Direct naar artikelinhoud
Reconstructie

Coronavirus: hoe het zo kon misgaan in Italië

Een trein in Milaan wordt gedesinfecteerd.Beeld Photo News

Italië wordt bijzonder hard getroffen door het nieuwe coronavirus. Op een paar weken tijd zijn bijna 6.000 Italianen besmet geraakt en zijn er 233 overleden. Hoe is het zo ernstig kunnen misgaan?

Vrijdag 31 januari: een onbekend virus

Een nieuw virus beheerst in Italië de landelijke voorpagina’s. Veel Italianen hebben een opmerkelijke relatie met hun gezondheid – er zijn veel meer apothekers dan in andere Europese landen, je mag geen sauna of sportschool betreden zonder doktersverklaring en kranten brengen wekelijks een gezondheidskatern uit. Er bestaat bovendien een sluimerend racisme, deels te verklaren doordat Italië pas recentelijk met immigratie is geconfronteerd. Voor Italië is de uitbraak van het coronavirus, die vanuit het buitenland lijkt te komen, net een perfecte storm.

Als blijkt dat twee Chinese toeristen op rondreis door Italië in het ziekenhuis van Rome zijn opgenomen wegens het coronavirus, laait die perfecte storm voor het eerst op. Hoewel het echtpaar meteen in quarantaine gaat, net als hun achttien reisgenoten, en er niemand in hun omgeving besmet lijkt met het virus, worden direct alle vluchten tussen China en Italië geannuleerd en wordt de noodtoestand uitgeroepen. Op tv verklaart een populaire presentatrice dat ze niet langer bij Chinese restaurants zal eten en in heel het land weigeren klanten pakjes aan te nemen afkomstig van Chinese webwinkels.

Ook in ziekenhuizen ontstaat extra alertheid op Chinezen, of mensen die pas geleden in contact zijn geweest met Chinezen. Een maand later, als er zo’n 3.000 mensen besmet zijn, rijst de vraag of die fixatie op China wel zo verstandig was.

21 februari: de eerste dode

Ruim drie weken nadat de eerste twee Chinese patiënten in quarantaine zijn geplaatst, bereikt de storm zijn volle omvang. Persbureau Ansa meldt ’s ochtends dat er een nieuwe patiënt is. Een Italiaan ditmaal. Het blijkt een 38-jarige werknemer van Unilever, Mattia, wordt hij in de Italiaanse pers genoemd. Hoe hij aan de ziekte is gekomen, weet niemand. Wel is duidelijk dat hij die misschien al drie weken geleden opliep; drie weken waarin hij dagelijks naar kantoor ging, ’s ochtends in zijn vaste bar in zijn woonplaats Codogno koffie dronk, ’s avonds een ommetje liep door de winkelstraat in het dorp van zijn ouders, of deelnam aan een halve marathon of voetbalde tegen een team uit een stad in de buurt.

Pas als hij zich op 15 februari beroerd begint te voelen, meldt hij zich bij een arts, die hem gewoon naar huis stuurt. Dinsdagochtend meldt hij zich bij een eerstehulppost, maar daar wordt hij wederom naar huis gestuurd. Als hij die avond toch wordt opgenomen, omdat zijn klachten zijn verergerd, denken artsen aanvankelijk aan longontsteking. Tot twee keer toe heeft hij gezegd niet in contact te zijn geweest met Chinezen, en daarom is hij niet op het virus getest. Pas twee dagen later blijkt dat hij toch covid-19 heeft, de door het coronavirus veroorzaakte aandoening.

Achteraf komt er veel kritiek op die handelswijze. Kan het tot tweemaal toe naar huis sturen van Mattia de reden zijn geweest dat de ziekte een epidemie werd in Noord-Italië? Het gros van de eerste negentig besmettingen in Lombardije zijn tot hem te herleiden. Een man die meedeed aan die halve marathon bijvoorbeeld, zijn zwangere vrouw, zijn ouders, de bareigenaar, een aantal artsen in het ziekenhuis.

Het zou kunnen, maar al direct rijzen er twijfels. Want hoe het kan dat er ook in Vò Euganeo besmettingen worden gevonden, een kleine stad 212 kilometer oostelijker? Uit diezelfde stad Vò komt vrijdag tevens het slechtste nieuws van de dag: er is voor het eerst een Italiaan overleden aan het virus.

Ook in Milaan zijn de mondkapjes overal te zien.Beeld Photo News

22 februari: steden in quarantaine

Er wordt de hele dag getest in de omgeving van Codogno en Vò, en het aantal besmettingen loopt per uur op. Opeens heeft Italië 64 coronabesmettingen en 2 doden. Sommige kranten sturen wel twintig breaking news-berichten naar hun abonnees, waardoor bij vrijwel alle apotheken lange rijen ontstaan van mensen op zoek naar mondkapjes.

