in 'Influencers'.)Beeld RV

‘Nonkels’ schrijf je samen met Jelle De Beule en Koen De Poorter, en komt volgend jaar op televisie.

Verheye: “Ja, twee toppers. We schrijven het zelf en we gaan zelf de hoofdrollen spelen – lekker narcistisch, nu ik erover nadenk (lacht). Ik heb Jelle leren kennen toen hij meespeelde in ‘Callboys’. We hadden meteen een klik, waardoor we voelden dat we samen aan de slag moesten.

“Ik wil zo graag over ‘Nonkels’ vertellen, maar het mag nog niet. (Kan zich niet beheersen) Het gaat over drie broers, en euh... Hun overkomt iets. Uiteraard, anders hebben we geen verhaal. En het gaat over angst. Angst haalt het meest pure in de mens naar boven. Iedereen probeert zich beter voor te doen dan hij is, maar angst kun je niet verstoppen. Het maakt een mens oprecht, en zo vind ik hem op z’n mooist.”

Jezelf ook?

Verheye (lacht): “Ja. Ik zit vol angsten: verlatingsangst, bindingsangst... Wat ik op dit moment heel heftig vind, is de passief agressieve druk van ‘het verwachtingspatroon’. Ik ben de laatste Callboy die geen kinderen heeft en ik word daar constant op aangesproken. Is dat nu echt de enige manier waarop jullie naar me kunnen kijken, denk ik steeds. Mocht ik de komende jaren geen kinderen krijgen, dan is dat voor de buitenwereld zoveel als zeggen: ‘Mijn zaad werkt niet.’ Ik moet blijkbaar per se mee in die mal, maar ik heb daar voorlopig nog geen zin in.”

Ik heb de indruk dat de dertigers van nu burgerlijker zijn dan ooit. Mensen als Panamarenko of Leonard Cohen bestaan niet meer.

Verheye: “Ik kan soms jaloers zijn op de romantische kunstenaar die de natuur in gaat en daar verdwergt, zich nietig voelt in de kosmos en daarover móét schrijven. Ik heb al weleens geprobeerd om in de roes van een wijntje en een jointje een boekje vol te schrijven met al mijn ideeën, maar dat werkt niet voor mij: ik schrijf er twee keer in en daarna vind ik dat boekje nooit meer terug. Ik moet gewoon achter mijn computer gaan zitten en beginnen te tikken.

“In de auto zet ik wel steevast mijn stemrecorder aan. Terwijl ik rij, monologeer ik voortdurend. Ik spui alles wat in me opkomt, en vaak besef ik dan plots dat ik in pakweg Machelen ben, terwijl ik daar helemaal niet moet zijn (lacht). Er komt bij dat monologeren heel veel bagger uit, maar tussen de troep zit altijd wel iets waarvan ik denk: yes! En dan ben ik vertrokken.

“Pure romantiek wordt op den duur trouwens pathetisch, vind ik. Het draait, zoals bij alles, om evenwicht.”

Geeuw!

Verheye: “Oké, dat lijkt misschien saai. Ik heb ook een burgerlijk kantje. Ik heb al sinds mijn 26ste een eigen huis, en als iemand daar een step tegenaan zet, reageer ik als een grootgrondbezitter en haal ik die step daar weg. En ik ben opgegroeid in Knokke, the material world zelve. Toen ik op mijn 12de zei dat ik acteur wilde worden, was het eerste wat iemand me vroeg: ‘Als je zo’n rol wilt spelen, moet je daar dan voor betalen?’ (lacht) Nu, ik was geen typische Knokke-jongen, hoor.”

Maar je hebt wel getennist.

Verheye: “Bij Royal Zoute Tennis Club, de meest snobistische club van Knokke, die door mijn grootvader mee is opgericht en waar ik Donaldson-toernooien speelde in Mickey Mouse-T-shirts. Mijn grootvader was een prominente figuur in het Knokse leven, een welgestelde ondernemer: als textielingenieur runde hij een wasserij en droogkuis. Het hoort bij wie ik ben en ik kom er nog altijd graag thuis.”

