Hoe langer de regeringsvorming duurt, hoe meer we zullen leren over de Belgische politiek

Met Belgisch patriottisme win je geen kiezers meer.  De N-VA mag "J’en ai marre"-Paul Magnette op haar twee knieën danken en het grootste probleem is het ontbreken van een duidelijke procedure voor de regeringsvorming. Dat zijn in het kort de conclusies die hoogleraar en politicoloog Bart Maddens na negen maanden regeringsvorming trekt.

opinie
BELGA/VERGULT
Bart Maddens
De auteur doceert politieke wetenschappen in Leuven

Na negen maanden van vruchteloze regeringsvorming is het tijd voor een balans. Wat hebben we sinds de verkiezingen van 26 mei geleerd? Drie dingen.

Ten eerste

De Belgische mayonaise pakt niet meer. Dat is best wel opmerkelijk. De Belgischgezinden hebben vandaag een afgetekende meerderheid in het parlement, zelfs zonder CD&V.  Dan zou je toch verwachten dat die believers in België even de handen uit de tricolore mouwen steken. Dat ze tot het uiterste zouden gaan om te bewijzen dat België wél werkt. Dat ze als verenigde Belgen een front zouden vormen tégen de Vlaams-nationalisten. Dat ze zouden gaan voor een voluntaristisch Belgisch project: een nieuw "Compromis des Belges", waarbij linkse en rechtse partijen water in de wijn doen om hun geliefde land te redden.   

Er waren wat halfslachtige aanzetten tot zo een enthousiasmerend Belgisch project. Paul Magnette wou de 200e verjaardag van België voorbereiden met grote infrastructuurwerken. Ook Gwendolyn Ruttens 100 ideeën voor een betere toekomst zijn zeer Belgisch.  Het bekvechten tussen Vlamingen en Walen moet stoppen, schrijft ze.  En ook: we laten alle Vlaamse kinderen in Wallonië, Brussel of Duitstalig België naar school gaan en omgekeerd. Eerder probeerde Mathias De Clercq paarsgroen al in de markt te zetten als een positief en wervend Belgisch verhaal (De Standaard 7 november).

Zeggen dat een federale regering geen meerderheid behoeft in het grootste landsdeel is één zaak. Dat verkocht krijgen aan de Vlamingen is nog iets anders

Hoe zou het komen dat die vlieger maar niet op gaat?  Misschien zijn de believers in België een uitstervende diersoort geworden. Het verzet tegen een paarsgroene Belgische renaissance kwam vooral van Open VLD. Dat is nochtans de partij die de jongste jaren de mond vol had van het samenwerkingsfederalisme. Wat houdt hen tegen om dat nu in de praktijk te brengen? 

Open VLD heeft er schrik van om in het parlement gemattrakeerd te worden door N-VA en Vlaams Belang, lezen we. Dat verbergt echter een dieperliggend probleem. De liberalen vrezen vooral dat de Vlaamse kiezer dit Belgische samenwerkingsverhaal niet zal lusten. Zeggen dat een federale regering geen meerderheid behoeft in het grootste landsdeel is één zaak. Dat verkocht krijgen aan de Vlamingen is nog iets anders. Wat peptalk rond 200 jaar België zal daarbij niet veel soelaas brengen. Met Belgisch patriottisme win je geen kiezers meer. Een vuur dat is uitgedoofd kun je niet doen oplaaien. 

Ten tweede

De N-VA is verbazend gematigd geworden. Dat de N-VA bereid zou zijn om een regering te vormen mét de PS, maar zónder een grote staatshervorming, dat geloofde tot voor kort niemand. Toch lijkt de partij een eindweegs in die richting opgeschoven.   Koen Geens liet in "De zevende dag" uitschijnen dat er met de N-VA een compromis mogelijk was rond een uiterst beperkt communautair programma. Het zou gaan om een akkoord tussen de Vlaamse en de federale overheid over het arbeidsmarktbeleid in “streken waar specifieke werkloosheidsproblemen bestaan”. Met wat goede wil zou je daarin een halve feitelijke regionalisering kunnen zien.     

Daarnaast zouden er afspraken worden gemaakt voor een grote staatshervorming na de verkiezingen van 2024: over “het menu, de kalender en het proces”, zoals Koen Geens dat vrijdag nog elegant formuleerde in "De ochtend".  De regeringspartijen zouden er zich nu al toe engageren om op het einde van de rit een verregaande herzieningsverklaring goed te keuren. Alleen kan daar pas op het einde van de rit over worden gestemd. De voorbije legislatuur heeft aangetoond dat zulke afspraken over een herzieningsverklaring niets meer waard zijn als de verkiezingen in zicht komen. Men mag in het regeerakkoord nog zoveel schrijven als men wil over een staatshervorming in de volgende legislatuur, dat is niet meer dan een luchtkasteel: een derde fase in het kwadraat (voor wie de geschiedenis van de Volksunie kent).