Zaterdagavond komt de regering in spoedberaad bijeen en wordt besloten elf steden en dorpen rond Codogno en Vò volledig in quarantaine te plaatsen. Ook sluiten de universiteiten en scholen in veel noordelijke regio’s, net als veel musea, sportscholen, festivals en theaters. De tactiek is duidelijk: het virus isoleren.

24 februari: beurs Milaan stort in

Hoewel premier Conte de avond tevoren in vrijwel alle talkshows heeft benadrukt dat paniek niet nodig is, opent de beurs in Milaan met een verlies dat doet denken aan de economische crisis van 2008. In een dag verdampt er 30 miljard euro. Bijna iedereen in het noorden werkt van thuis, de restaurants zijn zo goed als verlaten. Bij hotels komen de eerste annuleringen binnen. Begin maart lopen er in Rome 90 procent minder toeristen rond dan gebruikelijk. Verscheidene economen vrezen voor een recessie, ondanks de 3,6 miljard euro die de overheid belooft te investeren in de zwaarst getroffen sectoren.

Omdat het aantal besmettingen intussen is opgelopen tot bijna 300, weet eigenlijk niemand meer of de regering adequaat of juist overspannen reageert op het virus. De rechts-nationalistische politicus Matteo Salvini, die de onderbuik van Italië doorgaans haarfijn aanvoelt, zei op dag 1 nog dat het land alle grenzen zou moeten afsluiten, terwijl hij nu juist betoogt dat het rigoureuze optreden de economie nodeloos schaadt. Het schetst de tweespalt in het land. Hoe kan een regering die ervan beschuldigd wordt te efficiënt op te treden – een bijzonder zeldzame beschuldiging in Italië – er tegelijkertijd van beschuldigd worden te weinig te hebben gedaan?

27 februari: 500 patiënten

De minister van Volksgezondheid zegt tegen journalisten dat de stevige groei van het aantal coronagevallen – het zijn er inmiddels 500– niet los kan worden gezien van de eveneens grote hoeveelheid tests die het land laat uitvoeren: in de eerste anderhalve week ruim 30.000, veel meer dan andere landen. Zo test Italië niet alleen mensen met griepsymptomen, maar ook mensen die mogelijk het pad hebben gekruist van patiënten. “Je kunt het ons niet verwijten dat wij te veel maatregelen nemen”, zegt de minister.

Een politieman houdt wagens tegen op de weg naar Codogno, een van de steden die in quarantaine gingen.Beeld REUTERS

Bij dat persgesprek zit ook de minister van Buitenlandse Zaken Luigi Di Maio. Hoewel hij eind januari besloot alle vluchten tussen Italië en China te schrappen, spreekt hij er nu schande van dat andere landen hun vluchten van en naar Italië hebben stopgezet. Toch lijkt die keuze niet helemaal onterecht. Vrijwel alle uitbraken in Europese landen zijn te herleiden tot Noord-Italië. De eerste patiënten in Spanje waren bijvoorbeeld twee sportjournalisten die op 19 februari verslag deden van een Champions League-wedstrijd in Milaan.

29 februari: meerdere haarden

Op deze dag wordt bekend dat het virus waarschijnlijk al weken in Noord-Italië had gecirculeerd voordat het werd herkend. Een taskforce, met onder anderen epidemiologen en virologen, zegt dat er sinds half januari een scherpe stijging te zien is van patiënten met ‘vreemde longontstekingen, zeer hoge koorts en griepsymptomen’.

Dat betekent dat zelfs als patiënt Mattia eerder was gediagnosticeerd, de virusziekte zich waarschijnlijk had ontwikkeld tot epidemie. Bovendien komt uit een ander onderzoek naar voren dat de eerste patiënten in Codogno en die in de stad Vò waarschijnlijk niet door dezelfde drager besmet zijn. Al ver voor het virus ontdekt werd, liepen er dus al meerdere patiënten in Noord-Italië rond. De tactiek van de ziekenhuizen in de begindagen – zich vooral concentreren op mensen die in contact waren geweest met Chinezen – lijkt achteraf geen verstandige.

8 maart: virus onder controle?

Een kwart van de Italiaanse bevolking wordt getroffen door nieuwe noodmaatregelen van premier Giuseppe Conte tegen het coronavirus. Veertien provincies in het noorden van Italië worden deels in quarantaine gezet, waardoor de bewegingsvrijheid van ongeveer 16 miljoen mensen door het decreet flink wordt ingeperkt.

Het gaat naast Lombardije om de provincies Modena, Parma, Piacenza, Emilia-Romagna, Rimini, Pesaro en Urbino, Alessandria, Asti, Novara, Verbano Cusio Ossola, Vercelli, Padua, Treviso en Venetië. Eerst was er nog sprake van elf provincies.

De vraag of de uitbraak te voorkomen was, in een land waar jaarlijks twee miljoen Chinese toeristen doorheen trekken – zelfs als de ziekenhuizen in het noorden alerter hadden gereageerd op die opmerkelijke stijging aan longontstekingen – is momenteel niet langer de belangrijkste. Waar het nu vooral om gaat: hoe voorkomen we dat de ziekte zich verder uitbreidt?