Bekijk een fragment uit ‘Influencers’ (tekst loopt verder onder de video)

Video wordt geladen...

WODKA-ORANGE

Hij was de vader van jouw vader, die aan een leveraandoening is overleden. Hij was verslaafd aan alcohol.

Verheye: “Ja. Ik vind het zo jammer dat ik mijn vader nauwelijks gekend heb. Hij moet een heel fijne mens zijn geweest, heel onderhoudend gezelschap ook. Mijn moeder, die zo heeft afgezien met hem, vertelt nog steeds mooie verhalen over hem. Hij speelde ook toneel, in het amateurtheater. Hij was naar verluidt een geweldige speler. In Knokke hebben ze het daar nog altijd over.

“Ik heb een video-opname van een voorstelling in de ontwenningskliniek in Pittem. Hij had dat stuk zelf in elkaar gestoken en hij speelde de hoofdrol. Het is fenomenaal om hem het podium op te zien gaan, maar ik durf er niet te lang naar kijken. Zijn stem horen is zo heftig. Ik hoor altijd mezelf.

“Er zijn natuurlijk ook veel minder koosjere verhalen over hem. Die heeft iedereen lang voor mij verborgen gehouden. Ik ben te weten gekomen dat hij de voorstelling in Pittem vooral had gemaakt om drank te kunnen binnensmokkelen: ‘De voorstelling gaat over alcoholverslaving,’ had hij gezegd, dus had hij als rekwisieten wel wat volle flessen nodig (schatert). Dat is gewoon als inbreken op klaarlichte dag. Geniaal!

“Toen mijn vader voor de tweede keer succesvol was ontslagen uit de ontwenningskliniek, heeft mijn moeder, die een reisbureau had, hem eens een reis aangeboden naar Barcelona. Zijn broer – mijn peter – zou meegaan. Op voorwaarde natuurlijk dat hij geen druppel zou drinken. Eenmaal in Valencia stelde mijn vader voor om een dag door te brengen op een open bus. Tot mijn peters grote verbazing had mijn vader de volgende dag vijf kilo sinaasappelen mee voor op de bus. ‘We zijn hier tenslotte in het land van de appelsienen!’ had hij gezegd. Hij was die ’s morgens vroeg gaan halen en tegen de middag had hij een schitterend humeur. Mijn peter begreep er niets van, tot hij z’n tanden in één van de sinaasappels zette... Bleek dat mijn vader die allemaal had geïnjecteerd met wodka!

“Ik heb een fictiereeks geschreven over mijn vader. Ik heb het nog niet aangedurfd om die voor te leggen aan Jan Eelen of Michiel Devlieger, maar ooit wil ik absoluut iets doen met al die verhalen.”

Toen ik je vorige keer vroeg waarom je vader zo de roes opzocht, vermoedde je dat hij dat deed omdat hij zijn leven niet had mogen wijden aan wat hij graag deed: spelen.

Verheye: “Dat weet ik zeker, ja. Hij was een zeer creatieve geest maar hij wist niet waarheen met die creativiteit. Het was natuurlijk ook een andere tijd dan nu. Een tijd waarin een kunstvak gaan studeren veel meer taboe was dan nu. Mijn peter heeft uiteindelijk wel zijn zin doorgedreven. Hij is fotografie gaan studeren en dat was volkomen tegen de zin van mijn grootvader, die van mening was dat zijn zonen een ‘écht’ vak moesten studeren. Mijn vader is in drie jaar tijd aan evenveel verschillende studierichtingen begonnen, maar nergens vond hij zijn draai. Hij floreerde wel als praeses van de studentenclub. In die tijd is hij veel beginnen te drinken, en daar is hij jammer genoeg nooit mee gestopt.

“Zijn moeder is tijdens zijn studententijd ook onverwacht overleden. Ik denk dat de onrust van mijn vader, die hem af en toe deed vulkaniseren, ook daarmee te maken had. Zijn broer was snel het huis uit, maar hij is in Knokke blijven hangen. Als je vader geen aandacht voor je heeft, je je moeder mist en je veel vragen blijft hebben bij haar dood, dan kan ik me voorstellen dat je de roes wilt opzoeken.”