Soms lijkt het wel alsof de N-VA niet meer geïnteresseerd is in de klassieke taalstrijd

De N-VA heeft er zich bij neergelegd dat een tweederdemeerderheid momenteel niet haalbaar is. Tot daar aan toe. Maar wat dan met communautaire stappen vooruit die met een gewone meerderheid kunnen worden goedgekeurd? Denk aan de oude Vlaamse eis om de politiezones in Brussel te fuseren. Of aan het aanscherpen van de taalwetgeving in Brussel. Daarover is de voorbije maanden niet zoveel vernomen.  Soms lijkt het wel alsof de N-VA niet meer geïnteresseerd is in de klassieke taalstrijd. Kijk bijvoorbeeld naar minister Ben Weyts, die zonder verpinken zijn handtekening zette onder een voorontwerp van decreet dat een verregaande verengelsing van het hoger onderwijs mogelijk maakt.

Maar het is juist, de regeringsvorming blijft hoe dan ook een schimmige bedoening.  We moeten het stellen met snippers van informatie. Wie weet heeft de N-VA wél een lange lijst van stevige communautaire eisen op tafel gelegd. Het is mogelijk dat de partij vooral een perceptie van gematigdheid wil creëren. Stel dat men toch het democratische fatsoen kan opbrengen om nieuwe verkiezingen te organiseren. Dan zullen die natuurlijk in grote mate draaien om de vraag: wie treft schuld voor de blokkering? Het was dan ook slecht nieuws voor de partij dat 40 procent van de Vlamingen uitgerekend de N-VA aanwijst als hoofdschuldige (Het Nieuwsblad 1 februari). 

Dat was het startschot voor een operatie "redelijkheid zelve". Maar stel nu eens dat de PS de N-VA op haar woord had genomen. Stel dat men het pad van Koen Geens verder had bewandeld? Zou twee derde van het N-VA-congres ermee hebben ingestemd om met de PS te regeren?  In ruil voor wat slappe communautaire kost en de fata morgana van een grote staatshervorming in de verre toekomst? Dat valt te betwijfelen. Met andere woorden, de N-VA mag "J'en ai marre"-Paul Magnette op haar twee knieën danken.     

Ten derde

Onze institutionele spelregels deugen niet. Nog los van het communautaire. Zelfs de vraag hoe nieuwe verkiezingen kunnen worden georganiseerd blijkt niet eenduidig te beantwoorden. Grondwetspecialiste Patricia Popelier trok hier een paar weken geleden in twijfel dat de Kamer en de regering eenvoudig kunnen overgaan tot nieuwe verkiezingen. Zo een ontbinding van de Kamer na het ontslag van de regering (Art.46, 3e lid GW) is volgens haar slechts één keer mogelijk, en dat gebeurde vorig jaar al. Volgens haar collega Christian Behrendt (in Le Soir van 4 februari) zou dat wel kunnen. Vermoedelijk is dit discussiepunt louter theoretisch, aangezien men allicht via een verklaring tot herziening van de Grondwet de Kamer zal ontbinden, en dat kan altijd.  Maar wat als de regering geen akkoord bereikt over de inhoud van de herzieningsverklaring? 

De ontbinding van het parlement is zo een fundamentele aangelegenheid in een democratie dat er over de mogelijke procedures daartoe geen zweem van twijfel zou mogen bestaan. De lijst van onduidelijke spelregels begint wel erg lang te worden. Dat bleek ook al ten tijde van de Marrakech-crisis.  Wanneer moet een regering het vertrouwen vragen aan het parlement? Wat moeten de ministers in consensus beslissen? Wat zijn precies de bevoegdheden van een regering in lopende zaken? De regels daarover zouden glashelder moeten zijn. In werkelijkheid blijken het stuk voor stuk twistpunten onder constitutionalisten.

Transparante regels over de regeringsvorming zouden nog een ander voordeel hebben: een niet democratisch gelegitimeerd figuur als de koning zou dan geen occulte rol meer spelen

Het grootste probleem is natuurlijk het ontbreken van een duidelijke procedure voor de regeringsvorming. “De koning benoemt en ontslaat zijn ministers” staat er in onze Grondwet, en daar moeten we het maar mee doen. In sommige landen met een modernere Grondwet wordt precies gespecificeerd hoe de regering moet worden gevormd. Wie komt als eerste aan zet? Hoeveel tijd krijgt die? Hoelang duurt het voor nieuwe verkiezingen worden georganiseerd? Met een grondwettelijke deadline hadden wij al lang een regering gehad.  Transparante regels over de regeringsvorming zouden nog een ander voordeel hebben: een niet democratisch gelegitimeerd figuur als de koning zou dan geen occulte rol meer spelen. 

Dus ja, sinds de verkiezingen van vorig jaar hebben we al heel wat geleerd.   Hoe langer deze crisis duurt, hoe meer we zullen leren over de Belgische politiek.  Ik wens de lezers nog heel veel leerrijke maanden toe.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen