Europa verstevigt wereldwijde leidersplaats offshore windkracht

Europa heeft vorig jaar zijn arsenaal offshore windkracht met 3,6 gigawatt opgevoerd. Daarmee heeft de Europese offshore windkracht inmiddels een capaciteit van meer dan 22 gigawatt. Dat blijkt uit een rapport van een consulent GlobalData.

De onderzoekers merken daarbij op dat Europa zijn wereldwijd leiderschap op het gebied van offshore windenergie het voorbije jaar nog verder heeft opgevoerd. De offshore capaciteit die Europa vorig jaar installeerde komt ruimschoots overeen met het totale vermogen van de kerncentrale van Doel. Daar vertegenwoordigen de vier reactoren gezamenlijk een waarde van ongeveer 2,9 gigawatt.

Spanje en Portugal

Groot-Brittannië voert de ranglijst aan met 9,9 gigawatt. Daarmee heeft het land een aandeel van ongeveer 45 procent in de offshore windenergie die momenteel in Europa is geïnstalleerd. Duitsland staat op een tweede plaats met een aandeel van 34 procent, gevolgd door Denemarken (7,7 procent), België (7,1 procent) en Nederland (5 procent).

‘De Europese offshore windkracht laat al drie jaar op rij een sterke groei blijken,’ aldus GlobalData. ‘Tijdens die periode werd ongeveer 10 gigawatt aan het net toegevoegd. Het voorbije jaar werden, verdeeld over zes landen, elf nieuwe offshore turbineparken in gebruik genomen.’

Groot-Brittannië eiste met 1,76 gigawatt nagenoeg de helft van de nieuwe capaciteit voor zich op, gevolgd door Duitsland (1,1 gigawatt), Denemarken (374 megawatt) en België (370 megawatt). Daarnaast waren er met Portugal (8,4 megawatt) en Spanje (5 megawatt) twee opkomende markten.

Concurrentie

GlobalData merkt nog op dat een gemiddeld offshore turbinepark inmiddels een omvang heeft van 600 megawatt. Onder meer technologische vorderingen hebben de voorbije jaren een verdere groei mogelijk gemaakt. Een turbine heeft nu een gemiddeld vermogen van 7,8 megawatt. Dat vertegenwoordigde een toename met 1 megawatt tegenover het jaar voordien.

‘De installatie van offshore windkracht is de voorbije jaren gevoelig goedkoper geworden,’ benadrukt Ankit Mathur, energie-specialist bij GlobalData. ‘Er was de voorbije acht jaar een daling met ongeveer 25 procent.’

‘Tot het midden mag er nog eens een inkrimping tussen 8 procent en 10 procent worden verwacht. Daardoor kan offshore windkracht zijn concurrentiepositie op de energiemarkt gevoelig versterken.’

De wereldwijde offshore energiemarkt is tot nu toe door Europese landen gedomineerd. ‘Er komt echter een toenemende concurrentie van nieuwe markten zoals China, de Verenigde Staten, Zuid-Korea, Taiwan en Japan,’ zegt Mathur.

‘Momenteel heeft Europa in de wereldwijde offshore industrie nog een aandeel van 77 procent. Tegen het einde van het decennium zal dat echter gedaald zijn tot 52 procent.’

Meer