EXTREEM CHAGRIJNIG

Volgens mij is dat vulkaniseren jou ook niet vreemd.

Verheye: “Dat is waar, maar ik heb gelukkig ook het verstandige en de natuurlijke rem van mijn moeder.”

Ik dacht eigenlijk dat je moeder jouw rem wás. Toen in het VTM-programma ‘Hoe zal ik het zeggen?’ jouw huis werd ontruimd vanwege vermeende belastingschulden, was het eerste wat je vroeg: ‘Mag ik mijn moeder bellen?’

Verheye: “Ja, omdat zij al mijn belastingbrieven invult en mijn boekhouding doet, en zo consciëntieus is dat ik me echt niet kon voorstellen dat ze iets vergeten was te betalen.”

Jij bent slordig met je papierwerk, zei ze.

Verheye: “Klopt. Ik ben chaotisch en impulsief.

“Als ik met Jelle en Koen aan het werk ben, kan ik bijvoorbeeld ook niet lang blijven stilzitten. Ik loop liever als een tornado hardop te denken, ideeën te spuien. Ja, structuur is zeker niet mijn grootste forte. Als zij zeggen: ‘Oké, en dan zullen we er nu eens wat structuur proberen in te brengen’, dan blijven de radertjes in mijn hoofd draaien en moet ik heropstarten. Het fijne is dat ik daar in onze tripartite gewoon voor mag uitkomen.

“Maar het klopt dat mijn moeder mijn verstandige verlengstuk is. Ik drijf veel meer op emotie dan zij, ik laat me meer leiden door mijn impulsen. Toen we naar een huis zochten voor mij, riep ik bij een mooie lichtinval meteen: ‘Dit is iets voor mij!’ ‘Jaja,’ zei mijn moeder dan, ‘maar is de epc-score wel goed?’ Dat gaat over de isolatiegraad, weet ik nu. Mijn moeder heeft een heel andere achtergrond dan mijn vader. Na zijn dood hebben we een tijd in een heel klein appartementje gewoond met maar één slaapkamer – ik sliep bij haar in bed. Ze had een dubbele job en ging nog poetsen ook. Voor niks voelde ze zich te goed, en ze heeft alles gedaan om me toneelschool te kunnen laten volgen. ‘Je hebt een talent,’ zei ze, ‘je moet ervoor gaan.’ Ze wilde dat ik mijn goesting kon doen. Het feit dat ze zelf een ongelooflijke cultuurliefhebster is, zal daar zeker bij geholpen hebben. Mijn moeder speelt ook amateurtoneel, en dat doet ze heel goed, maar toen ze jonger was, droomde ze ervan balletdanseres te worden.”

Jij wist op je 12de al dat je acteur wilde worden, zei je.

Verheye: “Eerst wilde ik clown worden. Het circus fascineerde me enorm. Ik wilde mee met de caravan, opgaan in die wereld. Het spektakel in de kerk trok me ook aan. Tijdens de dienst keek ik altijd naar al die mensen die in rare extase zaten mee te zingen, en als ik thuiskwam, begon ik de priester na te spelen. Ik wachtte tot iedereen aan de taart zat en dan begon ik aan mijn grote eucharistieshow, met hosties van geroosterd brood. Ik was altijd aan het spelen. Naar het college ging ik op den duur ook alleen maar voor dat ene uur Nederlandse expressie. Verder was ik alleen maar aan het rondkijken naar wat voor soorten mensen er bestonden. Ik wilde hen kunnen spelen, allemaal. Dat ik in de laatste twee jaar van het middelbaar naar de kunsthumaniora mocht, was mijn redding. Die school was voor mij the road to Dora van der Groen (de actrice had een toneelklas die naar haar genoemd was, red.). Dat was al die tijd al mijn doel. Een plan B heb ik nooit gehad.”

Spelen zit diep bij jou, hè?

Verheye: “Ja. Het is wie ik ben. Er zijn er meer zoals ik, hoor, acteurs die echte speelvogels zijn. Matteo Simoni heeft dat ook. Als wij in ‘Callboys’ samen een scène hadden, zeiden we altijd: ‘Laat de camera’s maar draaien.’ En dan begonnen we keihard te improviseren. Hij is één van mijn beste vrienden. Misschien is het niet toevallig dat we allebei iets ergs hebben meegemaakt vroeger – Matteo heeft zijn broer verloren. Wij staan daardoor op dezelfde manier in het leven, denk ik, met een houding van: we own it! Ons leven is van óns en we gaan ervan genieten, we gaan spelen en zijn wie we zijn. Ik ben er heel erg van doordrongen dat we maar één keer leven en dat het straks gewoon afgelopen is. Ik ben al heel snel de lichtheid van het bestaan gaan cultiveren om mezelf te beschermen tegen de wreedheid van het leven.”

Je zei vorige keer: ‘Als mijn vader was blijven leven, was ik misschien niet gaan spelen.’

Verheye: “Dan was het misschien minder een noodzaak geweest, en dan was mijn leven ook minder interessant geweest, denk ik soms.”

Je hebt naar eigen zeggen ook heel onnozele dingen gedaan.

Verheye: “'Onnozel’ zou ik het niet willen noemen. Ik heb een jaar in de telenovelle ‘Ella’ gespeeld. Was dat de grote kunst of het soort project waarvan ik droomde toen ik toneel ging studeren? Neen. Heb ik dat graag gedaan? Absoluut, ja. Matteo had het jaar ervoor in ‘LouisLouise’ gespeeld. Toen ze me voor ‘Ella’ vroegen, zei hij meteen: ‘Doen!’ Het is niet de grote fictie en de scenario’s zijn niet top, maar het is zo spannend om elke keer te moeten bedenken: hoe maak ik binnen de vijf minuten toch nog iets leuks van deze scène, en creëer ik een personage dat ondanks alles overleeft? Je traint er gewoon met honderd per uur je vak. Er was op dat moment ook niks anders en ik wilde bezig blijven, mijn vaardigheden onderhouden. Laat mensen er maar van denken wat ze willen, dacht ik. Later kwam ‘Callboys’ op mijn pad en dan ben je ineens één van de grote mannen. Nu, misschien ben ik ook wel wat gegroeid, en is mijn smaak wat verbeterd.

“(Grabbelt in de fruit- en snoepmand voor ons) Ook een chocolaatje? Sorry, maar als ik niet eet, word ik extreem chagrijnig.

“Ik heb een heel donkere kant. Ik ben bang om alleen te zijn, ook al besef ik dat een mens fundamenteel eenzaam is. Ik ben altijd op zoek naar een thuis. Op zoek naar een vaderfiguur ook.

“Iedereen heeft issues, hè. Jij hebt er volgens mij ook wel een paar. Ergens in mij zit nog steeds dat kind dat in zijn bed ligt te denken: waarom heb ik geen papa en de anderen wel? Voor mijn moeder stond mijn geluk voorop. Toen ze een nieuwe vriend kreeg, deed ze er alles aan om haar liefdesgeluk met mijn geluk te rijmen, ook al was dat geen sinecure. Ik ben altijd op zoek blijven gaan naar een vaderfiguur.”

‘Ik heb een video-opname liggen van mijn overleden vader, maar ik durf er niet te lang naar kijken. Zijn stem horen is zo heftig. Ik hoor altijd mezelf.’Beeld Joris Casaer

Heb je die gevonden?

Verheye: “Oh ja, mijn peter natuurlijk. Dat is mijn tweede vader. En Jan Charles, mijn leraar Nederlands en regisseur bij het jeugdtheater waar ik speelde. Hij heeft altijd in mij geloofd en mijn passie voor het toneelspelen aangewakkerd. Daarna was er Gene Bervoets, met wie ik samen draaide. Met hem ging ik ook naar het voetbal. En Jan Eelen, die mij naar Woestijnvis heeft gehaald, is voor mij nog steeds een beetje een vaderfiguur (lacht). En dan vergeet ik nog Maxim Willems, de schepen van Cultuur in Knokke, die mij alle kansen heeft gegeven. Dankzij hem kon ik in Scharpoord, het cultureel centrum van Knokke, altijd mijn ding doen. Hij gaf mij een platform en ik stak er in mijn eentje monologen in elkaar.”

TE HETE ZOMERS

Dat was de reden, zei je collega-Callboy Stef Aerts, waarom je je nooit aansloot bij FC Bergman toen je klasgenoten dat theatergezelschap oprichtten. Jij maakte liever eenmansvoorstellingen.

Verheye: “Ik heb mezelf toen buitenspel gezet, ja.”

Last van je bindingsangst misschien?

Verheye: “Absoluut. Ik was bang, ik onttrok me aan de groep. Hoewel ik toen al voelde dat ze me heel graag hadden, heb ik er heel lang over gedaan om te geloven dat ze echt mijn vrienden waren.

“Weet je wat ook meespeelde? FC Bergman maakte zijn eerste voorstelling in de zomervakantie. Ik had een liefje aan zee en was bang dat ik haar zou kwijtraken als ik dan niet in Knokke was. Ik stortte me altijd volkomen op een relatie, ik gaf alle liefde die ik in me had en zei dan: ‘Zie mij graag! Zie mij graag!’ Dat is waarom je veel liefde geeft, hè: om veel liefde te kríjgen.

“Ook mijn angst voor de zomer speelde een rol. Mijn vader is gestorven op 3 augustus, en sinds zijn dood beklemde de zomer me altijd. Vooral als die heel warm was – op zijn begrafenis was het bloedheet. Ik liep dan altijd rond met een gevoel van: er gaat iets slechts gebeuren. Mijn moeder ging in die zomervakantie weleens een weekje weg, en dan was ik al die tijd doodongerust. Ik vond dat de hel, ik wilde alleen maar dat het zo snel mogelijk stopte, dat ze weer terug was. Shit, nu ga ik wenen. Is er nog chocolade?

“Op die verlatingsangst had ik geen enkele vat. Als een lief tegen me zei dat ze even wat tijd voor zichzelf wilde, werd ik zot. Ik dacht meteen: het is gedaan. Heel tragikomisch, eigenlijk. Ik lach heel vaak met mezelf.”

Dat maakt je wel onweerstaanbaar, dat je een man uit één stuk bent en je je angsten en gekte...

Verheye: “...gewoon omarmt. Is dat niet de enige manier om met jezelf te kunnen leven? En met anderen?”

Je hebt een vaste relatie nu, met iemand die jou aanvankelijk lang negeerde. Dat vond je heel aantrekkelijk, wat typisch is voor adepten van de bindings- of verlatingsangst: het ondervangt de dreiging van een band.

Verheye: “Mijn liefdes waren nooit evident, en als ze dan plotseling toch werden beantwoord, trok ik een schild op en begon ik afstand te nemen. Zo ontstond er een vreselijk vermoeiende slag van aantrekken en afstoten. Ondertussen geloof ik dat een relatie een tweezaamheid is. Samen alleen kunnen zijn, is wat een goede relatie voor mij is. Tegen elkaar kunnen zeggen: 'Ik heb nu even tijd nodig voor mezelf', maar weten dat de ander er is en tegelijkertijd niet zonder elkaar kunnen.”

Jay is volgens mij de meest geliefde Callboy omdat hij zijn klanten echt het orgasme van hun leven wil bezorgen.

Verheye: “Ik mag me nu en dan ook graag over mijn vriendin ontfermen. Zij geeft me dan de illusie dat ze zonder mij verloren is. Dat vind ik fijn. Maar was Jay echt zo populair? Volgens mij werd hij dat pas toen hij dood was (lacht).”

Influencers op VIER, zondag 8 maart, na 'De mol'

© Humo